Nog helemaal niet zo lang geleden was ik gewoon student in Nederland. Een afstuderende rechtenstudent om precies te zijn. En een student die voor een lastige keuze stond: terug naar Curaçao, het land waar ik ben geboren en opgegroeid, of toch nog een aantal jaartjes in Nederland blijven? Na een netwerklunch met een aantal advocaten van VanEps Kunneman VanDoorne realiseerde ik me opnieuw dat ‘mijn eiland’ Curaçao, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, echt niet zo klein is.
In mijn beleving zijn er veel Curaçaose studenten in Nederland, die net als ik twijfelen of ze na het afronden van hun studie moeten terugkeren naar Curaçao of toch in Nederland of Europa moeten blijven om ervaring op te bouwen. Vaak is deze keuze gebaseerd op de gedachte dat Curaçao te klein is en te weinig mogelijkheden biedt om die ervaring op te doen.
Wat voor mij heel belangrijk was bij het maken van de keuze om terug te keren naar mijn geboorte-eiland is het begrip ‘brain drain’. Een begrip waarover al werd gesproken tijdens mijn tijd op de middelbare school. Zo vertelde mijn docent Aardrijkskunde, mevrouw Baetens, dat veel Curaçaose studenten na hun studie niet direct terugkeren naar Curaçao, waardoor het eiland te maken heeft met een gebrek aan hoogopgeleide young professionals. Blijkbaar heeft dit toen al een bepaalde indruk op me gemaakt, want het heeft – jaren later – zeker een rol gespeeld bij mijn beslissing. Uiteindelijk koos ik ervoor terug te keren naar de Cariben en als advocaat mijn steentje bij te dragen aan de ontwikkeling en toekomst van Curaçao.
Dit was echter niet de enige reden waarom ik besloot om mijn carrière in de advocatuur hier te starten. Ja, Curaçao is een klein eiland. Maar dat betekent niet dat je als advocaat ook alleen te maken krijgt met kleine, lokale zaken. Ik ben gestart op de sectie Corporate & Banking van VanEps Kunneman VanDoorne en ben vanaf dag één betrokken bij zaken voor grote lokale én internationale cliënten. Ik werk mee aan uitdagende transacties en ondernemingsrechtelijke vraagstukken. Het niveau van het werk is hetzelfde als dat van ‘mijn collega’s’ op de Amsterdamse Zuidas.
Dat werd in mijn eerste paar weken bij VanEps Kunneman VanDoorne al bevestigd, toen ik zag hoe mijn collega’s druk bezig waren met een grote closing, waarin we te maken hadden met verschillende jurisdicties en de nodige coördinatie tussen partijen vereist was. Je staat hier als junior associate meteen met je voeten in de klei. Voordat ik het wist was ik bezig met het opstellen van besluiten voor een overname en het schrijven van een opinie met betrekking tot een financiering gesloten tussen een lokale partij en een grote buitenlandse bank. In beide gevallen ging het om bedragen in de miljoenen.
Wat mijn werk bij VanEps Kunneman VanDoorne extra leuk maakt is dat tussen al het corporate geweld, altijd weer de charme van een klein eiland tevoorschijn komt. Zoals toen ik werd gevraagd om naar de Landsontvanger te gaan om een aantal documenten te laten bezegelen en registreren. Even wat achtergrondinformatie: op grond van artikel 65 sub 62 van de Zegelverordening zijn de tweede en volgende gelijkluidende exemplaren van een geschrift vrijgesteld van de belasting, mits op elk van de exemplaren het in totaal getekende aantal exemplaren van het geschrift alsmede het nummer van het exemplaar vermeld wordt. De meneer bij de balie van de Landsontvanger was echter van mening dat alle exemplaren bezegeld moesten worden. Aan mij de taak om deze meneer ervan te overtuigen, zonder van hem een aartsvijand van te maken, dat dit toch echt niet zo was. Met mijn wettenbundel onder mijn arm vertrok ik naar de Landsontvanger. Wat volgde was een mooie discussie, met name over het woord ‘mits’, waarin driftig met wettenbundels werd gezwaaid en er vele interpretaties van artikel 65 sub 62 de revue passeerden. Uiteindelijk ben ik erin geslaagd alleen het eerste exemplaar van de documenten te laten bezegelen en registreren. Daarvan kan ik net zo genieten als van mijn bijdrage aan een grote closing!