100 % Lëtzebuerg – of waar een klein land groot in kan zijn

Delen:

Enige tijd geleden viel er bij mij een klein en handig boekje op de deurmat, gepubliceerd door de Luxemburgse staat. “100% Lëtzebuerg !” is de titel.

In het boekje wordt op eenvoudige en figuratieve manier uiteen gezet hoe het  zit met de migratie in de Europese Unie en dan met name hoe het zit met alle buitenlanders in iedere lidstaat van de Europese Unie.

Daar waar de gemiddelde Nederlander nogal snel wil klagen over de “buitenlander”, valt het op dat de gemiddelde Luxemburger dat zelden tot nooit doet. En dat is, wanneer men beide landen vergelijkt, eigenlijk wel vreemd. Het boekje leerde mij dat in Nederland op een totale bevolking van 16,7 miljoen mensen ongeveer 4,7% “buitenlanders” wonen. In Luxemburg zijn er dat op een totale bevolking van 587.000 personen … : 44,7% en dan ook nog verspreid over 171 verschillende nationaliteiten! De Luxemburger vormt dus op een haar na een minderheid in eigen land. Toch zal je in Luxemburg niemand horen klagen over “al die buitenlanders”. Dat kan ook niet. Luxemburg is voor haar bestaan mede afhankelijk van de 120.000 tot 130.000 personen die iedere dag over de landsgrenzen met België, Duitsland en Frankrijk trekken om in Luxemburg hun arbeid te verrichten. Die arbeid vindt voornamelijk plaats in de financiële sector en de dienstensector.

Luxemburg heeft zich in de jaren zeventig en tachtig in snel en krachtig tempo omgevormd van een land dat in hoge mate afhankelijk was van landbouw, tot een land waar de financiële sector en de dienstensector nu de voornaamste bron van inkomsten vormt. De fondsenindustrie staat in Luxemburg fier op nummer één. Daarnaast oefent het fiscaal gunstige vestigingsklimaat in Luxemburg, dat gefundeerd is op de vele bilaterale belastingverdragen die Luxemburg heeft afgesloten, een grote aantrekkingskracht uit op vele multinationals. Ook de bancaire sector is sterk vertegenwoordigd. Bij al deze takken van financiële sport hoort uiteraard een arsenaal aan dienstverleners, zoals accountants, fiscalisten en advocaten. Ik ben één van die advocaten.

Ik vertrok in 2005 naar Luxemburg om te gaan werken op de Luxemburgse vestiging van het kantoor waarvoor ik destijds werkzaam was. Wat wist ik van Luxemburg ? Eigenlijk helemaal niets ! Maar goed, wat maakte dat uit ?! Ik sprak immers Frans en zo ingewikkeld kon het allemaal niet zijn ! Een aandeel is immers een aandeel, zo redeneerde ik … De praktijk wees anders uit. Het vennootschapsrecht, mede gebaseerd op een aantal Europese richtlijnen, is voor een groot deel gelijk aan het Belgische (en het Nederlandse).  Er bestaan echter nogal wat nuance verschillen, die niet altijd even gemakkelijk verklaarbaar zijn. Ik herinner me nog maar al te goed het moment waarop ik, nu bijna negen jaar geleden, enigszins koersend op de op Nederland georiënteerde automatische piloot, een cliënt bijna een hartverzakking bezorgde toen ik adviseerde dat er een inbrengverklaring van een accountant nodig was voor een inbreng in natura bij een société à responsabilité limitée (de Luxemburgse variant van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid). Echter, een dergelijke inbrengverklaring is naar Luxemburgs recht helemaal niet nodig ! Volstaan wordt met een verklaring van het bestuur omtrent de waarde van de inbreng.

Daar waar door de Nederlandse wetgever in verband met de kapitaalbescherming een vangnet werd gecreëerd met het verplicht inschakelen van een (naar men mocht aannemen) onafhankelijke derde in de vorm van een registeraccountant, wordt in Luxemburg nog steeds uitgegaan van de verantwoordelijkheid van het bestuur. Vanuit de Nederlandse praktijk redenerend, komt dan meteen de vraag op, of een en ander zich vertaalt naar een grotere hoeveelheid bestuurdersaansprakelijkheidszaken ? Het antwoord op die vraag luidt negatief.

In Luxemburg procedeert men niet zo graag. Juridische procedures verschillen hemelsbreed met de procesgang zoals men die in Nederland kent. Procedures verlopen overwegend uitermate traag. Er bestaat wat dat betreft in Luxemburg een situatie die goed vergelijkbaar is met die in België (zie de eerdere blog van mijn collega en mede-DBLAer Marinus Vromans).

De Luxemburgse magistratuur is onderbemand en soms niet afdoende uitgerust om grote spraakmakende kwesties te behandelen. Het faillissement van Landsbanki en alle zaken rondom LuxAlpha SICAV (Madoff) zijn daarvan goede voorbeelden. De negatieve aandacht in zelfs de Luxemburgse media over de meest recente uitspraak van een Luxemburgse onderzoeksrechter van 23 juli jl. in de kwestie Madoff, waarbij een aantal slachtoffers van Madoff tweeëneenhalf jaar (!) na voeging in een strafzaak als gelaedeeerde partij, niet-ontvankelijk werd verklaard, spreekt wat dat betreft boekdelen.

Wil men als buitenlandse gedupeerde in Luxemburg procederen, dan dient men zich ervan bewust te zijn dat, hoe gastvrij Luxemburg ook is ten opzichte van buitenlanders, op het moment dat aanspraken van buitenlanders het hart van de financiële dienstverlening dreigen te raken, de magistratuur grillig in haar besluitvorming kan zijn.

Voorkomen is altijd beter dan genezen : goede clausules voor rechts- en forumkeuze in contracten met een internationaal karakter kunnen wat dat betreft wonderen doen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven