Opmerkelijk: persoonlijke noot van rechter in een Toeslagenzaak

Voordat hij toekomt aan de inhoudelijke beoordeling van een zaak van een ‘Toeslagenouder’ wil een Amsterdamse bestuursrechter wat kwijt. In een persoonlijke noot constateert hij dat de Raad van State wéér een strenge lijn hanteert in toeslagenzaken, en daarbij pogingen van lagere rechters om slachtoffers via de hardheidsclausule tegemoet te komen lijkt af te straffen.

Delen:

beeld: Depositphotos

Onder het kopje Persoonlijke noot vooraf van deze rechter’ meldt bestuursrechter Ronny van de Water dat hij zich in zijn uitspraak “noodgedwongen” heeft laten leiden door recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar zo te lezen heeft hij dat niet van harte gedaan.

Strikte uitleg

De rechter constateert in zijn opmerkingen dat de Afdeling wederom aansluit bij de strikte uitleg van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) die het ministerie van Financiën hanteert. “De mogelijkheden voor erkende gedupeerden om gecompenseerd en/of geholpen te worden zijn een wirwar geworden van zeer langdurige procedures”, aldus de rechter. Hij vraagt zich dan ook af hoeveel de erkende gedupeerden zijn opgeschoten met de herstelwetgeving en de uitspraken van de Afdeling, nu bij de beoordeling van aanvragen om overname van schulden weer lijkt te worden gekozen voor een minimalistische toepassing en strikte uitleg van de wet.

Menselijke maat

“Als gedupeerden daarna in beroep gaan bij de rechtbank, zijn er (sommige) rechters die durven op zoek te gaan naar mogelijkheden om de wet daar waar dat nodig is in het voordeel van erkende gedupeerden minder strikt toe te passen. Vervolgens kiest de Afdeling in de hoger beroepsfase opnieuw voor de (te) strikte toepassing van de wet. Hierbij is er naar het oordeel van deze rechter (weer) te weinig oog voor de praktijk van de alledaagse werkelijkheid, en in verband daarmee de juridische fictie in de wetgeving. De menselijke maat is daarbij, als wezenlijk onderdeel van de inhoudelijke rechtvaardiging bij het toepassen van de wet, onvoldoende in beeld.”

Oproep

Rechter Van de Water schrijft er in deze zaak bewust voor te kiezen om in zijn uitspraak niet af te wijken van de recente uitspraken van de Afdeling, maar hij wil wel een uitdrukkelijk beroep doen op het ministerie van Financiën en “vooral ook op de Afdeling”. Hij verzoekt hen om nog eens een aantal passages uit de memorie van toelichting op de Wht te bestuderen en “deze voortaan wel, of meer, mee te laten wegen in de te nemen beslissingen en uitspraken”. De passages waarop hij doelt gaan onder meer over het verkiezen van ruimhartigheid boven precisie en doelmatigheid wanneer deze onverenigbaar blijken te zijn bij het overnemen van schulden van gedupeerden.

Beloftes

Ook zou de wetgever volgens de rechter nog eens kunnen bekijken of de tekst van de Wht en de praktijk wel overeenstemming zijn met de gedane beloftes over een ruimhartige toepassing om gedupeerden de kans te geven op een nieuwe start. “Laat het niet zo ver te laten komen dat er over een paar jaar een tweede parlementaire enquête is over dit onderwerp, met wederom vernietigende conclusies voor de wetgever, het ministerie van Financiën en de Rechtspraak.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven