Nieuwe richtbedragen kostenveroordeling 2018

Delen:

Foto: Pexels

Het hof en de raden van discipline hebben een nieuwe Richtlijn Kostenveroordeling 2018 gepubliceerd. Deze was nodig door een wetswijziging en geldt voor klachten ingediend op of na 1 januari 2018. Voor oudere klachten blijft de Tijdelijke Richtlijn Kostenveroordeling 2015-2017 gelden.

Volgens de Advocatenwet (artikelen 48ac en 57 lid 2) kan de tuchtrechter de advocaat veroordelen in de kosten. Dat kan als de klacht gegrond wordt verklaard en aan de advocaat een maatregel wordt opgelegd, of als die beslissing in hoger beroep wordt bekrachtigd. De klager kan niet in de kosten worden veroordeeld.

Gezien de bedoeling van de wetgever (‘de vervuiler betaalt’) neemt de tuchtrechter tot uitgangspunt: kostenveroordeling, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn om dat niet te doen. De tuchtrechter doet dit ambtshalve, dus ook als er niet om is gevraagd.

Er zijn drie soorten kostenveroordelingen: ten gunste van de klager, de Nederlandse Orde van Advocaten en de Staat. Deze kunnen naast elkaar worden opgelegd.

De tuchtrechter kan beslissen dat de kosten die de klager in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken, door de advocaat aan de klager worden vergoed. Voor de reiskosten van de klager die naar een zitting van raad of Hof van Discipline is gekomen, hanteert de tuchtrechter forfaitaire bedragen (niets bij een enkele reisafstand onder 10 kilometer, € 25 bij een enkele reisafstand tussen 10 en 50 kilometer en € 50 bij een enkele reisafstand van meer dan 50 kilometer). De griffie berekent die reisafstand.

Daarnaast kan de tuchtrechter beslissen dat de advocaat de kosten die de NOvA in verband met de behandeling van de klacht heeft moeten maken (de kosten van de griffies en de leden-advocaten van de tuchtcolleges) aan de NOvA moet vergoeden. Voor deze kosten hanteert de tuchtrechter een forfaitaire bedrag van € 750, voor raad van discipline én hof van discipline.

Tenslotte kan de tuchtrechter beslissen dat de advocaat de overige kosten die in verband met de behandeling van de zaak zijn gemaakt (zoals de kosten van de rechterlijke leden van de tuchtcolleges) moet vergoeden aan de Staat. Deze kosten worden overigens ingevolge de Wet Doorberekening kosten juridische beroepen vervolgens door de Staat doorberekend aan de NOvA. Deze kosten zijn € 500 raad van discipline en € 750 hof van discipline.

De tuchtrechter kan uit eigen beweging of op – gemotiveerd – verzoek van de advocaat geen of lagere bedragen opleggen, als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Daarbij kan worden gedacht aan de geringe ernst van het feit, de draagkracht van de advocaat en/of de opstelling van de advocaat in de aanloop naar en tijdens de tuchtprocedure.

Voor klachten die tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2018 zijn ingediend blijft de Tijdelijke Richtlijn Kostenveroordeling Hof en Raden van Discipline gelden. ‘Ingediend’ betekent voor klachten van klagers: ingediend bij de deken. Voor dekenbezwaren betekent het: ingediend bij de raad van discipline.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven