Overstap van de week is Jan Jacobi. Hij is per 1 november in dienst getreden als advocaat bij Blenheim Advocaten in Amsterdam. Jacobi is sinds 2013 advocaat en zal de algemene (internationale) rechtspraktijk van het kantoor komen versterken, met een accent op het intellectuele eigendomsrecht.
Hoe zijn deze eerste weken bij uw nieuwe kantoor bevallen? Hoe zag uw eerste werkdag eruit?
De eerste weken zijn omgevlogen! Een gezonde aanhoudende drukte met gevarieerde zaken zorgde ervoor dat ik meteen ‘up tempo’ was. Mijn eerste dag stond in het teken van het opstellen van een pittige sommatiebrief vanwege een inbreuk op het portretrecht en het vervaardigen van een uitgebreide licentieovereenkomst.
Wat maakt de juridische sector zo interessant voor u?
De juridische sector, in het bijzonder de advocatuur, vergt wat mij betreft vier kernkwaliteiten: mensenkennis, spreekvaardigheid, schrijfvaardigheid en (specialistische) juridische kennis. De sector is juist zo interessant omdat al deze kwaliteiten voortdurend in beweging en afhankelijk van de tijdsgeest zijn. Het maakt het vak uitdagend, afwisselend en houdt de geest scherp.
Waar staat u over 10 jaar?
Ik heb van mijn grootvader niet alleen mijn naam, maar ook zijn interesse voor de rechtelijke macht overgenomen. Over tien jaar hoop ik de opgedane kennis uit de advocatuur te kunnen gebruiken in de rechtszaal. Echter, nu niet als degene die pleidooi houdt, maar naar het pleidooi luistert!
Welk beroep had u uitgeoefend als u niet voor de advocatuur gekozen had?
Na mijn middelbare school moest ik een keuze maken tussen het conservatorium en Rechtsgeleerdheid. Mijn vader, muzikant van beroep, gaf me de raad niet het onzekere leven van een musicus in te gaan. Ik koos zodoende voor Rechten. Desondanks had mij een carrière als concertpianist fantastisch geleken.
Met welke activiteiten buiten de advocatuur houdt u zich graag bezig? Heeft u daar veel tijd voor?
Naast pianospelen plan ik de avonden het liefst in met eetafspraken met vrienden. Daarnaast hanteer ik een strikt leesbeleid: in de ochtendtrein de krant, in de avondtrein een boek. Gedurende mijn studie woonde en reisde ik veel in het buitenland, dat is helaas niet meer te doen.
