De 53-jarige man handelde tussen 2005 en 2008 illegaal in hennep, en verdiende daarmee ruim 527.000 euro. Zijn advocaat liet toen weten dat daarover al 356.000 inkomstenbelasting was betaald. Ook was bij de aanhouding van de hennephandelaar een aantal voertuigen in beslag genomen met een totale waarde van bijna 59.000 euro. De waarde van de voertuigen en de inkomstenbelasting heeft het hof toen in mindering gebracht op het terug te betalen bedrag. Dat werd uiteindelijk vastgesteld op 114.130 euro.
Het OM stelde echter cassatie in na deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelde op basis van een uitspraak uit 1998 van de Hoge Raad, dat het hof de inkomstenbelasting niet in mindering had mogen brengen op het verdiende bedrag. Daarom was de zaak teruggewezen naar het hof voor een nieuwe behandeling. Nu oordeelt het Bossche hof dat de inkomstenbelasting niet van het verdiende bedrag mag worden afgetrokken, wel de waarde van de voertuigen. Omdat de behandeling van de zaak langer dan nodig is heeft geduurd, vindt het hof een ‘korting’ van 5.000 euro op haar plaats. Dat betekent dat de man een bedrag van 463.215 euro moet terugbetalen.
Als in de executiefase blijkt dat de eerder betaalde belasting niet te verrekenen is met het ontnemingsbedrag dat hij moet betalen, kan de man een verminderingsverzoek indienen. Het OM heeft laten weten niet onwelwillend te zullen staan tegen zo’n verzoek.
