In een opmerkelijke verklaring op rechtspraak.nl lichtte het gerechtshof Den Haag in december al toe dat de voorstelling van zaken in het Volkskrant-artikel ‘Het recht sprak te vroeg’ van 25 november niet klopte.
Geweldsincident
Het ging om een hoger beroep in een zaak van een beveiliger die bij een door Dutchweek georganiseerd wintersportevenement in Oostenrijk werkte. Hij raakte betrokken bij een geweldsincident met een bezoeker, waarvoor hij zich bij een Oostenrijkse strafrechter moest verantwoorden. De man wilde dat Dutchweek de kosten die hij daarvoor maakte, zou vergoeden. Bij de kantonrechter kreeg hij nul op het rekest.
Beide procespartijen vroegen in het hoger beroep aanvankelijk niet om een zitting. Zij dienden hun standpunten schriftelijk in en het hof stelde daarop een datum van de uitspraak vast. In voorbereiding daarop bereidde het hof een uitspraak voor en schreef een concept.
Camerabeelden
Kort voor de uitspraakdatum bedacht de beveiliger zich echter en vroeg alsnog om een zitting. Hij wenste camerabeelden van het geweldsincident waarop het geschil betrekking had te laten zien en wilde dat het hof die beelden zou meewegen in het vonnis. Zo geschiedde: de man kreeg ter zitting uitgebreid de mogelijkheid zijn standpunt toe te lichten en camerabeelden te tonen.
Wraking
Dat er ten tijde van die zitting al een conceptuitspraak lag, is logisch verklaarbaar: die was geschreven toen het hof nog van de oorspronkelijke planning uitging en zich voorbereidde op de aanvankelijke uitspraakdatum. In het uiteindelijke arrest heeft het hof echter de door appellant ingebrachte onderbouwing en camerabeelden meegewogen. Van enige vooringenomenheid is dan ook geen sprake, zo concludeert het hof, dat door de man werd gewraakt: “Na de zitting hebben de rechters de zaak beoordeeld, en daarbij is uiteraard de toelichting van beide partijen op de zitting meegewogen. Dat blijkt ook uit de uitspraak die het hof heeft gedaan. Daarin is uitdrukkelijk aandacht besteed aan de toelichting van appellant op de zitting.”
Geen vooringenomenheid
Minister Weerwind komt in zijn beantwoording van de door Michiel van Nispen (SP) gestelde Kamervragen tot een vergelijkbare conclusie: “Uit de gepubliceerde uitspraak blijkt dat de rechters de toelichting van beide partijen over de camerabeelden hebben meegewogen. Naar mijn mening geeft dit geen blijk van vooringenomenheid voordat de uitspraak formeel is vastgesteld door de rechters.”
Conceptvonnissen
De minister gaat in zijn beantwoording ook kort in op de wenselijkheid van concept-vonnissen. Weerwind legt daarbij uit dat het in de praktijk dan gaat om zogenaamde ‘instructies’, die het resultaat zijn van voorbereidend werk van gerechtsjuristen. De minister noemt dergelijke instructies “een middel om rechters in staat te stellen zo doelmatig mogelijk met hun schaarse tijd om te gaan en zich te richten op wat hun kerntaak is: alle relevante feiten en omstandigheden meewegen om te komen tot een afgewogen oordeel in de zaak.”
De minister ziet geen noodzaak tot een rondgang bij rechtbanken om uit te zoeken hoe vaak van dergelijke instructies gebruik wordt gemaakt. Hij ziet evenmin aanleiding om met de Raad van de rechtspraak in gesprek te gaan over de wenselijkheid van deze praktijk.
Cassatie
De beveiliger in kwestie legt zich niet neer bij de uitspraak. Hij stapte niet alleen met zijn verhaal naar de Volkskrant, hij is ook in cassatie gegaan tegen de uitspraak van het hof.