De wet stelt eisen aan deze samenwerking. Daarnaast heeft de (Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie) de Verordening Interdisciplinaire samenwerking uitgevaardigd. Hierin worden meer praktijkgerichte eisen genoemd voor de samenwerking tussen notarissen en bijvoorbeeld belastingadviseurs. De tuchtrechter toetst aan deze eisen en ook het Bureau Financieel Toezicht (BFT) en de KNB zien daarop toe. Volgens de KNB zijn de huidige voorwaarden werkbaar in de praktijk en zijn er geen signalen dat de kernwaarden van het notariaat met de huidige werkwijze op dit punt in gevaar zijn.
Risico’s beperken
Op de vraag hoe de fraude door Frank Oranje bij Pels Rijcken jarenlang aan de aandacht van toezichthouder BFT heeft kunnen ontsnappen schrijft Dekker dat het BFT niet kan garanderen, zoals dat ook voor alle andere toezichthouders geldt, dat iedere misstand aan het licht komt. Om zo effectief en efficiënt mogelijk toezicht te houden zijn er mechanismen in het leven geroepen om de risico’s te beperken, zoals het periodiek indienen van financiële gegevens bij het BFT en het risicogericht toezicht aan de hand van signalen, aldus Dekker.
Wel neemt het BFT in zijn onderzoek mee in hoeverre lering kan worden getrokken uit de affaire rond Frank Oranje en of er mechanismen en maatregelen zijn die dit hadden kunnen voorkomen.
Na de invoering van vrije tarieven in het notariaat in 1999 is de notaris niet vooral ondernemer geworden, schrijft Dekker, de ambtsbediening is nog steeds een kerntaak. Wel is de dienstverlening competitiever, moderner en klantgerichter geworden. Dat werd ook bewust nagestreefd door de regelgeving van 1999.