In 1854 overleden, in 2025 anoniem in een vonnis: ‘Doorgeslagen anonimisering’

Hoe ver moet de Rechtspraak gaan bij het anonimiseren van rechterlijke uitspraken? Dat vraagt voormalig advocaat Willem van Tongeren zich af in een publicatie in het Nederlands Juristenblad, naar aanleiding van een recent vonnis waarin de in 1854 overleden kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop nog wordt geanonimiseerd.

Delen:

In 1854 overleden, in 2025 anoniem in een vonnis: ‘Doorgeslagen anonimisering’ - Mr. Online
Beeld: Depositphotos

“Een omvangrijke en in kunsthistorisch opzicht belangrijke collectie schilderijen (‘collectie [erflater]’) is bij testament van 1847 onder voorwaarden gelegateerd aan de Gemeente Amsterdam”, valt te lezen in een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van januari van dit jaar. “Erflater [erflater] is in 1854 overleden en het legaat is door de Gemeente aanvaard.”

Zoals te doen gebruikelijk heeft de Rechtspraak namen van personen in de uitspraak geanonimiseerd conform de Pseudonimiseringsrichtlijn. Voormalig advocaat Willem van Tongeren vraagt zich in een opiniestuk in het Nederlands Juristenblad (NJB) echter af of de anonimisering in dit soort gevallen niet doorslaat. “Wat is de zin ervan hem zeven generaties na zijn dood te ‘pseudonimiseren’?”

Testamentaire last

In de zaak in kwestie vroeg de gemeente Amsterdam aan de rechter toestemming om een aantal schilderijen uit de collectie van kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop tijdelijk in bruikleen te geven aan een ander museum, ten behoeve van een tentoonstelling. Van der Hoop overleed in 1854 en liet zijn volledige collectie toentertijd per testament na aan de gemeente: 250 schilderijen, waaronder werken van Rembrandt van Rijn, Frans Hals en Johannes Vermeer.

Onderdeel van de testamentaire last is dat de collectie “steeds by elkander zal moeten blyven, zonder eenige andere bestemming te mogen erlangen”. Met die testamentaire last zat de gemeente in haar maag, want tegenwoordig is het zeer gebruikelijk om kunstwerken uit te lenen aan musea over de gehele wereld ten behoeve van tentoonstellingen. Men besloot het vraagstuk daarom voor te leggen aan de civiele rechter.

Leesbaarheid

“Het gaat mij niet om de inhoud van de uitspraak, die ik overigens wel begrijp”, schrijft voormalig advocaat Van Tongeren naar aanleiding van de gepubliceerde uitspraak. “Het gaat mij erom dat (ook) deze alom bekende Amsterdammer in de uitspraak anoniem moet blijven. Ik vind dit geval een duidelijk voorbeeld van een geval waarin de Pseudonimiseringsrichtlijn in de rechtspraak doorschiet.”

Hoewel Van der Hoop een bekende Amsterdammer was en al bijna twee eeuwen geleden overleed, wordt hij consequent geanonimiseerd in de uitspraak. Niet bevorderlijk voor het begrip van de uitspraak, zo vindt de advocaat in ruste: “Slachtoffers van de anonimisering zijn in ieder geval de leesbaarheid van uitspraken evenals het gemak van het onthouden van gevallen met sprekende namen. Beter zou zijn per geval te overwegen of anonimisering functioneel is of écht nodig.”

En de uitspraak zelf? Daar zal de gemeente Amsterdam verheugd over zijn: “De rechtbank verklaart voor recht dat het tijdelijk in (onder)bruikleen geven van de schilderijen van de collectie [erflater] aan tentoonstellingen buiten het Rijksmuseum en Amsterdam Museum is toegestaan volgens de aan het legaat [erflater] verbonden testamentaire last.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven