De onderzoekers ontvangen de premie voor hun ‘uitmuntende, baanbrekende en inspirerende werk’. Bij de Spinozapremie ligt de nadruk op het wetenschappelijke werk en fundamentele vraagstukken, bij de Stevinpremie gaat het vooral om de maatschappelijke impact. De vier wetenschappers krijgen ieder anderhalf miljoen euro, te besteden aan wetenschappelijk onderzoek en activiteiten met betrekking tot kennisbenutting.
Lichtend voorbeeld
Corien Prins (1961) is hoogleraar Recht en Informatisering en voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Zij doet al jaren onderzoek naar de rechten van burgers in een tijd van toenemende digitalisering. Ze staat hoog aangeschreven op het aanvankelijk embryonale gebied van recht en (informatie)technologie, zowel nationaal als internationaal. Ze is in staat gebleken om zowel de juridische gemeenschap als beleidsmakers te helpen om de kloof tussen wetenschap en beleid te overbruggen. “Corien Prins is een groot pleitbezorger van kennis in beleid, maar weet ook als geen ander hoe moeilijk dit in de praktijk te brengen is. Het is haar missie om wetenschappers beter te laten inzien hoe beleidsvorming werkt. (…) Als lichtend voorbeeld bestookt zij zelf beleidsmakers met kennis uit haar vakgebied, namelijk de rechten van burgers in een tijd van toenemende digitalisering”, aldus NWO.
Raswetenschapper
Prins is verbonden aan TILT (Tilburg Institute for Law Technology and Society), een onderzoeksgroep op het terrein van recht en informatisering. De rector van Tilburg University, Wim van de Donk, spreekt van een ‘raswetenschapper’. Volgens hem betekent de prijs tevens een bijzondere waardering voor de Faculteit Rechtsgeleerdheid, die dit jaar haar zestigste verjaardag viert, en waarvan Corien Prins “zonder enige twijfel een der toonaangevende hoogleraren is”.