Achtergrond van de instelling van de commissie is de onvrede die al geruime tijd leeft binnen de Advocatenorde over met name de wijze waarop de Law Firm School (LFS) opereert. Deze elite-opleiding van een 14-tal grote kantoren die ontheffing heeft voor een aantal cognitieve vakken opereert naar het oordeel van velen binnen de advocatuur te geïsoleerd en is een gevaar voor de sociale cohesie binnen de advocatuur, onder meer omdat de LFS alleen toegankelijk is voor advocaten van de deelnemende kantoren. De LFS op zijn beurt vindt dat de bestaande BeroepsOpleiding (BO) kwalitatief tekort schiet en ziet geen alternatief dan zelf te voorzien in een snelle en adequatere opleiding voor de eigen stagiaires. Een andere reden is dat de bestaande rechtenstudie onvoldoende aansluit op de praktijk van deze kantoren.