Ondanks de uitdagingen waar rechtswinkels voor staan, zoals een ogenschijnlijk tekort aan professionaliteit, kleine budgetten en snel wisselende medewerkers die de overdracht van zaken moeilijker maken, is het een groep die serieus kan worden genomen om de unieke rol die ze binnen het stelsel van rechtsbijstandverlening spelen. Dat schrijven enkele betrokken in het Nederlands Juristenblad.
‘Sociaal-zwakkeren’
De eerste rechtswinkel opende in 1969 als ‘juridische EHBO’ haar deuren in Tilburg, met als doel de toegang tot recht voor ‘sociaal-zwakkeren’ in de samenleving te vergroten. Sindsdien zijn er vele rechtswinkels opgericht, waarvan een groot deel nog steeds bestaat. De laatste decennia hebben rechtswinkels zich vooral ontwikkeld tot gremia waar studenten relevante praktijkervaring kunnen opdoen, terwijl zij zich als vrijwilliger inzetten voor maatschappelijke doeleinden.
Honderd rechtswinkels
Inmiddels zijn er naar schatting van de (recent opgerichte) Nederlandse Vereniging van Rechtswinkels meer dan honderd winkels in Nederland actief, en is een aanzienlijk deel daarvan gespecialiseerd in een bepaald juridisch domein of doelgroep. Amsterdam telt twaalf verschillende rechtswinkels: vijf ‘algemene’, maar ook een strafrechtswinkel, een belastingrechtswinkel, een winkel waar gedetineerden terecht kunnen, een vrouwenrechtswinkel en rechtswinkel voor migranten. De meeste rechtswinkels liggen in de Randstad, in Zeeland en Drenthe zijn er geen. De meerderheid (55%) van de onderzochte rechtswinkels is opgericht in de jaren zeventig en tachtig. Ook zijn er in 2015, 2016, 2017, 2018 en 2021 nog rechtswinkels opgericht. Van de 49 rechtswinkels die de enquête (uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam) hebben ingevuld, zijn er veertien gespecialiseerd op een bepaald rechtsgebied (belastingrecht, arbeidsrecht of strafrecht) of gericht op een bepaalde doelgroep (kinderen, vrouwen, migranten of gedetineerden).
Het aantal rechtzoekenden dat een rechtswinkel gemiddeld per jaar krijgt loopt uiteen van 25 tot 2200, met een gemiddeld van 353. In totaal helpen deze 49 rechtswinkels jaarlijks 17.297 rechtzoekenden. Wordt dit aantal geëxtrapoleerd naar de honderd rechtswinkels, dan worden er naar schatting jaarlijks zo’n 35.000 rechtszoekenden bediend.
Taken
Uit het onderzoek blijkt ook wat de taken zijn van rechtswinkeliers: die zijn hoofdzakelijk juridisch-inhoudelijk van aard. Administratieve taken (documenten van cliënten sorteren, formulieren invullen, het ontsluiten van digitale portalen) behoren ook tot het takenpakket, maar de hoofdmoot aan taken betreft juridisch handwerk: adviseren, onderhandelen of bemiddelen, opstellen van brieven, bezwaarschriften of processtukken en het vertegenwoordigen van cliënten in procedures, doorgaans bij de kantonrechter.
Weinig doorverwijzen
Rechtswinkels verwijzen niet veel door: ze zeggen dat ze, als vrijwilligers en studenten, minder thuis zijn in het hulpverleningssysteem binnen de rechtsbijstand. Met name binnen het sociale domein hebben zij weinig contacten. De meeste rechtswinkels verwijzen wel eens naar advocaten, maar dit gebeurt maar bij 2-10% van de cliënten.
Weinig aandacht
Volgens enkele betrokkenen zijn de rechtswinkels niet weg te denken uit het Nederlandse rechtsbestel. Desondanks is er weinig aandacht voor hen, zowel binnen de rechtspraktijk en onderwijsinstellingen als op beleidsniveau. Mogelijk komt dit omdat rechtswinkels draaien op vrijwilligers en beschikken over vaak (heel) kleine budgetten. “Maar juist daarom is het belangrijk om deze groep rechtshulpverleners te versterken in plaats van te negeren”, aldus de auteurs in het Nederlands Juristenblad.
Meer ondersteuning
Rechtswinkeliers zelf zouden willen worden ondersteund met extra scholing, niet zozeer juridisch maar vooral ‘soft skills’ zoals gespreksvaardigheidstechnieken. Daarnaast noemt een aantal rechtswinkels de wens tot meer bekendheid, zou het doorverwijzen naar ketenpartners beter moeten en zouden technologische tools moeten worden geïntroduceerd die het werk versnellen en verbeteren. Ook zou de kennis en kwaliteit van het rechtswinkelwerk bij snelwisselende besturen van vrijwilligers beter moeten worden gewaarborgd. “Het verder professionaliseren van rechtswinkels zal er op termijn aan bijdragen dat zij burgers beter kunnen helpen in de eerste lijn, en mogelijk ook voorwerk van de tweede lijn kunnen opvangen”, schrijven de NJB-auteurs. Hun belang zit er immers ook in rechtswinkels mogelijk ook fungeren als opstapje voor studenten naar de (sociale) advocatuur.
Sociale advocatuur
Een nauwere samenwerking tussen rechtswinkels en advocaten is hierbij wenselijk, ook vanuit het oogpunt van versterking van de sociale advocatuur. “Het is niet ondenkbaar dat, door de samenwerking tussen advocaten en rechtswinkels te versterken, het beroep van de sociaal advocaat beter onder de aandacht komt van toekomstige juristen die nu in rechtswinkels werken.”
Nederlands Juristenblad
Het artikel in het NJB is geschreven door Nathalie Dijkman-Atria (directeur van de Amsterdam Law Hub en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Rechtswinkels), Nienke Doornbos (universitair hoofddocent Recht en gedrag, Universiteit van Amsterdam) en Mercede van Voorthuizen (onderzoeker Erasmus Universiteit Rotterdam).