Bij iedere wetswijziging moet er een rechtsbijstands-effectenrapportage komen. Bovendien moeten de financiële regels van het stelsel voor rechtsbijstand, zoals onder meer het aantal punten per zaak, de hoogte van de puntvergoeding en de eigen bijdrage, worden opgenomen in een wet. Dat zijn de belangrijkste voorstellen van de onderzoekscommissie ‘Duurzaam stelsel gefinancierde rechtsbijstand’ van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA).
Volgens deze commissie-Barkhuysen dient de financiering van het stelsel een openeinderegeling te zijn. Dit betekent dat toevoegingen worden beoordeeld op basis van objectieve criteria en niet afhankelijk zijn van het budget.
Belangrijkste pijnpunt van het huidige stelsel is dat het niet meebeweegt met veranderingen in wet- en regelgeving, overheidsbeleid en maatschappelijke ontwikkelingen (zoals nu de vluchtelingenproblematiek), aldus de commissie. Zij wijst, net als de commissie Wolfsen eerder, verschillende knelpunten aan die de werking van het stelsel ondermijnen. Zo worden juridische zaken steeds complexer terwijl de vergoeding voor toevoegingen daalt en het beroep op het stelsel toeneemt. “Daarnaast heeft het stelsel te maken met vergrijzing en is er onvoldoende toestroom van jonge advocaten”, waarschuwt voorzitter Tom Barkhuysen, voorzitter van de commissie. Hij zegt dat de overheid moet zorgen voor een adequate vergoeding voor advocaten. “Zeker nu uit ons tussentijdse rapport is gebleken dat de kosten voor de gefinancierde rechtsbijstand de afgelopen jaren niet ongebreideld zijn gestegen, zoals eerder gesuggereerd door het kabinet, maar zelfs gedaald.”
Om misbruik te voorkomen moeten advocaten binnen het stelsel gecontroleerd worden door de dekens, vindt de commissie. Een unit gefinancierde rechtsbijstand bij de NOvA zou de dekens daarbij kunnen ondersteunen. Walter Hendriksen, algemeen deken van de NOvA, noemt dit interessante opties.
In januari 2015 ging de Eerste Kamer niet akkoord met het pakket van € 85 miljoen bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand. Voormalig staatssecretaris Teeven schortte daarna het grootste deel van de bezuinigingen op in afwachting van de bevindingen van de commissie-Wolfsen. De NOvA voelt zich medeverantwoordelijkheid voor het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand en besloot daarom zelf ook een onderzoek te laten doen.
Naast Barkhuysen maken de advocaten Theda Boersema (tevens portefeuillehouder gefinancierde rechtsbijstand van de raad van de orde Rotterdam), Bas Vlieger (ook bestuurslid van de VSAN) en Jeroen Soeteman deel uit van de commissie. Voor de cijfermatige analyse is Leo Aarts, directeur van het onderzoeks- en adviesbureau Ape, aangetrokken. Het onderzoek is mede gefinancierd door 13 grote advocatenkantoren.
De commissie-Wolfsen concludeerde eerder deze week dat de gesubsidieerde rechtshulp 10 tot 20 procent goedkoper kan door maatwerk te leveren. Volgens deze commissie moet er bij de eerste schifting worden gekeken of een advocaat nodig is en of het probleem niet kan worden opgelost door de schuldhulpverlening of door een rechtsbijstandsverzekering. De commissie vindt dat de zogeheten eerstelijnshulp versterkt moet worden. Daarom stelt de commissie voor de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket samen te voegen.
Een belangrijk verschil met de commissie-Wolfsen is dat de commissie-Barkhuysen de beslissing over de toevoeging bij de advocaat legt. “Niemand anders kan daarover de facto oordelen,” zegt Tom Barkhuysen. Een ander verschil is dat commissie-Wolfsen zich heeft uitgelaten over de kosten. Volgens Wolfsen cs kan het het stelsel 10 tot 20 procent goedkoper. “Dat heeft ons verbaasd, want het is nog te vroeg om over het prijskaartje te praten,” vindt Barkhuysen. Verder ziet hij veel overeenkomsten: “Vaak hebben we dezelfde analyse.”