Rechtspraak: één instantie voor partijverbod onvoldoende

Volgens het huidige ontwerp van de Wet op de politieke partijen (Wpp) kan de Hoge Raad in eerste en enige aanleg een partij verbieden en ontbinden. De Raad voor de rechtspraak vindt dat die procedure onvoldoende rechtsbescherming biedt.

Delen:

Depositphotos_645416572_S
foto: Depositphotos

Dat laat de Rechtspraak weten in een wetgevingsadvies aan het kabinet. Het ontwerp voor de Wpp, dat in 2019 werd aangekondigd door het kabinet-Rutte III, liet lang op zich wachten. Vlak voor het kersreces van 2022 ging het dan eindelijk in internetconsultatie. De Wpp zal, indien aangenomen regels bevatten over verscheidene aspecten van politieke partijen zoals hun interne organisatie, financiering, politieke advertenties en het toezicht. Het meest besproken is echter de partijverbodsregeling.

Bedreiging democratische rechtsstaat

Een partij die “door haar doelstelling of werkzaamheden een daadwerkelijke en ernstige bedreiging vormt voor een of meer grondbeginselen van de democratische rechtsstaat”, zou onder de Wpp kunnen worden verboden en ontbonden door de Hoge Raad. De Rechtspraak vindt zo’n beslissing te zwaarwegend en maatschappelijk ingrijpend om in één instantie af te doen en beveelt met klem aan een mogelijkheid tot hoger beroep in te voeren. Wegens de belangrijke rol die politieke partijen in ons bestel vervullen en de impact die een verbod kan hebben, zou de procedure met “maximale procedurele waarborgen” worden omgeven. Juist omdat het vertrouwen in de democratische rechtsstaat bij een deel van de maatschappij “broos” te noemen, geldt dit des te meer.

Eerst grondig debat

Niet alleen is de procedure te kort, ook zouden de handvaten waarmee de rechter te werken heeft erg algemeen en vaag zijn. Het wetsontwerp noemt als grondbeginselen van de democratische rechtsstaat periodieke, vrije en geheime verkiezingen, democratische besluitvorming, grondrechten, scheiding van machten, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. Volgens de Raad voor de rechtspraak is de formulering te weinig specifiek, hetgeen kan leiden tot interpretatieverschillen. De verbodsregeling zou daarom voor nu uit het ontwerp gehaald moeten worden en pas weer heroverwogen “na grondiger debat en overdenking”.

Stopzetten subsidie

Evenmin te spreken is de Rechtspraak over de bevoegdheid die de strafrechter krijgt om subsidie aan een partij stop te zetten. Ontzeggen van subsidie kan de facto gelijkstaan aan het beëindigen van een politieke partij en spanning opleveren tussen politiek en rechtspraak. Ook op dit punt zou het wetsontwerp te onduidelijk zijn. Wegens de val van het vierde kabinet-Rutte, de aanstaande verkiezingen en vervolgens een ongetwijfeld moeizame formatie is het maar zeer de vraag wanneer de Wpp er komt – áls die er al komt.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Nieuwste berichten

Van onze kennispartners

Scroll naar boven