Partnerbijdrage van

Een volwassen gesprekspartner

Op grond van de Gerechtsdeurwaarderswet is de KBvG een zogeheten publiekrechtelijke beroepsorganisatie (PBO). Kenmerk van deze organisatievorm is dat zij kwaliteitseisen en andere regels voor de beroepsbeoefenaren kan stellen die gelden voor alle leden. Tevens kan zij toezien op de naleving daarvan. Karen Weisfelt, directeur van de KBvG en Nick Huls, emeritus-hoogleraar rechtssociologie vertellen hoe dit voor de gerechtsdeurwaarders als ‘ondernemende ambtenaren’ is geregeld.

Delen:

Een volwassen gesprekspartner
Karen Weisfelt (Foto: KBvG/Eric Fecken)

De deurwaarder is openbaar ambtenaar en ondernemer tegelijk. Als openbaar ambtenaar is hij het verlengde van de macht van de rechter en legt hij vonnissen ten uitvoer, bijvoorbeeld door het leggen van beslag of het uitvoeren van een ontruiming. Als ondernemer mag hij voor opdrachtgevers aanpalende werkzaamheden uitvoeren, zoals het innen van gelden. Waarom is er voor dit hybride systeem gekozen?
Karen Weisfelt: “Artikel 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet benoemt de ambtelijke taken van de deurwaarder. Dat zijn taken die hij bij uitsluiting van ieder ander mag verrichten, en die hij op grond van zijn ministerieplicht ook niet mag weigeren. In artikel 20 staat beschreven wat hij náást die ambtelijke taken mag doen. Dat is vrij breed, maar de voornaamste activiteit is het innen van gelden voor derden, ofwel incassowerkzaamheden. Het is ook niet meer dan logisch dat hij die werkzaamheden mag combineren met zijn ambtelijke werkzaamheden, omdat dat precies is waar hij de hele dag mee bezig is. Als een deurwaarder voor de deur staat met een dagvaarding, dan moet het ook mogelijk zijn om daar ter plekke met die debiteur te spreken over een betalingsregeling – anders zou hij enkel de dagvaarding kunnen achterlaten en rechtsomkeer moeten maken. Dus ja, de deurwaarder is daarmee ambtenaar en ondernemer in één. Hij is geen ambtenaar in dienst van de overheid, zoals de Belastingdeurwaarder. En daar zitten voordelen aan, maar ook nadelen. Een groot voordeel is dat de ondernemende deurwaarder meer genegen is tot innovatief gedrag en efficiënter werken. Een nadeel is dat hij net als iedere ondernemer met marktwerking, en dus met ondernemersrisico’s te maken heeft. Die risico’s worden zoveel mogelijk ingeperkt door wet- en regelgeving, door onafhankelijk toezicht door het Bureau Financieel Toezicht, door het hebben van kwaliteitsrekeningen, enzovoorts. Maar desalniettemin kan het gebeuren dat een deurwaarderskantoor ‘omvalt’.”

Een volwassen gesprekspartner
Nick Huls (Foto: KBvG/Eric Fecken)

Nick Huls: “Artikel 20 kent wel belangrijke beperking: al die commerciële activiteiten mogen enkel uitgevoerd worden voor zover het niet het aanzien van het ambt schaadt of de ambtelijke taak belemmert. Daar heeft de PBO een belangrijke sturende rol in: zij mag en moet regels uitvaardigen zodat deurwaarders die de normen overtreden gecorrigeerd kunnen worden.

Hoe ziet die sturende rol van de PBO er precies uit?
Karen Weisfelt: “Binnen de KBvG is alle expertise verzameld om richting te kunnen geven aan de goede beroepsuitoefening door de deurwaarder én goed ondernemerschap door de deurwaarder. Anders geformuleerd: we maken via een democratische route regels met elkaar, waar we elkaar vervolgens ook aan houden want ze hebben een verplichtend karakter. Want dat is het grote voordeel van een PBO ten opzichte van een branchevereniging: iedereen is verplicht lid en gezamenlijk vastgestelde regels gelden voor iedereen. Die regels kunnen ook tuchtrechtelijk worden afgedwongen. Die combinatie van een democratische basis en algemene geldigheid is een groot goed.”

Nick Huls: “Dit is een constructie die de deurwaarder delen met aanpalende juridische beroepen zoals de advocaten en notarissen, dus het moet ook weer niet als iets heel vreemds worden gezien. Maar het is wel wezenlijk iets anders dan bijvoorbeeld de makelaars of de incassobureaus. Die hebben zich ook verenigd in respectievelijk de NVM en de NVI, maar daar kan je gewoon uitstappen en beroepsmatig buiten die club opereren. Voor deurwaarders geldt dat niet.”

Hoe verhoudt de PBO zich tot andere ketenpartners, in het bijzonder het ministerie van Justitie en Veiligheid?
Karen Weisfelt: “De deurwaarders praten mee over de volle breedte van het maatschappelijk middenveld. Er is bijvoorbeeld zeer intensief en vruchtbaar overleg met de NVVK, vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren – maar ook met andere partijen. Het is een proces geweest waar we in zijn gegroeid, maar inmiddels worden we gezien als een volwassen gesprekspartner. Wat betreft de relatie tussen de KBvG en het ministerie: die is in zekere zin gelijkwaardig. Als PBO hebben we een wettelijke verankering, en het ministerie luistert naar de standpunten die de PBO inneemt. Er is regelmatig overleg met ministerie van Justitie en Veiligheid en ook met andere ministeries over wat onze mening is over bepaalde zaken. Soms zijn we het eens, soms ook niet, soms beweegt het ministerie en soms moeten wij bewegen. That’s all in the game – ons beider uitgangspunt is het goed functioneren van de rechtsstaat en van de beroepsgroep.”

Nick Huls: “Dat de KBvG niet aan de leiband van de overheid loopt, blijkt ook uit het feit dat meer dan driehonderd gerechtsdeurwaarders vorig jaar de Staat voor de rechter hebben gedaagd  wegens het mislopen van inkomsten door een fout van het ministerie van Justitie.”

Over schuldhulpverlening gesproken: de schuldenproblematiek was voor de coronacrisis al een maatschappelijk issue, en dat zal de komende jaren alleen nog maar heftiger worden. Wat gaat de weerslag daarvan zijn op de deurwaarders?

Nick Huls: “De enorme toename van de schuldenproblematiek is een maatschappelijk fenomeen met tal van onderling samenhangende oorzaken, zoals een doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt, onvoldoende gereguleerde kredietverlening aan consumenten, harde incasso door de overheid en marktwerking in de deurwaarderswereld. Het post-coronatijdperk vraagt dus alleen al om die reden om ingrijpende veranderingen.”

Karen Weisfelt: “Wij willen in het algemeen toe naar een grotere regierol voor de deurwaarder. Hij heeft er de expertise en technische knowhow voor. Die regierol voor de deurwaarder is ook de centrale gedachte achter de recente mediacampagne ‘Bellen is oplossen’. Door zelf, proactief contact te zoeken met de deurwaarder weet je sneller wat er mogelijk is en hoe dat eventueel geregeld kan worden. Wat de schuldenproblematiek betreft heeft de beroepsgroep de afgelopen jaren al veel instrumenten ontwikkeld die erg belangrijk zijn om het oplopen van schulden te voorkomen. Denk aan de VerwijsIndex SchuldHulpverlening (digitale gegevensuitwisseling tussen de NVVK en de KBvG om ervoor te zorgen dat de deurwaarder ervan op de hoogte is dat een schuldenaar zich in een schuldhulpverleningstraject bevindt – red.), het Beslagregister, de Schuldenwijzer, maar ook aan ons preadvies over de vereenvoudiging van de beslagvrije voet. We zijn nu volop aan het kijken of we die initiatieven nog verder kunnen opschalen.”

Nick Huls: “Daarbij: ik ben ervan overtuigd dat de wereld na deze crisis nog verder zal digitaliseren. En juist dan is het enorm belangrijk dat er een deurwaarder is die een informerende rol heeft en die net als de schuldhulpverleners een link vormt tussen de virtuele wereld en de fysieke wereld.”

Tot slot: hoe zien jullie de toekomst van de PBO?
Karen Weisfelt: “Die zie ik vol vertrouwen tegemoet. Dat gezegd hebbende: als je weet hoeveel er in zo’n PBO speelt, dan snap je meteen dat de bemensing cruciaal is. Daar speelt het bestuur een rol in, de ledenraad als beleidsmaker en zeker ook het bureau want dat is de stabiele factor. En uiteindelijk geldt dat voor ieder lid van de PBO want we kunnen niet zonder hun inbreng in commissies en werkgroepen. Zij moeten mee denken over de koers van de KBvG. We werken op dit moment aan een nieuw beleidsplan dat richting moet geven in de komende jaren. Want bestuurs- en ledenraadsleden, hoe enthousiast en bevlogen ook, komen en gaan – en dan is het erg belangrijk om een meerjarenvisie te hebben op de toekomst van het beroep. ”

Nick Huls: “Ik verwacht dat er de komende tijd een grotere onafhankelijkheid ten opzichte van de opdrachtgevers gevraagd gaat worden van de deurwaarders. Het is aan de PBO dat in goede banen te leiden.”

Delen:

Scroll naar boven