In de eerste maand dat slachtoffers van zware misdrijven gebruik kunnen maken van hun uitgebreide spreekrecht, is dat nog maar mondjesmaat gebeurd. Advocaten die een slachtoffer bijstaan zien voordelen bij die uitbreiding, advocaten die een verdachte bijstaan vinden het maar niets.
Sinds 1 juli van dit jaar hebben slachtoffers van zware misdrijven een uitgebreid spreekrecht. Moesten ze zich voorheen beperken tot de gevolgen van het strafbare feit – wat het delict voor hen had betekend – nu mogen ze zich ook uitlaten over de bewezenverklaring, het strafbare feit, de schuld en de persoon van de verdachte en de hoogte van de strafeis. Daarmee moet de positie van het slachtoffer in het strafproces, dat van oudsher sterk dadergericht is, worden versterkt.
Strafrechtadvocaten die verdachten bijstaan, zagen er niets in. Het zou leiden tot ontwrichting en vervuiling van het strafproces en tot verharding van het onderzoek ter zitting. Ook zou de rechter mogelijk bevooroordeeld raken, luidde de kritiek. Er zou te veel oog voor slachtoffer komen, ten koste van de verdachte. Nu het uitgebreide spreekrecht één maand bestaat, kunnen voorzichtig de eerste ervaringen worden gepolst.
Op de rechtbank Den Haag is het in deze eerste maand nog niet voorgekomen dat een slachtoffer gebruik heeft gemaakt van zijn uitgebreide spreekrecht, zegt persrechter Elianne van Rens. Niet in haar eigen zittingen en niet in die van collega’s. Zelf zat ze een strafzitting voor waarin het slachtoffer spreekrecht had, maar geen gebruik maakte van de extra spreekbevoegdheid. “Het zal wel een werkstraf worden”, zei dit slachtoffer. “Met als toevoeging: ‘Dat vind ik maar niks’. Waarop de officier van justitie een werkstraf eiste. Het slachtoffer liet zich wel uit over de strafmaat, maar ook onder het oude regime had ik dit als voorzitter toegelaten.” Verder begrijpt Van Rens wel waarom nauwelijks gebruik is gemaakt van het uitgebreide spreekrecht: slachtoffers mogen het alleen inroepen als op het delict waarvan ze slachtoffer zijn een gevangenisstraf van minimaal acht jaar staat. “Bepaalde zedenmisdrijven, moord en doodslag, stalking, bedreiging of een verkeersongeval met dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg komen gelukkig niet vaak voor. Ben je slachtoffer van een woninginbraak, dan heb je dat uitgebreide spreekrecht niet.”
Juryrechtspraak
In juni stond Wendy van Egmond (Van Driem Advocaten, Amsterdam) een slachtoffer van verkrachting bij. De strafrechtadvocaat las de spreekrechtverklaring voor en ging ook in op de vraag welke straf het slachtoffer passend zou vinden. “Dat was dus vóórdat het uitgebreide spreekrecht werd ingevoerd, maar de rechter kon er met de naderende uitbreiding niet omheen”, zegt Van Egmond. “Wij bereiden slachtoffers erop voor dat ze kunnen ingaan op de strafmaat en de aangevoerde bewijzen, maar zeggen ook dat dit consequenties kan hebben: hierover kunnen de verdediging van de verdachte en de rechter ook vragen stellen.”
Het viel Van Egmond op dat de uitgebreidere spreekrechtverklaring niet leidde tot extra emoties in de rechtszaal, hoewel daar wel voor was gevreesd. “Het verliep heel rustig. Wel waren de advocaten van de twee verdachten er niet blij mee. ‘Dit is een onevenredige belasting van de zaak’, zeiden ze.” Van Egmond is niet bezorgd dat de nieuwe spreekrechtverklaring van invloed is op het requisitoir of de uitspraak. “Voorafgaande aan de zitting spreekt het slachtoffer al met de officier van justitie, dus die weet wat hij ter zitting kan verwachten. En rechters zijn professioneel genoeg om te bepalen wat ze wel en niet laten meewegen bij de uitspraak.”
Veel ruchtbaarheid is er in de media niet aangegeven, en dat is volgens Brian de Pree (Peters Advocaten, Amsterdam/Amersfoort) mogelijk de reden dat in een strafzaak die hij midden juli deed het aanwezige slachtoffer geen gebruik maakte van zijn uitgebreide spreekrecht, ook al kon dat wel. “Het spookte door mijn hoofd dat hij zou ingaan op de hoogte van de straf, maar hij deed het niet. Zijn gemachtigde van Slachtofferhulp vertelde niet meer dan wat het delict het slachtoffer had aangedaan.” Het nieuwe spreekrecht vindt De Pree maar niks. “Als iedereen zich gaat bemoeien met het bewijs en de strafmaat, kun je net zo goed juryrechtspraak gaan invoeren.”
Schaduwofficier
Strafrechtadvocaat Bram Hofmans (Lap & Hofmans Advocaten, Malden) heeft de afgelopen maand één zaak meegemaakt waarin het slachtoffer uitgebreid aan het woord kwam – nadat hij eerder over deze materie een blog op zijn kantoorwebsite plaatste. Zelf verdedigde hij de verdachte, een andere advocaat stond het slachtoffer bij. Met het uitgebreide spreekrecht werd door alle partijen vooral ‘aftastend’ omgegaan, zegt hij.
Vooral de uitlatingen over de waardering van het bewijs – de advocaat van het slachtoffer trok twee getuigenverklaringen in twijfel – voelden voor Hofmans ‘raar’ aan. “Vroeger had je zo’n stelling van een slachtoffer direct onderbroken, of de rechter deed dat wel. Nu was iedereen daar terughoudend in. De advocaat van het slachtoffer stelde zich in zekere zin op als een schaduwofficier.”
Tja, zegt de Haagse persrecht Elianne van Rens, dat is het resultaat van een politieke keuze. “De rechtspraak was voorstander van een spreekrecht-plus, waarbij het slachtoffer zich alleen mocht uitlaten over de strafmaat. De politiek heeft dat verder uitgebreid. En dat voeren wij dan uit.”
Slachtofferhulp Nederland had na de eerste maand nog geen totaalbeeld van het gebruik van het uitgebreide spreekrecht, aldus een woordvoerder. Wel wordt over enige tijd een evaluatie uitgevoerd.