Partnerbijdrage van

Hulpkaart biedt perspectief

Hulpkaart maakt betere benadering mogelijk van mensen met een lichte verstandelijke beperking. Bij mensen met problematische schulden is de groep die een lichte verstandelijke beperking (lvb) heeft flink oververtegenwoordigd. Dat is algemeen bekend. Veel minder bekend is wat de juiste aanpak is voor deze mensen. De inzet van een zogeheten Hulpkaart biedt perspectief. Mensen met een lvb kunnen daarmee zelf aangeven hoe zij het best benaderd en geholpen kunnen worden.

Delen:

Bekendheid vergroten is nu de uitdaging
Foto: KBvG/Kees Winkelman

In Nederland heeft ongeveer 25 procent van de mensen met problematische schulden een licht verstandelijke beperking. Dat mensen met een lvb vaker schulden hebben is redelijk makkelijk te verklaren. “Zij hebben bijvoorbeeld een minder goed gevoel bij de financiële waarde van dingen en vaak moeite met taal en rekenen”, vertelt Rosine van Dam, werkzaam bij het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam. “Daardoor sluiten mensen met een lvb bijvoorbeeld vaker te dure contracten af en kunnen ze minder goed inschatten of een aanbieding voor hen wel echt interessant is. Daar komt bij dat de samenleving steeds complexer en digitaler wordt, terwijl van iedereen juist meer zelfredzaamheid wordt gevraagd. Allemaal redenen waarom mensen met een lvb vaker in de problematische schulden komen.”

Effectieve begeleiding

Rosine-van-Dam
Rosine van Dam (Foto: KBvG/Kees Winkelman)

Hoewel de relatie tussen lvb en schulden al vrij lang bekend is, is er nog niet veel wetenschappelijke kennis over. Van Dam besloot in 2018 daarom haar promotieonderzoek aan het onderwerp te wijden. Ze onderzoekt onder meer hoe groot de groep van mensen met een lvb en schulden nu precies is en op welke manieren hulpverleners deze groep op een effectieve manier kunnen begeleiden. “Een belangrijk doel is bijvoorbeeld om in kaart te krijgen wat mensen wél zelf kunnen, dus in welke mate ze financieel zelfredzaam zijn. Je kunt dan bijvoorbeeld gaan kijken naar lichtere vormen van bewindvoering en een effectieve inzet van de omgeving van deze mensen.”

Aangezien een lvb vaak niet op het eerste gezicht waarneembaar is, is ook het alert zijn en herkennen van de beperking een belangrijk aandachtspunt in het onderzoek van Van Dam. “Mensen met een IQ onder de 70 worden vaak op jonge leeftijd met een lvb gediagnosticeerd, bijvoorbeeld al op de basisschool. Maar voor de groep met een IQ tussen de 70 tot 85 blijft de beperking vaak lang verborgen, bijvoorbeeld doordat hun sociale netwerk veel voor hen opvangt. Soms weten mensen zelf niet dat ze een lvb hebben. Dat kan tot frustrerende situaties leiden, zowel voor henzelf als voor hun omgeving.”

Van Crisis naar Hulpkaart

Jetske-de-Jong
Jetske de Jong (Foto: KBvG/Kees Winkelman)

Een mogelijke oplossing voor deze problematiek is de Hulpkaart, een doorontwikkeling van de al langer bestaande Crisiskaart. “Ongeveer 25 jaar geleden is de Crisiskaart geïntroduceerd vanuit de cliëntenorganisaties in de GGZ”, vertelt Jetske de Jong, beleidsonderzoeker bij UMC Utrecht. “Op de kaart staat bijvoorbeeld welke medicijnen iemand nodig heeft en wie contactpersoon is in geval van nood. Mensen kunnen de Crisiskaart in noodsituaties laten zien, zodat hulpverleners of omstanders snel op de juiste manier kunnen handelen. Mede omdat de term ‘crisis’ niet voor iedereen van toepassing is, zijn we een paar jaar geleden gestart met de ontwikkeling van een aparte Hulpkaart, voor een bredere doelgroep dan alleen de GGZ.”

Mensen die het om uiteenlopende redenen moeilijk vinden om een boodschap over te brengen, kunnen met de Hulpkaart duidelijk maken hoe zij het beste benaderd kunnen worden. De Jong: “Dit biedt kansen voor mensen met een lvb, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met dementie of met niet-aangeboren hersenletsel. Een belangrijk uitgangspunt is dat zij zelf de regie krijgen. Bijvoorbeeld door zelf te bepalen wat er op de kaart moet komen en wanneer je hem laat zien of juist niet. Uit ervaring blijkt ook dat gebruikers echt achter de inhoud moeten staan, anders wordt hij niet gebruikt.”

Op de kaart kan bijvoorbeeld staan dat de eigenaar er behoefte aan heeft dat iemand langzaam praat. Waar dit nog een vrij algemeen uitgangspunt is, biedt de Hulpkaart het voordeel dat de informatie ook heel specifiek kan worden. “Je kunt bijvoorbeeld vermelden hoe iemand kan zien dat je boos wordt, dat verschilt immers per persoon. Ik kan me ook een voorbeeld herinneren van een man met een fobie voor ambulances. Als zo iemand extreem in de war is, is dat heel waardevol om te weten. Het betrekken van hulpdiensten is dan misschien minder hard nodig dan je zou denken.” Ten slotte staat er op de Hulpkaart vaak een contactpersoon, en ook dat kan soms heel specifiek zijn. “Er staat bijvoorbeeld: ‘bel mijn broer Hans, want als ik hem spreek word ik rustig’. Natuurlijk zorgen we ervoor dat deze mensen weten dat zij als contactpersoon op een Hulpkaart staan.”

Stilte laten vallen

Dominique-van-Toorn
Dominique van Toorn (Foto: KBvG/Kees Winkelman)

De Hulpkaart wordt momenteel ingezet in vijf verschillende praktijkprojecten. Een daarvan is het project ‘Hulpkaart Fryslân’ van MEE Friesland. De inzet van de Hulpkaart wordt daar gecombineerd met diverse trainingen en kenniscafés voor met name hulpverleners. Zij leren in dit project onder meer dat je bij mensen met een lvb niet te veel informatie tegelijk moet aanbieden. Keuzes maken in wat je vertelt, helpt mensen om overzicht te bewaren, vertelt Dominique van Toorn, programmamanager bij MEE Academie “Het is belangrijk om te toetsen of je boodschap wordt begrepen. Het komt namelijk ook voor dat iemand een gewenst antwoord geeft om er maar vanaf te zijn. De Hulpkaart heeft als voordeel dat je specifieke tips kunt geven. Voor sommige mensen is het belangrijk om een stilte te laten vallen na een vraag, zodat ze wat langer over een antwoord kunnen nadenken. En voor anderen werkt het goed om iets even uit te tekenen.”

Deze kennis is onder meer van grote waarde voor bewindvoerders. Die moeten immers goede en duidelijke afspraken kunnen maken met hun cliënten. Maar dit geldt net zozeer voor gerechtsdeurwaarders, weet Van Toorn. “Onlangs ben ik een dag mee op route geweest met een deurwaarder. Ik was onder de indruk van de rust en kalmte waarmee hij zijn boodschap helder wist over te brengen. Maar ik schrok ook van de korte tijd die deurwaarders bij hun huisbezoeken hebben. Hier zit een paradox, want juist bij een lvb heb je vaak meer tijd nodig om een boodschap goed over te brengen. Een enkeling reageerde die dag boos, de meesten schrokken toen ze de deur opendeden. Maar of er mensen tussen zaten met een lvb, dat weten we niet.”

Een belangrijk aandachtspunt hierbij is dat stressvolle situaties ervoor kunnen zorgen dat het IQ van mensen lvb verder daalt. Voor mensen met een lvb betekent dit dat ze nog meer moeite hebben om overzicht te houden op de situatie. Dus wanneer er plotseling een deurwaarder voor de deur staat, kan dat deze mensen veel stress bezorgen. Ook Van Dam besteedt in haar onderzoek aandacht aan dit probleem. “Uit onderzoek blijkt ook dat mensen het in stressvolle situaties moeilijker vinden om over hun beperking te praten. Ze zijn dan overprikkeld en klappen als het ware dicht. In die zin zou de Hulpkaart een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Het kan de drempel verlagen om je beperking zélf onder de aandacht te brengen.”

Stigma doorbreken

Om een succes te maken van de Hulpkaart is het belangrijk dat er meer draagvlak komt. Ten eerste bij de gebruikers; die moeten soms over hun schaamte heen stappen. Maar juist ook de rest van de samenleving moet het initiatief gaan omarmen. Hiervoor moet volgens Van Toorn ook de acceptatie en inclusie van lvb nog toenemen. “Er zijn in ons land weliswaar meer dan twee miljoen mensen met een lvb of zwakbegaafdheid, maar die zijn allemaal anders en hebben allemaal hun eigen uitdagingen. Het mooie vind ik dat je met de Hulpkaart meer maatwerk kunt leveren. Het gaat niet om het etiketje ‘lvb’. Je trekt het juist breder en doorbreekt daarmee het stigma dat nog steeds leeft. Omgaan met lvb betekent niet dat je zaken op een kinderachtige manier moet uitleggen. Dan schiet je je doel voorbij. Het gaat om de juiste, effectieve aanpak op maat.”

In het team van De Jong wordt intussen gewerkt aan een gecoördineerde, landelijke aanpak. “We verbeteren bijvoorbeeld de uitgifte van Hulpkaarten en onderzoeken de mogelijkheid van een publiekscampagne. In kleine stapjes zullen we naar meer bekendheid moeten. Dat wordt bepalend voor het succes. Of het nu gaat om een hulpverlener, een deurwaarder, of gewoon een omstander op straat; de vraag ‘Heeft u een hulpkaart?’ moet uiteindelijk heel normaal worden.”

Wat verstaan we onder LVB?

Mensen worden als licht verstandelijke beperkt gezien als zij de volgende eigenschappen hebben:

  • Het IQ ligt tussen de 50 en 85
  • Het sociaal aanpassingsvermogen is beperkt, waardoor men moeilijk mee kan komen in de samenleving
  • De beperking is ontstaan vóór het 18e

Delen:

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders is een publiekrechtelijke beroepsorganisatie (pbo) met een verordenende bevoegdheid krachtens de Grondwet. Alle in Nederland gevestigde gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders en…

Meer berichten van partner

Scroll naar boven