Starter van de week is Irene Spierings. Voor haar beëdiging kreeg ze de eigen toga van haar vader, die hij van zijn ouders had gekregen. “Daarin staan nu allebei onze namen en beëdigingsdata geborduurd. Mijn vader is in december 1983 en ik in december 2018 beëdigd, dus op de maand af precies 35 jaar later. Zo vader, zo dochter!”
Irene Spierings (26) werkt bij NautaDutilh N.V. in Amsterdam op de afdeling Corporate Crime and Internal Investigations. Zij studeerde af in 2017 aan de Universiteit Leiden op Straf- en strafprocesrecht. In maart 2019 is zij gestart met de beroepsopleiding.
Wanneer heb je besloten dat je advocaat wilde worden?
Vanaf het moment dat ik ging studeren wist ik dat ik strafrecht wilde doen en dat ik de advocatuur in wilde. Mijn vader was strafrechtadvocaat, dus de advocatuur is mij met de paplepel ingegoten. Ik ben altijd gefascineerd geweest door zijn verhalen en door alle arresten die ik moest bestuderen tijdens mijn studie en was vastberaden om mensen of bedrijven te helpen die als verdachte worden aangemerkt. Toen ik vervolgens stage ging lopen in de advocatuur was ik helemaal verkocht.
Wat is je leukste ervaring tot nu toe?
De beëdiging, in 2018, was een heel mooi en bijzonder moment. Een andere leuke ervaring was het begin van mijn advocatenbestaan. De eerste periode bij NautaDutilh zit je met alle ‘nieuwelingen’ vier maanden lang in het NautaDutilh Institute. Dit is een intern opleidingsprogramma waarbij je werkt aan rechtsbijstandszaken en waarin je leert hoe alles binnen kantoor en de advocatuur werkt. Met z’n tienen hebben we heel veel geleerd, omdat je in het diepe wordt gegooid. Daarnaast hebben we ontzettend veel lol gehad en zijn we een heel hechte groep geworden en gaan we ook weekendjes weg met elkaar.
Je bent ook docent Strafrecht geweest aan de Universiteit Leiden. Hoe ervaar je het verschil en de samenhang tussen theorie en praktijk?
Op de universiteit moet je de theorie heel goed beheersen om het goed te kunnen uitleggen aan studenten, dus de basis van het strafrecht zit er heel goed in. En alle angst, voor zover ik die al had, voor spreken in het openbaar en voor grote groepen is ook compleet verdwenen.
Het grootste verschil is denk ik wel het toepassen van de rechtsregels. In de praktijk moet je ‘de theorie’ niet alleen kennen, maar moet je zelf ook echt invulling geven aan die ‘omstandigheden van het geval’. Daar vind je tegelijkertijd ook de samenhang; hoe beter je de theorie beheerst, hoe beter je die invulling kunt geven.
Wat zou je anders doen als je in een tijdmachine kon springen naar vier jaar geleden?
Ik heb volledig genoten van mijn studie- en studententijd, maar ik had misschien wel nog meer leuke stages of bijbaantjes willen doen. Als student heb je alle vrijheid om al je interesses en nieuwsgierigheden te ontdekken en te doen wat je leuk vindt, bijvoorbeeld door middel van het lopen van stages en het opdoen van buitenlandervaring. Als je eenmaal bent afgestudeerd en aan het werk bent, komt dat er niet meer zo snel van.
Waar zie je jezelf over vijf jaar?
Dan ben ik geen advocaat-stagiair meer en hoop ik associate bij NautaDutilh te zijn. Daarnaast zou ik graag af en toe een gastles willen geven aan studenten die interesse hebben in White-Collar Crime.
Op termijn zou ik graag nog een proefschrift willen schrijven dat betrekking heeft op mijn rechtsgebied, want naast de praktijk draag ik de wetenschap ook een warm hart toe.
Weet jij ook iemand die Starter van de week zou kunnen zijn? Mail dan naar: starter@mr-magazine.nl.
