Een aantal prominente Nederlanders gaat de Rechtbank Overijssel gevraagd en ongevraagd adviseren op allerlei beleidsterreinen zoals communicatie en social media. Het bekendste lid van deze Raad van Advies is tv-presentator Humberto Tan. Ger Vermeulen, vicepresident van de rechtbank, is trots: “Een frisse blik van mensen die maatschappelijk hun sporen hebben verdiend. Wij verwachten er heel veel van.”
De Rechtbank Overijssel heeft recent een Raad van Advies in het leven geroepen om haar gevraagd en ongevraagd en spiegel voor te houden over zaken als beleids- en kwaliteitsdoelen, communicatie, social media, klachtbehandeling, omgevingsanalyse en het vertalen van landelijke thema’s naar lokaal niveau. Naast Humberto Tan zijn door het gerechtsbestuur ook de volgende leden benoemd: Henk Kesler (oud-advocaat en voormalig KNVB-directeur), Herman Hazewinkel (oud-bestuursvoorzitter van VolkerWessels) en Ton Hol (hoogleraar encyclopedie van het recht en rechtsfilosofie aan de Universiteit Utrecht en rechter/raadsheer-plaatsvervanger). De bedoeling is dat de Raad twee tot drie keer per jaar samen met het gerechtsbestuur vergadert. De Rechtbank zoekt nog naar een vijfde lid. Dat moet iemand worden met kennis en ervaring uit de medische sector. Bij voorkeur een vrouw. De leden van de Raad van Advies worden voor hun werk niet betaald. Wel ontvangen zij een vergoeding in de onkosten.
Vooral de laatste jaren wordt de Rechtspraak door de buitenwereld gezien als een nogal op zichzelf gerichte organisatie. Ger Vermeulen, vicepresident van de Rechtbank Overijssel: “We zouden niet weten wat zich in de samenleving afspeelt. Dat is natuurlijk onzin en dat heb ik ook altijd geroepen, maar dat beeld bestaat nu eenmaal. Met zo’n Raad van Advies kun je daar wat aan doen. Daarmee zijn we nog transparanter en blijven we in contact met de maatschappij.” Maar rechters hebben toch ook allerlei nevenfuncties met onder meer als doel om maatschappelijk betrokken te zijn? “Dat is zo”, zegt Vermeulen. “Maar dat is misschien niet genoeg. De Raad zorgt voor een extra dimensie. Het kan heel verfrissend zijn om mensen van buitenaf naar je organisatie te laten kijken.”
Zo zou de Raad kunnen adviseren over de publiciteitsaanpak van het gerecht. “Wij zijn continu op zoek naar hoe wij ons het beste kunnen profileren in de media. Waaraan moet je als rechter wel of niet meedoen? Over welke vonnissen moet je als rechter in de pers meepraten? En hoe doe je dat dan? Humberto Tan heeft daar ideeën over. Als echte mediaman met veel affiniteit met het recht weet hij precies wat je juist wel of niet moet doen. Daarbij is hij een prima jurist. Wij vinden het geweldig om dit soort onderwerpen met hem te kunnen bespreken. En ik weet dat hij het heel plezierig vindt dat wij hem hiervoor gevraagd hebben.” Van Henk Kesler en Herman Hazewinkel hoopt het gerechtsbestuur te horen hoe het bedrijfsleven nu eigenlijk tegen de rechtspraak aankijkt en wat de rechtbank eventueel anders en beter zou kunnen doen.
Het is niet uniek dat de Rechtspraak op deze manier de hulp van vooraanstaande buitenstaanders inschakelt. Er zijn steeds meer rechtbanken die met een Raad van Advies de samenleving proberen binnen te halen. Dat zou door de Raad voor de rechtspraak ook sterk worden gestimuleerd. Hoogleraar Ton Hol is in ieder geval blij dat hij deel mag uitmaken van de Overijsselse Raad. Hij zal het gezelschap voorzitten. “Ik wil graag meedenken met de organisatie over vooral de veranderende rol van de rechtspraak in de samenleving. Dit betekent dat verder moet worden nagedacht over hoe met de burger te communiceren, hoe procedures en procederen beter bij de wensen van de samenleving te laten aansluiten en hoe de burger daarbij te betrekken.” Daarbij wil Hol ook inzichten uit binnen- en buitenlands wetenschappelijk onderzoek inbrengen en vertalen naar de praktijk van alledag. “Ik weet uit ervaring dat rechters en andere actoren binnen de rechtspleging zelf vaak met creatieve oplossingen komen. Ik hoop met mijn kennis die creativiteit te ondersteunen.”
Vermeulen kan in dit stadium nog niet zeggen wat het eerste vraagstuk is dat hij de Raad wilt voorleggen. “Daarvoor is het nog te vroeg. We komen binnenkort eerst bij elkaar om te bespreken wat we nu precies van elkaar kunnen verwachten.” Vermoedelijk zullen we nooit te weten komen van welk advies de buitenstaanders de rechtbank precies zullen bedienen. De adviezen aan het rechtbankbestuur zijn namelijk vertrouwelijk en bovendien niet-bindend. “De rechtbank blijft helemaal autonoom. En zo hoort het ook te zijn.” Aldus de vicepresident.