Tijdens de formatie stuurde de Raad voor de rechtspraak al een brief aan informateurs Dijkgraaf en Van Zwol. Daarin werd het belang van een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht benadrukt, en dat uitspraken van rechters dienen te worden gerespecteerd. Ook hoopte de Raad dat er minstens zestig miljoen euro extra zou worden uitgetrokken voor de Rechtspraak.
Hindermacht
In de brief die nu aan Schoof is verstuurd, schrijft de Raad dat het goed is dat in het hoofdlijnenakkoord expliciet staat dat het kabinet binnen de kaders van de democratische rechtsstaat zal handelen. “Dit kan voorkomen dat we in een situatie belanden waarin rechters als hindermacht worden gezien, in plaats van noodzakelijke tegenmacht die de rechten van eenieder beschermt.”
Reflecties
Ook de Rechtspraak zelf moet bijdragen aan een sterkere rechtsstaat. Naves noemt de reflectie op de rol van de Rechtspraak in de Toeslagenaffaire en het functioneren van het familie- en jeugdrecht. Die hebben de Rechtspraak volgens hem lessen opgeleverd, die de burgers ten goede moeten komen.
Daarnaast is het aan rechters om tijdige, digitaal toegankelijke en voorspelbare rechtspraak te leveren, bijvoorbeeld door procedures begrijpelijk en inzichtelijk te maken. “Dit is niet alleen belangrijk voor de direct betrokkenen, maar het sterkt ook de rechtsstaat in het algemeen. En dat is in eenieders belang.”
Extra geld
De Raad juicht het toe dat het nieuwe kabinet wil investeren in de rechtsstaat. De Rechtspraak heeft de komende jaren extra geld nodig voor verbeteringen in het familie- en jeugdrecht en om de hoge werkdruk te verminderen. Maar na de aan de informateurs al gevraagde zestig miljoen euro nog maar eens te hebben genoemd, schrijft Naves dat het de Rechtspraak niet alleen om extra geld gaat. Oók het verbeteren van de toegang tot de rechter is belangrijk. Bijvoorbeeld door lagere griffierechten en de versterking van de rechtsbijstand en sociale advocatuur. Daarnaast noemt Naves de ruimte die de rechter heeft om zijn werk te kunnen doen. “Deze dient niet te worden beperkt, zodat maatwerk mogelijk blijft als betrokkenen en de samenleving daar het meest bij zijn gebaat.”