Een comité van deskundigen van de Verenigde Naties buigt zich momenteel over de naleving van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie door Nederland gedurende de afgelopen vijf jaar. Dit CERD-Comité (Committee on the Elimination of Racial Discrimination) voert gesprekken met een delegatie van de Nederlandse regering, het maatschappelijk middenveld en het nationale mensenrechteninstituut. Deze gesprekken zijn onderdeel van de reguliere monitoring van dit verdrag, waaraan alle verdragspartijen zich hebben gecommitteerd.
Arbeidsmarkt
Het NJCM constateerde eerder dat personen met een migratieachtergrond vaker werkloos zijn, minder verdienen en vaker een baan hebben die minder vaardigheden vereist. Ook vinden zij doorgaans moeilijker om een baan. Discriminatie bij sollicitatieprocedures en door uitzendbureaus komt vaak voor. De Arbeidsinspectie beschikt over onvoldoende bevoegdheid om discriminerend beleid te controleren, waardoor de aanpak en controle op arbeidsmarktdiscriminatie ontoereikend is.
Vreemdelingendetentie
Volgens het NJCM wordt vreemdelingendetentie, in feite het ultimum remedium, in Nederland nog te vaak onterecht ingezet. Ook verblijven er de laatste jaren meer mensen zonder papieren in detentie. Ook voelen kinderen – veelal meisjes – zich vaak niet veilig op gezinslocaties en verdwijnen er nog steeds niet-begeleide minderjarigen uit het zicht van de verantwoordelijke instanties.
Etnisch profileren
Politieagenten zijn vaak niet goed op de hoogte van het nieuwe beleid waarin etniciteit geen grond mag zijn voor politiecontroles. Dat geldt ook voor de Koninklijke Marechaussee. De Marechaussee gebruikt etniciteit als onderdeel van een risicoprofiel en als selectiegrond om te bepalen wie zij controleren. Er is hierover momenteel ook een rechtszaak aanhangig, met het NJCM als mede-eiser, waarin de rechter wordt gevraagd om een eind te maken aan deze praktijk die discriminatie in de hand werkt.
Gebrek aan data over discriminatie
Het NJCM maakt zich vooral zorgen over het feit dat er een groot gebrek is aan onderzoek en statistieken over discriminatie.
Na afloop van de Nederlandse CERD-sessie zal het Comité aangeven op welke punten de Nederlandse regering in lijn handelt met het Verdrag én waar het beter moet. Dit doet het Comité in zogenaamde concluding observations.
Lees hier de hele CERD-rapportage en hier over de Nederlandse sessie in augustus 2021.