Meerwaarde van intervisie, GIO en peer review is niet goed te meten

Sinds 1 maart 2020 zijn advocaten verplicht om een vorm van gestructureerde feedback te volgen in het kader van de verplicht gestelde kwaliteitstoetsen. Mr. sprak drie begeleiders over intervisie, gestructureerd collegiaal overleg en peer review.

Delen:

Beeld: Depositphotos

‘GESTRUCTUREERD INTERCOLLEGIAAL OVERLEG
IS MÉÉR DAN EEN LUNCHBESPREKING’

Jamal el Hannouche: “Toen de Orde de drie vormen van kwaliteitstoetsen verplicht stelde, was gestructureerd intercollegiaal overleg (GIO) nog niet populair. Het liefst deed men intervisie maar ik merkte dat dit beperkingen had: deelnemende advocaten wilden ook inhoudelijke casussen bespreken. Omdat ik de animo voor GIO voelde, ben ik begonnen met het verzorgen van GIO-bijeenkomsten aan de hand van een feedbackmethode.

Soort lunchbespreking

De meeste kantoren organiseren GIO zelf. Maar dat zijn vaak groepen van bevriende advocaten. De sfeer is over het algemeen informeel. Degene die dat begeleidt, is daar in dat soort gevallen niet in getraind en ook niet altijd ervaren. Zoals de naam al zegt: GIO moet gestructureerd, en dat is dat dan vaak niet. Kantoren doen dan aan GIO voor de opleidingspunten. Ze komen eens bij elkaar, ze bespreken wat hen bezighoudt, maar vaak is dat ongestructureerd en heeft dus minder effect. Zonder structuur, zonder feedback, zonder te reflecteren zijn het een soort lunchbesprekingen.

Jongere advocaten

Er zijn twee soorten advocaten. Een deel is overstag gegaan en ziet de meerwaarde van GIO onder externe begeleiding. Een ander deel, en dat zijn vooral advocaten die al wat langer meegaan, zien het als een vervelende verplichting. Ze brengen wel dilemma’s in maar vinden het fijner om dilemma’s van collega’s te bespreken en hun ervaringen te delen. Het zijn dan ook juist de jongere advocaten die profiteren van GIO, die steken er vaak het meest van op.

Vrijheid en flexibiliteit

Bij intervisie komen niet-juridische dilemma’s aan de orde en bij GIO worden juridische én niet-juridische dilemma’s besproken. Dat zorgt ervoor dat GIO meer vrijheid en flexibiliteit kent: je loopt als advocaat ergens tegenaan maar het maakt bij GIO niet uit wat het dan precies is. Een ander voordeel van GIO is dat het relatief goedkoop is. Omdat kantoren het zelf ook kunnen doen, zijn de tarieven voor externe begeleiders laag.

Meer feedback

Jamal el Hannouche

GIO wordt toch erg onderschat, we krijgen daarvoor dan ook relatief minder aanmeldingen dan voor peer review of intervisie. Bij deze laatste twee vormen van gestructureerde feedback is begeleiding verplicht, bij GIO niet – dus waarom zouden advocaten die kosten maken voor een externe begeleider als je het ook onderling kunt regelen. Maar als we worden ingeschakeld, dan is men wel enthousiast. Neem eenpitters – dan ben ik zelf ook –, die lopen niet alleen aan tegen persoonlijke dilemma’s, maar ook tegen juridisch-inhoudelijke dilemma’s. Normaal bellen ze even met een andere eenpitter: hoe kijk jij hier tegenaan. Bij GIO bespreek je dat met een grotere groep en krijg je ook meer feedback. Ze zien de concrete effecten van GIO ook sneller.

Inhoudelijke aspecten

Wat ze bijvoorbeeld inbrengen? Zaken binnen het procesrecht: ik wil nog in deze fase van de procedure een nieuwe grondslag van mijn vordering inbrengen. Het procesreglement zegt dit, de rechtspraak zegt dat, wat denken jullie? Sommige advocaten zitten vast in een bepaalde denkrichting en dat kan worden doorbroken door met zijn allen met verschillende gezichtspunten daarnaar te kijken. Maar het kan ook gaan over materiële dilemma’s. Die zijn vaak makkelijker op te lossen, soms heeft iemand een kennishiaat dat een collega dan kan aanvullen. En dan zijn er nog de gedragsrechtelijke dilemma’s. Dan is het fijn te horen dan een ander dit ook al aan de hand heeft gehad. Ik zie bij GIO veel meer echt inhoudelijke aspecten dan persoonlijke dilemma’s.

Coaching

Ik kan echter niet zeggen dat alleen GIO leidt tot merkbare veranderingen bij dilemma’s. Mogelijk omdat we dit pas relatief kort doen. Sommige advocaten zijn meer gebaat bij aanvullende vormen van feedback, zoals één op één coaching. GIO leidt niet per se tot structurele veranderingen, maar wel dat bepaalde dilemma’s niet opnieuw worden ingebracht: die zijn kennelijk getackeld. GIO leidt niet altijd tot nieuwe inzichten in het eigen functioneren. Dat komt ook doordat er vaak te weinig tijd is om op individueel niveau daarop in te gaan. Je zult veel van een advocaat moeten weten welke vorm van feedback voor hem de meeste waarde heeft.

Te vrijblijvend

Toch is GIO waardevol: advocaten die inhoudelijke dilemma’s hebben, kunnen die niet op een andere plaats kwijt. Maar zoals het nu gebeurt, is het te vrijblijvend. Je kunt iemand in je groep aanwijzen als gespreksleider maar daarmee is het minder effectief. Wordt gewerkt met een getrainde gespreksleider, dan is GIO een blijvertje. Het is dan intervisie plus.”

Jamal el Hannouche (Advocatenkantoor El Hannouche) is advocaat en mediator.

‘INTERVISIE IS EEN MOOIE METHODE OM
FOUTEN UIT DE TABOESFEER TE HALEN’

Marloes ter Huurne: “Toen de Orde deze kwaliteitstoetsen verplicht stelde, was er best kritiek onder advocaten. We hebben het al zo druk, dit kost weer extra geld. Ik merk dat advocaten het nog steeds als een moetje zien maar nu ze positieve ervaringen hebben opgedaan, staan ze er welwillender tegenover. Het is wel paradoxaal. Intervisiedeskundigen zeggen dat intervisie pas effectief is als het vrijwillig gebeurt. Dat hebben we dan gelijk al tegen ons.

Maximaal tien advocaten

De intervisies die ik begeleid duren over het algemeen twee uur, en dat doet een advocaat dan vier keer per jaar. De groepen bestaan uit maximaal tien advocaten. Tegen het eind van het jaar krijg ik ook wel eens aanvragen binnen: we moeten nog, kun je even acht uur komen? Dat vind ik echt te lang voor één intervisie.

Dilemma’s

Ik adviseer advocaten altijd om gedurende het kwartaal bij te houden welke dilemma’s ze tegenkomen. Advocaten zitten met vergelijkbare dilemma’s: wel of geen zaken doen voor vrienden of familie? Hoe ga ik om met een vervelende cliënt of wederpartij? Dien ik een klacht in of niet? Hoe begeleid ik jongere collega’s?

Open vragen

Marloes ter Huurne (foto: Yvette Kulkens)

Als gespreksleider kun je echt van toegevoegde waarde zijn. Ik hamer altijd op gesprekstechnieken. Geen al te strenge regels, daar worden advocaten kriegel van. Ze moeten ook ‘normaal’ kunnen praten. Mijn insteek is: ze mogen alleen open vragen stellen. En: schrijf allemaal twee vragen op over het dilemma. Alleen al het stellen van de juiste vragen is een goede oefening voor advocaten. Zijn de vragen goed, dan kijkt degene die de casus heeft ingebracht er vaak ook anders tegenaan. De meeste juristen zijn snelle denkers en zitten gelijk in de adviesmodus: er is een dilemma, waarin een keuze moet worden gemaakt. Maar het gaat erom: hoe kunnen we iemand zelf laten nadenken over het dilemma? Met doorvragen kom je tot de bodem en dat is wat anders dan snel een oplossing verzinnen.

Werkdruk

Ik hoor wel eens van advocaten: we doen dit nu enkele jaren, we zijn een beetje door onze dilemma’s heen. In die zin is het goed dat zij sinds 1 januari 2024 intervisie mogen combineren met gestructureerd intercollegiaal overleg, bijvoorbeeld vier uur intervisie en vier uur GIO. Het gaat trouwens niet sec om de dilemma’s die ze inbrengen, wel om de techniek daarachter. We kunnen ook praten over werkdruk, over samenwerken met collega’s of over leiderschap.

Meerwaarde

Als je advocaten al enkele jaren zo spreekt, zie je toch een ontwikkeling. Ze vinden het prettig om elkaar weer te spreken, ook al doe ik dit vaak online. Ze raken op elkaar ingespeeld. Als je die gesprekstechnieken structureel oefent, dan zie je dat mensen daar beter in worden. Zo gericht open vragen stellen, terwijl ze op hun vingers worden gekeken en gecorrigeerd, dat doen ze in de praktijk niet vaak. Begeleide gespreksoefening heeft dus zeker meerwaarde.

Psychologische veiligheid

Die meerwaarde kun je echter niet meten. Dus we weten eigenlijk niet heel goed of de kwaliteitsverbetering die de Orde heeft beoogd, ook met intervisie is behaald. Ik heb onderzoek gedaan naar psychologische veiligheid binnen de advocatuur. Er zijn aardig wat aspecten die in de advocatuur daarvoor een belemmering vormen. Zo zijn advocaten doorgaans bezig met het voorkomen van fouten – en fouten maken is in die beroepsgroep een groot taboe. Een van de belangrijkste aspecten voor psychologische veiligheid is dat je leert praten over fouten en dat je met elkaar leert van ieders fouten. Daarvoor moeten fouten bespreekbaar zijn en intervisie is een mooie methode om fouten uit de taboesfeer te halen. Wel zeggen experts dat je dit minstens twintig uur per jaar zou moeten doen. Maar ook met die acht uur krijg ik te horen: wat we tijdens intervisie hebben besproken kon ik direct in de praktijk brengen.”

Marloes ter Huurne is jurist, psycholoog en advocatencoach.

‘IEDEREEN HEEFT BLINDE VLEKKEN,
PEER REVIEW KAN DIE ERUIT HALEN’

Marco Swart: “Ik sta helemaal achter het initiatief van de Orde om met kwaliteitstoetsen te werken. Je kunt tegenwoordig niet meer een goede advocaat zijn op basis van alleen kennis en informatiedeling. Vaardigheden en communicatie spelen een steeds belangrijkere rol. In eerste instantie was er wat gemopper over die verplichting maar nu is het wel grotendeels omarmd.

Buiten je bubbel

Zelf ben ik me gaan verdiepen in intervisie, NLP en coachingstechnieken. Dat heeft voor mij een wereld geopend. Met intervisie bespreek je in een groep, op een socratische manier, allerlei dilemma’s. Zo ontdek je dat er meer benaderingen zijn en dat je ook buiten je bubbel kunt denken. Heel zinvol.

Kwetsbaar

Peer review is anders. Daarvoor moet je je als advocaat echt kwetsbaar durven op te stellen. Je levert je, voor je gevoel, over aan een collega, aan een gelijke. Je nodigt dan een peer reviewer uit, die door de Orde is gecertificeerd. Die kiest samen met de advocaat at random vijf dossier uit zijn kast of die op zijn computer staan. De peer reviewer neemt die door en bespreekt dat met de advocaat om hem aan het denken te zetten: dit is me opgevallen, waarom heb je daar die keuze gemaakt.

Checklist

Marco Swart (foto: Melvin van Liebergen)

De Orde heeft met een checklist aangegeven welke op punten een dossier wordt bekeken. Denk aan: indeling en beheer van de dossiers, communicatie met cliënten of anderen, strategie van de zaak. Maar ook besef van kwaliteit en integriteit en best practices. Het gaat dus niet zozeer om het vakinhoudelijke, hoewel dat ook aan de orde kan komen. Meer over: hoe heb je de zaken georganiseerd, pak je de zaken wel op de meest efficiënte manier aan. Had je het ook op een andere manier kunnen aanpakken. Vooral dus de procesmatige en communicatieve kant van het dossier.’

Vertrouwelijk

Je werkt als peer reviewer niet als een politieagent, wel vanuit een coachende rol. Iedereen heeft blinde vlekken die er in de loop van de tijd insluipen, en die probeer je samen te ontdekken. Het werkt bevrijdend om in een beschermde, veilige en vertrouwde omgeving je onzekerheden te kunnen bespreken. Het gesprek blijft vertrouwelijk, de peer reviewer maakt wel een verslagje, voor de advocaat en voor een eventuele volgende peer review. Vervolgens krijgt de advocaat een certificaat dat de peer review heeft plaatsgevonden.

Pottenkijkers

Dit is heel geschikt voor advocaten in de medior fase: die staan vaak heel erg open om te sparren. Of voor eenpitters, die niet altijd iemand hebben om over de aanpak van zaken te praten. Eigenlijk is het voor iedereen op nuttig waar mensen op zichzelf werken. In elkaars dossiers kijken doe je niet meer als je stage erop zit. En naar mate je ouder wordt en meer gezag krijgt, gebeurt dat ook steeds minder: die hebben geen behoefte aan collega-pottenkijkers. Peer review kan dat dan ondervangen.

Onbekendheid

Toch gebeurt het nog weinig. Dat komt enerzijds door de kosten. Voor peer review staat jaarlijks vier uur. Mensen die peer review hebben gedaan, spreken van een tijdsbesparing omdat intervisie acht uur duurt. Maar daar staat wel een kostendekkend uurtarief van de peer reviewer tegenover. Uiteindelijk kan peer review wel eens dubbel zoveel kosten als intervisie. Maar dat peer review minder in trek is komt ook door de onbekendheid. Intervisie leeft veel meer. Mensen vinden het in het begin soms toch even ongemakkelijk dat een relatief onbekend persoon in je dossiers kijkt. Peer review zou je ook maar twee jaar achter elkaar moeten doen, niet jaar op jaar direct achter elkaar, daarna is het niet meer zo zinvol. Dan haal je er voor jezelf niet veel meer uit.

Verrassende uitkomsten

Zelf heb ik me ook laten peer reviewen, om zo te ontdekken hoe dit werkt. Dat had bij mij verrassende uitkomsten en liet zien waar ik mezelf kan verbeteren. Intervisie doe ik als gespreksleider ook graag, soms zit ik als vrijwilliger bij een ‘vreemde’ intervisie. GIO vind ik minder waardevol, dat is vooral vakoverleg.”

Marco Swart (Swart Legal) is advocaat, mediator en trainer.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven