Ook een van de grootste werkgevers van Nederland, Defensie, heeft een flexibele schil. Die wordt gevormd door een kleine achtduizend reservisten, mensen die zich parttime inzetten voor de landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee. Defensie adverteert openlijk voor reservisten, en zoekt weg- en waterbouwkundigen, cyberspecialisten, bankiers, tolken en ook: juristen.
Leuk en waardevol

Een van hen is advocaat Vincent van Cruijningen (Capra Advocaten, Den Bosch). Na zijn afstuderen – hij volgde tijdens zijn rechtenstudie de vakken militair straf- en tuchtrecht – moest hij in dienst. Lichting 95-1 was een van de laatste. Daarna tekende hij een jaar bij als beroepsmilitair en werd vervolgens enkele jaren burgerjurist bij Defensie. Die overstap ging gepaard met een benoeming bij het reservepersoneel. “Er zijn advocaten en rechters die zich als reservist met enige regelmaat op uitzending laten sturen en zo bijdragen aan herstel van de rechtsorde elders. Heel leuk en waardevol allemaal.”
Spijkerbroek
Of neem advocaat Lotte Janse (Delissen Martens, Den Haag). Zij had juist geen militaire ervaring toen ze reservist werd. Zij komt van Texel, de marinebasis ligt in de achtertuin van haar ouderlijk huis. Deed ook militairrechtelijke vakken tijdens haar studie. Ze werd eerst reservist en daarna advocaat. Nu staat zij militairen bij in rechtspositionele procedures, zoals schorsing en ontslag, en veteranen in schadevergoedingsprocedures. Ook doet zij militaire strafzaken. Omdat zij nooit in dienst is geweest, is zij een ‘spijkerbroek’. “Als reservist kun je kiezen waarvoor je je wel en niet wilt inzetten. Dus heel flexibel.”
Op de schietbaan
Advocaat Bart Damen heeft wel een lange weg afgelegd bij Defensie. Hij wilde na de middelbare school het leger in, maar door het grote aanbod aan kandidaten zat dat er toen niet in. Nog voor zijn afstuderen werd hij opgeroepen, hij ging alsnog naar de KMA maar werd uiteindelijk dienstplichtig officier bij de infanterie. Zijn scriptie schreef hij daarna. Hij kwam als reservist terecht bij de Militair Juridische Dienst van de Landmacht, als verbindingsofficier, legal advisor bij een luchtmobiele divisie en raadsman bij de mobiele rechtbank. Damen werkte ook als advocaat bij een militaire vakbond. Sinds 1995 is hij advocaat militair recht, maar doet ook ambtenaren- en strafrecht, tegenwoordig bij Tripels Advocaten (Maastricht). Na zijn diensttijd is hij altijd reservist gebleven. “De afwisseling is leuk: in een kameraadschappelijke sfeer militair-juridisch bezig zijn, maar ook de bossen in en op de schietbaan staan. En je draagt wat bij aan de Nederlandse samenleving.”
Sporttest

Het advocatenleven, dat begon Erik Berg na negen jaar tegen te staan. “Ik was alleen maar aan het werk en leefde op diepvries- en afhaalmaaltijden. Met een overstap naar de Rechtspraak probeerde ik mijn leven weer terug te krijgen, want: normalere werktijden, ruimte om te sporten en om nieuwe vrienden te leren kennen.” Juist in die tijd loopt hij in Hengelo langs een banenwinkel van Defensie. Zijn oog valt op een folder van de Nationale Reserve. Een week later zit hij bij een presentatie van een sergeant die vertelt wat je allemaal kunt doen. “Voor mijn aanmelding moest ik wel eerst een sporttest doen. Een goede incentive om ook daadwerkelijk in beweging te komen.” Voor Berg komt een jeugddroom uit: na de middelbare school wilde hij naar de KMA, dat lukte toen niet – nu zit hij alsnog bij Defensie, naast zijn hoofdbaan als strafrechter in de rechtbank Den Haag.
Oefenvijand
Berg begon bij het Korps Nationale Reserve, in de rang van soldaat. Dat betekende: twee tot drie oefenavonden en een zaterdag per maand. “Als soldaat ben je lekker buiten. Samen met anderen opdrachten uitvoeren, zonder al te veel te hoeven denken. In het bos slapen of ‘s nachts op wacht staan in een compound op een oefenterrein, wachtend op ‘de vijand’ – achter elke boom kan die tevoorschijn komen –, veel sporten en schieten. Ik was ook een keer oefenvijand tegenover de ME, bij het Goffertstadion in Nijmegen. We zijn een weekend naar de Eifel geweest om een eenheid van beroepsmilitairen te beveiligen. In dikke sneeuw hebben we eens geholpen bij een gebroken hoogspanningskabel in Haaksbergen. We hebben de Vierdaagse gelopen. Dit alles is leuk voor mezelf en nuttig voor Nederland.”
Zelfhulp en kameraadhulp
Sommigen zijn reservist vanwege hun specifieke kennis en ervaring, anderen om hand- en spandiensten te verrichten. Iedereen die zich aanmeldt krijgt een verkorte algemene militaire opleiding. Janse, die in 2021 reservist bij de marine werd: “Tijdens mijn algemene militaire opleiding verbleef ik een paar keer enkele dagen op een kazerne. Daar leer je de basisprincipes van het zijn van militair: hoe maak je een wachtloopschema, hoe zet je een boogtentje op, hoe maak je maquettes in de natuur, hoe ga je om met voeding, hoe werkt groepsdynamiek. En je leert wapenbehendigheid. Het gaat ook over ZHKH, zelfhulp en kameraadhulp bij levensbedreigende letsels.” Iemand met een universitaire achtergrond krijgt na gebleken geschiktheid en het succesvol afronden van de korte officiersopleiding de rang van officier, en daarbij horen een leiderschap- en communicatietrainingen. Voor het zover was deed Janse als ‘externe’ (de ‘spijkerbroek’) mee aan de blauwspuitweek. “Ze ‘spuiten’ je blauw, je wordt dan onderdeel van de marine. Je leert hoe de marine eruitziet: de organisatie, de commandostructuur en je slaapt op een van de schepen van de marine, in mijn geval de Zr. Ms. Johan de Witt.”
Oefeningen
Van Cruijningen vond de rol van burgerjurist bij Defensie ‘een heel goede leerschool’. “Maar ik vroeg me af: wil ik dit tot mijn pensioen doen? Toch niet, en zo ben ik in de advocatuur beland, gecombineerd met een redelijk actief reservistenbestaan.” Hij verzorgt af en toe een lezing voor militairen, doet een aantal keren per jaar mee met een oefening (‘functietraining’) en volgt ‘groene dagen’ voor het onderhouden van de militaire vaardigheden, overnacht dan in een tentje en doet schietoefeningen. “Je wordt geacht inzetbaar te zijn, ook bij een eventuele uitzending. Daarvoor moet je deze oefeningen doen.”
Oefentoelages
Dat duurt doorgaans enkele dagen, met een weekend ertussen, en dat moet wel worden afgestemd met het kantoor. Er is vanuit Defensie employer support, zodat de werkgever weet wat het betekent als een van de medewerkers reservist is, ook in rechtspositionele zin. De reservist zelf krijgt oefentoelages en het salaris dat hoort bij zijn rang. “Dat is helemaal niet slecht”, zegt Van Cruijningen. “De beloning zal voor de meesten geen belemmering zijn.”
Veteranendagen

Zo staat ook Janse erin: “Betaling is afhankelijk van het aantal uren dat je wordt ingezet. Maar ik doe het niet voor het geld, ik kijk eigenlijk nooit op mijn loonstrookje van Defensie.” Zij heeft met de marine afspraken gemaakt over hoeveel uur zij inzetbaar moet zijn. Meestal is dat in het weekend of in de avonduren. Zij is actief op veteranendagen en op de vlootdagen. Zij heeft een keer meegedaan met het testen van nieuwe tenues, in SnowWorld in Terneuzen, dus onder winterse omstandigheden. Meerdere keren per jaar geeft ze tijdens de algemene militaire opleiding voor nieuwe marinereservisten het vak militair recht. “Daarbij kan ik putten uit mijn ervaring als advocaat. Andersom kan ik militairen beter bijstaan, omdat ik als reservist Defensie goed ken. Dat schept ook sneller een band met mijn cliënten.”
Uruzgan
Voor Berg voelde Nederland snel wat klein. Hij wilde worden uitgezonden, maar bij de Nationale Reserve was dat jaren geleden nog niet mogelijk. Daarom maakte hij de overstap naar het Civiele en Militaire Interactie Commando, een eenheid van de Landmacht waar nu zo’n zeshonderd reservisten zitten die de bijzondere expertise die zij in hun dagelijkse werk hebben, ter beschikking stellen aan Defensie. Hij werd officier en ging naar Uruzgan (Afghanistan) met als taak het ondersteunen van lokale rechters, officieren van justitie en gevangenispersoneel. “Heel interessant om te werken met collega’s in zo’n bijzonder buitenland. Ondertussen probeer je bij te dragen aan de ontwikkeling van de rechtstaat daar.” Later ging hij ook naar Kunduz (Afghanistan), Mali, Italië en Irak. Ook Damen vertrok naar Kunduz. Als hij een paar dagen of soms een week wordt opgeroepen, dan moet hij regelen dat iemand anders zijn zaken behartigt. Dat was anders toen hij in 2012 voor ruim drie maanden werd uitgezonden naar Afghanistan. “Dan moet je iemand zoeken die je zaken overneemt, anders had dat niet gekund. Maar dat bleek geen probleem.”
Doorzettingsvermogen
“Binnen Defensie moet je altijd als groep functioneren”, zegt Janse. “Het is mooi als je samen met een groep een bepaalde taak moet vervullen. Er ontstaat dan een zekere dynamiek. Daardoor kom je, zeker tijdens zware momenten in de opleiding, tot de kern van jezelf. Als je weinig slaapt, weinig eet, constant in een vaste structuur zit, dan kom je jezelf tegen. Dan leer je heel goed wat jouw karaktereigenschappen zijn, je verbeterpunten en je doorzettingsvermogen. Verder vind ik het buitenleven een enorme aanvulling op mijn kantoorbaan. Het beroep van advocaat kan best stressvol zijn. Als reservist leer je omgaan met werkdruk, tijdsdruk en prestatiedruk. Ik kan het alle advocaten aanraden. Mijn kantoor is enthousiast over mijn werk als reservist.”
Can do-mentaliteit
Van Cruijningen denkt bij zijn reservistenbestaan vooral aan de onderlinge kameraadschap. “Collegialiteit is heel belangrijk. Het gaat ook om een can do-mentaliteit: samen problemen aanpakken. In het leger krijg je dat er met de paplepel ingegoten en in je advocatenpraktijk neem je dat over. En als je vertrouwd bent met de militaire omgeving, heb je in de ogen van cliënten die militair zijn een streepje voor. Als je een zaak voor hen doet, hebben ze vertrouwen in jou.”
Kruisbestuiving

Ook Damen spreekt van een ‘kruisbestuiving’ tussen zijn werk als reservist en als advocaat. Het kost hem wat tijd, maar het levert meer op, als is het maar fit blijven. Hij kan het iedereen aanraden. “Voor iedere jurist kan het een verfrissing zijn om met militair recht in aanraking te komen. Uitzending als reservist voelt ergens als een vakantie, maar het is natuurlijk serieus hard werken en niet van gevaar ontbloot. Het is prettig omdat je weer eens wat anders doet. Belangrijk is ook de kameraadschap. Je bouwt een band op met anderen als je dag en nacht met elkaar omgaat en samen je kostje klaarmaakt.”
Veel tijd
Dat is ook voor Berg een belangrijk aspect van het reservistenbestaan. Hij steekt er behoorlijk wat tijd in. Zo was hij in april vijf dagen op oefening in Duitsland en volgde hij zijn jaarlijkse driedaagse herhaling van militaire basisvaardigheden. “In mei staan onder meer een tabletop exercise over onze toegevoegde waarde in oorlogssituaties op het programma, en een tweedaags seminar van de juridische dienst.” Vanuit zijn werkgever is dat geen probleem: Berg heeft een contract van 36 uur, werkt wekelijks 40 uur en heeft zo – met vakantiedagen erbij – jaarlijks negen en halve week ‘vrij’. Die gaan voor een groot deel op aan militaire activiteiten.
Afwisseling
Wat het hem na twintig jaar heeft opgeleverd? “Vooral afwisseling. In het werk van een rechter zit niet zo veel ontwikkeling. Dat kun je als reservist doorbreken. Ik denk ook dat je er een betere rechter van wordt. Je ziet wat van de wereld, je ontmoet bijzondere mensen, je wordt op allerlei manieren uitgedaagd. Zelf heb ik er meer doorzettingsvermogen van gekregen en veel geleerd – ook over mijzelf. En het is fijn om iets te kunnen bijdragen aan de verdediging van onze vrijheid, als dat nodig wordt. Als ik nu zie hoe intensief Defensie zich tegenwoordig focust op alles wat de nabije toekomst misschien van onze krijgsmacht vereist, dan voelt het goed om actief deel uit te mogen maken van zo’n relevante organisatie.”
In het magazine van Mr., dat 20 juni verschijnt, staat een uitgebreidere versie van dit artikel. Daarin ook aandacht voor de mobiele rechtbank.