Minister: geen uitstel UBO-registratieplicht

UBO’s moeten zich gewoon registreren vóór 27 maart. Dat antwoordt minister van Financiën Kaag op Kamervragen, in weerwil van kritiek op het register.

Delen:

Depositphotos_23314702_S-60fc6ff9
foto: Depositphotos

Een UBO (‘ultimate beneficial owner’ of uiteindelijk belanghebbende) is een persoon die meer dan 25 procent aandelen, eigendomsbelang of stemrecht bij een statutenwijziging heeft in een rechtspersoon. Sinds 2020 moeten UBO’s zich bij de Kamer van Koophandel registreren in het handelsregister op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Daarvoor kregen ze achttien maanden de tijd. Te late registratie kan leiden tot flinke boetes.

Oproep

Het UBO-register oogst kritiek. Een oproep van Familiebedrijven Nederland (FBNed) en ondernemersorganisatie ONL in De Telegraaf van februari leidde tot Kamervragen van VVD, CDA en SGP aan de minister van Financiën, Sigrid Kaag. Op dat moment, zes weken voor de deadline van 27 maart, zou nog geen kwart van de UBO’s geregistreerd staan.

Gedrocht

De kritiek richt zich met name op vermeende privacygevoeligheid van het register. De gegevens van aandeelhouders worden met de registratie openbaar, en volgens critici bestaat voor de afscherming daarvan een te hoge drempel (afscherming is slechts mogelijk bij minderjarigheid, handelingsonbekwaamheid of politiebescherming). FBNed-directeur Albert Jan Thomassen noemt het  UBO-register in de Telegraaf “een gedrocht”.

Privacy First, een onafhankelijke stichting die opkomt voor de privacy van burgers, haalde in november 2021 niettemin bakzeil in hoger beroep over de buitenwerkingstelling van de UBO-wetgeving.

Europese Unie

Het is overigens niet enkel de lobby die het UBO-register ter discussie stelt. De advocaat-generaal (AG) bij het Hof van Justitie van de Europese Unie concludeerde over de verplichting – die voortkomt uit een Europese richtlijn – naar aanleiding van een prejudiciële vraag dat het niet te lastig moet zijn om persoonsgegevens afgeschermd te krijgen en dat UBO’s het recht hebben om te weten wie gegevens over hen heeft opgevraagd.

De minister antwoordt de Kamer dat de afschermingsmogelijkheden in Nederland afdoende zijn, en dat, anders dan de AG stelt, het Europees nu niet verplicht is om te registreren wie de raadplegers van de persoonsgegevens zijn. De conclusie is niet bindend, en Kaag ziet dan ook geen aanleiding tot uitstel van de registratie. “Uiteraard,” stelt zij echter, “zal gevolg worden gegeven aan het uiteindelijke arrest van het Hof, mocht dit tot andere inzichten leiden omtrent de invulling van het afschermingsregime.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven