Hoge Raad weigert minder aan de poort

Delen:

In 2017 heeft de Hoge Raad fors minder 80a-zaken gekend. Werden er in 2016 nog 68 zaken bij de poort afgewezen, in 2017 gebeurde dat maar tien keer. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Hoge Raad.

De advocaat-generaal kan op basis van artikel 80a Wet op de rechterlijke organisatie concluderen dat een cassatiemiddel onvoldoende sterk is. Dan wordt al bij de voordeur van de Hoge Raad gezegd dat het feest niet doorgaat – zo’n weigering bij de poort wordt vaak gezien als een diskwalificatie van de cassatieadvocaat. Gebeurde dat in 2016 nog 68 keer, vorig jaar slechts tien keer.

Uit het jaarverslag blijkt ook dat de gemiddelde doorlooptijd van civiele zaken bij de Hoge Raad in 2017 355 dagen bedroeg – negen dagen meer dan in 2016. Ook bij de strafkamer ging het iets trager: 237 dagen (232 dagen een jaar eerder). Bij fiscaal werd echter wat winst geboekt: 255 dagen, tegen 266 dagen in 2017.

De civiele kamer kreeg een iets lagere instroom te verwerken dan vooraf was bedacht: 425 zaken, hoewel was gerekend op 480. De instroom bij de strafkamer bedroeg 4785 zaken, bij de belastingkamer was dat 818 zaken. In 2017 werd één keer een lid van de Hoge Raad gewraakt (in 2016 nog drie), maar dat werd niet ontvankelijk verklaard.

De Hoge Raad betaalt jaarlijks 22 miljoen euro aan personeelskosten. President Feteris verdient 178 duizend, procureur-generaal Silvis 175 duizend en directeur bedrijfsvoering Rothscheid verdient 135 duizend euro.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven