Op de website van de Rechtspraak lezen we waarom de jury juist het essay van Megan uitgekozen heeft: “Het essay vormt een bijna poëtisch beginnend gesprek. De lezer wordt meteen meegenomen in het persoonlijk verhaal, dat is getekend door onrecht over generaties heen. Een helder betoog volgt, over het universele verlangen naar recht door de eeuwen heen, over de zoektocht naar rechtvaardigheid. Centraal staat de oproep om oog te hebben voor kwetsbaarheid: ‘Uiteindelijk zijn het dus geen universele waarden die ons binden, maar is het de kwetsbaarheid van de een die een concrete verplichting oproept bij de ander.’ Waarna de schrijver eindigt met het belang van investering in de toegankelijkheid van het recht, voor iedereen. Want ‘Het is pas echt onrechtvaardig als je niet tegen onrecht in verzet kan komen’.”
Benieuwd naar het essay van Megan? Je leest het hier.