‘Ongehoorde misstanden in het vreemdelingenrecht’

Twee specialisatieverenigingen stelden een bundel met ‘ongehoorde misstanden’ in het vreemdelingenrecht samen. Die overhandigen ze maandag 12 april aan een aantal Tweede Kamerleden en ook aan Bart Jan van Ettekoven, voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Delen:

foto: Depositphotos

De vreemdelingadvocaten Igna Oomen, Jo-Anne Nijland en Barbara Wegelin overhandigen de bundel ‘Ongehoord; Onrecht in het Vreemdelingenrecht’ namens de beroepsverenigingen Specialistenvereniging Migratierecht Advocaten (SVMA) en Vereniging Asieladvocaten en Juristen Nederland (VAJN). De drie advocaten stelden de bundel samen.

Groot menselijk leed

In de bundel zijn 48 cases beschreven waarin volgens de samenstellers een duidelijke parallel te zien is met de kinderopvangtoeslagenaffaire. Hiermee willen de beroepsverenigingen aandacht vragen voor de ‘ongehoorde misstanden’ in het vreemdelingenrecht, die volgens hen leiden tot groot menselijk leed bij belanghebbenden en die vaak een-op-een te vergelijken zijn met het ‘ongekende onrecht’ in de toeslagenaffaire.

Oproep

De twee beroepsverenigingen, die hierover al langere tijd met andere vreemdelingenrechtspecialisten spraken, riepen hun leden in maart op om zaken uit hun praktijk te sturen waarin sprake is van duidelijke misstanden. Daaruit is een selectie gemaakt door Oomen, Nijland en Wegelin, die de bundel overhandigen aan de Kamerleden Sidney Smeets (D66), Don Ceder (ChristenUnie), Ulysse Ellian (VVD) en Marieke Koekkoek (Volt), die zelf als advocaat werkten.

Onverbiddelijk

“Voor ons, advocaten in het vreemdelingenrecht, waren de conclusies uit ‘Ongekend onrecht’ een letterlijke déjà-vu”, schrijven de samenstellers in het voorwoord. “Ook in het vreemdelingenrecht is sprake van een ronkende wetgever die zijn overtuiging dat er links en rechts gefraudeerd en gelogen wordt door vreemdelingen, bestreden wenst te zien door een onverbiddelijke uitvoeringsorganisatie. Die uitvoeringsorganisatie, de IND, is niet bereid of in staat de wetgever te doen inzien tot welke excessen − met onnoemelijk groot leed voor individuele betrokkenen − zeer restrictieve regelgeving zonder enige vorm van flexibiliteit leidt. En ook in het vreemdelingenrecht geeft de bestuursrechter de overheid ruim baan, met weinig oog voor zijn rol als rechtsbeschermer.”

Schokkend

De inhoud van de bundel, met paragrafen als ‘Palestijnse peuter met nog maar paar jaar te leven moet weg’, ‘Mensonwaardige behandeling transgendervrouw door IND’ en ‘Bewijs van martelingen overtuigt de IND niet’ is schokkend, waarschuwen de advocaten.

Menselijke maat

“In de veertien jaar dat ik als vreemdelingenrechtadvocaat werk heb ik de wetgeving steeds strenger zien worden, maar dat is niet waar het ons hier om gaat”, benadrukt Barbara Wegelin (Van der Woude De Graaf Advocaten), die namens de SVMA de bundel samenstelde tegen Mr. “Wat we duidelijk willen maken is dat als je heel strenge wetgeving hebt er een hardheidsclausule moet zijn. Je ziet in het vreemdelingenrecht hetzelfde patroon als in de toeslagenaffaire: een Tweede Kamer die is gefocust op het idee dat wordt gefraudeerd en gelogen en vindt dat er daarom hele strenge regels nodig zijn. Een uitvoeringsinstantie die de wetgever niet aangeeft dat die wetgeving in de praktijk leidt tot grote problemen en geen ruimte voelt of denkt te hebben om zelfstandig in te vullen wat een redelijke toepassing van de wet betekent. En een rechterlijke macht die terughoudend toetst.”

Er moet volgens haar meer ruimte in de wetgeving worden gecreëerd, zodat er meer oog komt voor de menselijke maat, en mogelijkheden voor het organiseren van tegenspraak. “En de rechterlijke macht moet haar taak als rechtsbeschermer serieus nemen.”

Ook ongekend onrecht

In hun oproep om aandacht voor de ongehoorde misstanden in het vreemdelingenrecht worden de advocaten gesteund door verschillende wetenschappers. Zo gaan in een 9 april gepubliceerd artikel in een geheel aan vreemdelingenrecht gewijde editie van het Nederlands Juristenblad acht wetenschappers van het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit Nijmegen uitgebreid in op de ‘wrange parallellen’ tussen de kinderopvangtoeslagenaffaire en het vreemdelingenrecht.

Volgens hen is ook in vreemdelingenzaken sprake van ongekend onrecht, wat toe te schrijven valt aan vergelijkbare factoren als in de toeslagenaffaire, zoals “rigide wetgeving zonder hardheidsclausules, geïnstitutionaliseerd wantrouwen ten aanzien van een kwetsbare groep, een bestuur dat te weinig oog heeft voor de menselijke maat en constant de politieke boodschap hoort dat het beleid restrictief moet zijn en een rechterlijke macht die het bestuur de hand boven het hoofd houdt”.

Zelfdenkzaamheid

Met de twee publicaties willen zowel de wetenschappers als de advocaten het door de toeslagenaffaire in gang gezette debat over het functioneren van wetgever, bestuur en rechter voeden. Daarbij moet ook naar het vreemdelingenrecht worden gekeken, stellen zij. Ze roepen de drie staatsmachten op tot ‘zelfdenkzaamheid’ en komen ook met concrete aanbevelingen. Hierbij pleiten ze voor daadwerkelijke controle door het parlement: “Minder vasttimmeren in regeerakkoorden, minder fractiedwang en meer dualisme.” Ook willen ze dat bestuursorganen hun ambtenaren stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen. Daarnaast willen ze een rechterlijke macht die kritisch en inhoudelijk toetst aan het evenredigheidsbeginsel.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven