Deal van het jaar: de strijd om TMG

Delen:

Ieder jaar kiest Mr. een deal van het jaar. Dit jaar is dat overname van Telegraaf Media Groep (TMG), zoals ook te lezen is in het nieuwe nummer van Mr. dat aanstaande vrijdag verschijnt. De strijd om TMG was een lang en soms ook hard gevecht dat uiteindelijk tot in de Ondernemingskamer werd gevoerd. Het Belgische Mediahuis en VP Exploitatie, de investeringsmaatschappij van de familie Van Puijenbroek die als aandeelhouder van TMG de samenwerking met de Belgen had gezocht, gingen er uiteindelijk met de buit vandoor en Talpa, het mediaconcern van John de Mol, had het nakijken. De betrokken advocaten van TMG, Mediahuis en VP Exploitatie blikten tijdens een rondetafelgesprek terug op deze bijzonder dynamische deal.

Op 1 december 2017 werd bekend dat Talpa zijn aandelenpakket van ruim 29% aan Mediahuis verkocht voor 81 miljoen euro, terwijl Talpa volledige zeggenschap over zijn radiostations kreeg door een radiobelang van TMG terug te kopen. De pogingen van John de Mol om het moederbedrijf van de Telegraaf in te lijven kwamen daarmee definitief ten einde.
Toch memoreren de advocaten van Mediahuis en VP Exploitatie niet 1 december, maar 26 februari 2017 als meest memorabele moment in het gehele dealproces. Op die dag verwierf het Vlaamse Mediahuis een aandelenbelang van 11,24% van Delta Lloyd waar het eerder een pakket van een andere grote TMG-aandeelhouder, Navitas, had overgenomen. Daarmee hadden Mediahuis en VP Exploitatie de absolute zekerheid over 59,24% van de aandelen TMG. Jan Willem de Boer (Linklaters), advocaat van Mediahuis: “De weg naar dat moment toe was lang en ingewikkeld, maar toen de pakketten van Delta Lloyd en Navitas binnen waren, wisten we dat we er véél beter voor stonden. Achteraf heeft dat ook de doorslag gegeven.” Bernard Roelvink (De Brauw Blackstone Westbroek), advocaat van VP Exploitatie: “Het duurde lang voordat we doordrongen tot TMG; de deur bleef in eerste instantie dicht. Het verkrijgen van een meerderheid van de aandelen was de enige manier om aan te geven dat dit het enige realistische bod was. Met de voorzitter van de raad van commissarissen, Jan Nooitgedagt, en Christiaan de Brauw hebben wij dat op een vrijdagavond in het Van der Valk hotel in Maarssen besproken.” Dat TMG de boel afhield, is echter te verklaren volgens TMG-adviseur Christiaan de Brauw (Allen & Overy): “Er waren in het begin twijfels over belangrijke onderwerpen zoals de precieze strategische richting, dealzekerheid en de prijs − die vond TMG laag − vandaar dat we eerst een price review zijn gestart. Intern is er een zorgvuldig proces gevoerd waarin onder meer verschillende gezichtspunten zijn beoordeeld.  Dat zorgde er ook voor dat zaken niet zo snel gingen als ze normaliter kunnen gaan. Het onderhandelingsproces met Mediahuis is vanaf januari wel voortvarend opgepakt. Toen Talpa zich als mogelijke bieder meldde is een proces gestart met beide bieders, maar vanaf die vrijdagavond in het Van der Valk hotel werd duidelijk dat het voorstel van Talpa niet meer realistisch kon zijn, zolang zij 95% of 80% als grens hanteerden en het consortium met bijna 60% niet aan Talpa wilde verkopen. Toen duidelijk werd dat de raad van bestuur en de raad van commissarissen van TMG een steeds groter verschil van inzicht kregen, werd het een ingewikkelder verhaal. We beseften toen dat het een moeizaam proces zou worden.”

Eigen adviseurs

De raad van commissarissen van TMG kreeg eigen adviseurs: Guus Kemperink en Sander Maarschalkerweerd (toen beiden Van Doorne, nu Kemperink Maarschalkerweerd). Kemperink: “Normaal gesproken  werken de RvC en RvB nauw samen, maar bij overnames is de rol van de RvC pregnanter, zeker wanneer er een beursgenoteerde vennootschap bij betrokken is. De positie van het bestuur is bij een openbaar bod namelijk zo ongeveer altijd in het geding: het is niet zeker dat je als bestuurslid nadien kunt blijven. Bij een openbaar bod speelt de strategie van de onderneming een grote rol. Het is logisch dat de RvB dan een stap terug doet en de nodige ruimte laat aan de RvC. De collegiale verhoudingen tussen bestuur en RvC waren bij deze deal op een gegeven moment zwaar belast. En dan is de vraag: wie beslist er nu over de toekomst van de onderneming? Uiteindelijk heeft de RvC hier de verantwoordelijkheid genomen en de knoop doorgehakt.” Maarschalkerweerd: “De RvC en de RvB bleven het oneens en dat leidde in deze uiteindelijk tot een schorsing van het voltallige TMG-bestuur door de raad van commissarissen, in het weekend van 5 en 6 maart. Tot op het laatste moment hoopte de RvC dat dat niet nodig zou zijn, maar uiteindelijk zag men het toch als laatste middel om de transactie met Mediahuis en VP Exploitatie door te laten gaan en de onderneming in een rustiger vaarwater te brengen.”

Emoties

Jan Nooitgedagt, waarnemend president-commissaris van TMG, noemde de opstelling van de CEO en CFO “onrealistisch en niet constructief”. Samen met de andere commissarissen besloot hij ze naar huis te sturen. “Een moedig besluit”, aldus De Boer. “Je weet dat iedereen naar zo’n beslissing zal kijken en een oordeel gaat vellen. Zulke beslissingen zijn niet eenvoudig, maar Jan heeft wel de hoofdrol durven nemen.” Roelvink: “Vanaf dat weekend ontstond er wel een collectief vertrouwen tussen Mediahuis, VP Exploitatie en TMG: het gevoel dat we allemaal achter een goed verdedigbare beslissing stonden. Daarvoor moesten we het van aannames hebben; je kunt niet in elkaars kaarten kijken. Het wegsturen van de RvB kwam ook voor ons als een verassing.” De Brauw: “Het heftigste van deze deal vond ik toch de emoties die er bij kwamen kijken, het menselijke gedrag in al zijn vormen. Het zijn toch belangrijke posities die op het spel staan en het gaat om de richting van de onderneming inclusief alle journalisten en andere werknemers. Het was een persoonlijke teleurstelling dat we de boel niet bij elkaar hebben weten te houden en de gevolgen voor de bestuurders niet hebben kunnen voorkomen.” Kemperink: “Ondanks alle emoties moeten er beslissingen worden genomen en als adviseur zorg je ervoor de discussie tot de kern te brengen en de RvC in staat te stellen een weloverwogen beslissing te nemen. TMG is in dat opzicht een schoolvoorbeeld van hoe governance in de praktijk moet functioneren.”

One tier board

Is daarmee ook de business case voor het inhuren van een eigen adviseur door de RvC sterker geworden? De Brauw: “Dat hangt in mijn optiek toch af van de specifieke situatie. Wanneer de RvC en RvB op één lijn zitten of alleen kleine meningsverschillen hebben, kan het juist handig zijn om dezelfde adviseur te hebben: die kan dan als mediator optreden en beide partijen weer bij elkaar brengen. Wanneer de RvC en RvB standaard een eigen adviseur hebben, wordt er van meet af aan gefocust op de eigen positie, hetgeen juist een escalerend effect kan hebben.” Kemperink: “Het inhuren van eigen adviseurs voor RvB en RvC zou niet tot escalatie behoren te leiden. Integendeel. Met twee goede adviseurs kun je waar nodig juist de-escalatie bereiken. TMG is daar een voorbeeld bij uitstek van. Wel zien we dat partijen tegenwoordig sneller geneigd zijn om te procederen: dat is opvallend. Reputaties staan op het spel en men wil goed voorbereid zijn en laten zien dat zorgvuldig gehandeld is. Een financiële adviseur is dan erg belangrijk, en voor de procesvoering is een juridisch adviseur vaak nodig.” Roelvink: “Ik ben mede door deze deal eigenlijk vooral enthousiaster geworden voor het one tier bestuursmodel, waardoor je zo’n extreme maatregel als het ontslaan van een bestuur niet nodig zou hebben. Een bestuur waarvan de meerderheid uit non executives bestaat, is voor een bedrijf in een overnamesituatie misschien een beter model. Met name rond transitiemomenten, belangrijke strategische beslissingen of crisissituaties is het beter een bestuur te hebben dat als het ware boven het dagelijks bestuur staat. Het afgelopen jaar heb ik nog een paar vergelijkbare situaties meegemaakt waarbij een one tier board makkelijker had kunnen opereren.”

Rechtszaak

De beslissing om het bestuur van TMG te schorsen viel bij Talpa uiteraard niet in goede aarde en het bedrijf van John de Mol, bijgestaan door Stibbe, spande een rechtszaak aan bij de Ondernemingskamer. Het zou de laatste ronde in het overnamegevecht worden. Op 15 maart togen alle betrokkenen en hun adviseurs naar het gerechtshof in Amsterdam. TMG-adviseur Maurice Dudink (Allen & Overy): “De voorzitter van de Ondernemingskamer zei dat hij nog nooit zoveel advocaten bij elkaar gezien had: de halve Zuidas was uitgelopen. Bij die zitting lagen alle feiten op tafel en het was soms spannend om veel van onze verstuurde e-mails terug te lezen. Het is raar om dan alle correspondentie die eerst zo vertrouwelijk was, nu zo openlijk de revue te zien passeren. Toch was die transparantie in ons voordeel. Zo hebben we al in januari met TMG een planning doorgenomen die rekening hield met de regulatoire deadlines waar Mediahuis tegenaan zou lopen. Zodoende konden we ook goed laten zien dat het bewuste telefoontje naar Talpa van Jan Nooitgedagt op 27 februari, waarin werd bevestigd dat door de problematiek rond dealzekerheid voorrang werd gegeven aan het consortium, in lijn was met wat steeds was besproken als een reële planning. Dat telefoontje werd eerder door Talpa als een machtsgreep afgeschilderd.” De Brauw: “Ik was echt onder de indruk van de professionaliteit, voorbereiding en focus van de Ondernemingskamer. De dossierkennis was uitmuntend en men legde meteen de vinger op de zere plek: hoe kan een partij die slechts 29% van de aandelen heeft dealzekerheid bieden als de concurrent 60% heeft en niet wil verkopen? Wat waren de afwegingen van het bestuur geweest? De vragen die bij iedereen leefden werden allemaal gesteld.” Roelvink: “Bij de Ondernemingskamer kon de familie Van Puijenbroek eindelijk goed uitleggen dat ze het beste voor hadden met TMG, dat voelde bevredigend. Voor de familie was het een puur strategische deal: men wilde het kernbedrijf repareren en de verkoopprijs was ondergeschikt aan het in goede handen krijgen van het kernbedrijf.” De Boer: “Toch probeerde Talpa steeds een wig te drijven met een hogere prijs, in de hoop dat meer bieden automatisch tot onderhandelingen zou leiden. Men stelde dat het ook helemaal niet zeker was dat VP nee zou zeggen als de prijs nog hoger zou liggen, maar bij de Ondernemingskamer wist Van Puijenbroek zijn keuze voor Mediahuis goed te onderbouwen.” Mediahuis-adviseur Jordi Wals (Linklaters): “Natuurlijk was John de Mol een bekende naam, maar Mediahuis had ook veel goodwill opgebouwd door de successen als eigenaar van NRC. Bijzonder aan de procedure bij de Ondernemingskamer was ook dat alles via Twitter en andere social media live naar buiten gebracht werd. Als advocaat ben je dat niet gewend, maar dit was een zaak die voor een belangrijk deel ook via de media werd gespeeld.”

De eisen van Talpa werden uiteindelijk door de Ondernemingskamer afgewezen en ook Talpa’s verzoek aan de Ondernemingskamer om een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van TMG, werd ingetrokken. Roelvink: “De Ondernemingskamer was daar duidelijk in: men geloofde niet dat het toegevoegde waarde zou hebben. Tijdens de zitting pelde de rechter iedere punt af, zodat er op geen enkel onderdeel nog een basis zou zijn voor een voorziening.” Na de uitspraak stonden alle seinen definitief op groen voor Mediahuis. Een knock-out bod van Talpa was nog mogelijk, maar werd eigenlijk door niemand meer verwacht. De Boer: “Begin december verkocht Talpa het opgebouwde belang aan Mediahuis en beloofden beide partijen de samenwerking voort te zetten. Ook nu nog zijn we enkele zaken aan het afwikkelen en we merken dat men bij Mediahuis en TMG nog steeds erg blij is dat de deal is gesloten. De stabiliteit is terug, er wordt weer over strategie gepraat, en de deal met Talpa is ook een win-win situatie.”

Bijzondere momenten

De Brauw: “Deze deal stond bol van de bijzondere momenten: van de lange aanloop met de price review en het getouwtrek om de aandelen van Delta Lloyd en Navitas, tot de schorsing van het bestuur en de zitting bij de Ondernemingskamer, waardoor ook de litigators van de kantoren erbij betrokken werden. Met name de moeizame relatie tussen de RvB en de RvC hebben bij mij wel tot slapeloze nachten geleid. Wij hebben steeds de vennootschap geadviseerd, vertegenwoordigd door RvB, RvC of beide, ook richting de bieders. Toen de RvC Guus en Sander had ingehuurd en de RvB ook advies kreeg van Freshfields, leidde dat soms tot gedenkwaardige momenten. Zo kan ik me nog goed herinneren dat Maurice en ik op een bepaald moment bij TMG voor een overleg zaten in een volle zaal met de RvC en RvB en management en hun advocaten. Het duurde niet lang voordat iedereen de zaal had verlaten voor onderlinge ruggespraak en wij daar met z’n tweeën overbleven als advocaten van de vennootschap.”

Bij het rondetafelgesprek waren aanwezig:

  • Jan Willem de Boer, advocaat/partner Linklaters
  • Jordi Wals, advocaat Linklaters
  • Jaap Geleijns, advocaat Linklaters
  • Bernard Roelvink, advocaat/partner De Brauw Blackstone Westbroek
  • Hanneke van Manen, advocaat De Brauw Blackstone Westbroek
  • Christiaan de Brauw, advocaat/partner Allen & Overy
  • Maurice Dudink, advocaat Allen & Overy
  • Guus Kemperink, advocaat/partner Kemperink Maarschalkerweerd
  • Sander Maarschalkerweerd, advocaat/partner Kemperink Maarschalkerweerd

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven