Hoofdpersoon in Help me is Roosmarijn. Zij runt samen met haar man Bart-Jan een advocatenkantoor in Amsterdam-Zuid. Bart-Jan is een workaholic, met een vastgoedpraktijk. Roosmarijn staat psychiatrisch patiënten bij die geconfronteerd worden met gedwongen opnames.
Onderweg naar het kinderdagverblijf om haar dochter op te halen, gaat ze tanken. Als ze haar handen staat te wassen in het damestoilet krijgt van een jonge vrouw een briefje in haar hand gedrukt, met daarop ‘help me’. Ze besluit de auto waarin de vrouw met een onguur type achter het stuur vertrekt, te volgen. Zo belandt ze op een afgelegen industrieterrein. Ze betreedt een verlaten bedrijfspand, op zoek naar de vrouw. Ze vindt de vrouw niet, maar struikelt wel over een lichaam. Het is Patricia, een van haar cliënten. Patricia is dood. Vermoord. Met een mes. De politie arriveert en neemt Roosmarijn mee. Ze wordt verdacht van de moord op Patricia en belandt in een politiecel.
Tot hier is het een spannend, goed geschreven verhaal. Het brengt je in vertwijfeling: is dit echt, is het een nare droom? Is Roosmarijn doorgedraaid en heeft ze Patricia vermoord?
Tony Chocolonely
Nu ben ik zelf strafrechtadvocaat en sta ik daarnaast ook psychiatrisch patiënten bij. De auteur van het boek is mij gaandeweg het boek kwijtgeraakt door vele zaken die niet kloppen met de werkelijkheid. Dat ervaar ik als storend.
Roosmarijn neemt bijvoorbeeld een goede vriendin die strafrechtadvocaat is in de arm. Dat kan, maar verstandig is het niet. Als Roosmarijn wordt verhoord, is haar advocaat daar niet bij. Niet realistisch. Daar ben je (ik) echt wel bij.
Roosmarijn heeft in deze fase vrijelijk telefonisch contact met haar man. Hij bezoekt haar ook met haar advocaat. En zij vormen samen haar verdedigingsteam. Onwerkelijk.
Als Roosmarijn vermoedt dat haar advocaten een relatie hebben, schakelt ze een andere advocaat in. Die advocaat neemt bij elk bezoek een reep Tony Chocolonely mee. Voor na het bezoek. Dat is in werkelijkheid niet toegestaan.
De eerste inhoudelijke zitting vangt – heel Amerikaans – aan met een openingsstatement en een eis van tien jaar. Zo gaat het niet.
In de gevangenis is het intussen een soort Orange Is The New Black (Netflix-serie). Waarbij ik me niet helemaal kan ontdoen van een vergelijking met Inez Weski in de gevangenis.
Tot slot is in Help me vanaf de aanhouding van Roosmarijn (te) gedetailleerd beschreven hoe allerlei zaken verlopen. Het plot daarentegen ontplooit zich in sneltreinvaart, en is oppervlakkig en met weinig diepgang uitgewerkt.
Teleurgesteld
Ik blijf achter met de vraag waarom tijdens het schrijfproces geen strafrechtadvocaat is benaderd met de vraag om uitleg over de positie van een voor moord aangehouden verdachte, de rol van de advocaat, en hoe een strafzaak op zitting loopt.
In potentie is Help me een goede psychologische thriller. Maar omdat het inhoudelijk op veel punten niet klopt met de werkelijkheid, raak ik gaandeweg het leesproces teleurgesteld in het an sich spannende verhaal.
Nancy Dekens is advocaat bij Dekens Aytemur Strafrechtadvocaten in Amsterdam.
Ilse Ruijters, Help me, Ambo Anthos Uitgevers
- Pluspunt: leest vlot
- Minpunt: juridisch onrealistische werkelijkheid
- Aantal sterren: 2