‘Handelszaken duren veel te lang’

Vooral commerciële handelszaken met grote claims hebben een veel te lange doorlooptijd. Rechtszoekenden gaan hieronder gebukt, zo blijkt uit klantwaarderingsonderzoeken en enquêtes onder ondernemers.

Delen:

foto: Depositphotos

Dat schrijven Remme Verkerk, cassatieadvocaat bij Houthoff en hoogleraar burgerlijk procesrecht, Frans van Dijk, hoogleraar empirische analyse van rechtssystemen, en onderzoeksassistent Dewy Pistora van de Universiteit Utrecht in een ingezonden artikel in het FD. Zij verwijzen hierbij naar een door hun uitgevoerd empirisch onderzoek naar doorlooptijden in handelszaken, waarbij zij de administratieve gegevens van de gerechten onder de loep namen.

Onzekerheid

Het duurt jaren voordat grotere commerciële geschillen zijn beslecht, concluderen de auteurs. Ondernemers betalen daarvoor volgens hen de prijs. Zij moeten door rechtszaken hun commerciële activiteiten stilleggen en voorzieningen treffen in hun jaarrekening. De lange doorlooptijden zorgt bij hen en hun werknemers bovendien voor onzekerheid.

Procedurele stappen

Uit het onderzoek van Verkerk, Van Dijk en Pistora blijkt dat zaken met een klein financieel belang meestal wel voortvarend verlopen, maar dat bij handelszaken met claims tussen de één en vijf miljoen euro een procedure in eerste aanleg gemiddeld bijna twee jaar duurt en in hoger beroep zelfs meer dan twee jaar.

Vooral procedurele stappen zorgen voor die vertraging. Zo duurt de uitwisseling van schriftelijke stukken in eerste aanleg gemiddeld 192 dagen en in hoger beroep 223 dagen, en het wachten op de mondelinge behandeling respectievelijk 142 en 205 dagen. En het duurt nog eens respectievelijk 178 en 208 dagen voordat er uitspraak wordt gedaan.

Geen goede weerspiegeling

Volgens de auteurs weerspiegelen deze doorlooptijden lang niet altijd de tijd die echt nodig is voor het oplossen van een zaak. Vaak gaan procedures over hetzelfde geschil. Na een procedure waarin is vastgesteld dat de gedaagde aansprakelijk is volgt bijvoorbeeld een tweede procedure over de hoogte van de schadevergoeding. In beide zaken kan men in hoger beroep. In zo’n geval worden in de Rechtspraak-administratie vier procedures van zo’n twee jaar geregistreerd. Maar vanuit het perspectief van de eiser is er sprake van één geschil, aldus de auteurs. “Hij moet immers meer dan acht jaar wachten alvorens hij krijgt waar hij recht op heeft.”

In strijd met EVRM

Duurt een procedure in één instantie langer dan twee jaar, dan wordt in beginsel niet voldaan aan de vereisten van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, schrijven Verkerk, Van Dijk en Pistora. Dit roept volgens hen de vraag op hoe bruikbaar het Nederlandse rechtssysteem is voor ondernemers.

Oorzaken

De vertragingen worden deels veroorzaakt door een gebrek aan capaciteit bij de Rechtspraak. Maar ook de procescultuur, waarbij advocaten elkaar te gemakkelijk uitstel verlenen, en het ruimhartig toestaan van hoger beroep en cassatie zorgen voor de veel te lange doorlooptijden, aldus Verkerk, Van Dijk en Pistora. Zij roepen rechters, advocaten en partijen op deze problematiek samen aan te pakken.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven