Aantal wrakingsverzoeken in 2018 fors gestegen

Delen:

Foto: Geert Snoeijer

Waar in 2017 nog 605 wrakingsverzoeken bij een rechtbank of hof werden ingediend, gebeurde dit vorig jaar 750 keer. Dat blijkt uit cijfers van de Raad voor de rechtspraak. Slechts ongeveer 2,5 procent van de verzoeken werd toegewezen. In twintig zaken moesten de rechters daardoor worden vervangen.

Vooral bij de gerechtshoven Arnhem-Leeuwarden en Den Haag en de rechtbank Gelderland nam het aantal wrakingsverzoeken toe. Hier steeg het aantal verzoeken met zestig procent of meer vergeleken met het gemiddelde aantal verzoeken dat in de periode 2013-2017 was ingediend. Bij de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Midden-Nederland ging het om een stijging van ruim twintig procent.

Hoe het komt dat er flink meer wrakingsverzoeken zijn ingediend, is volgens de raad moeilijk te zeggen. De raad verwacht dat er in de toekomst minder wrakingsverzoeken zullen worden ingediend. Daarbij verwijst de raad naar twee arresten van september 2018, waarin de Hoge Raad oordeelde over twee wrakingsverzoeken. Daarin concludeerde de Hoge Raad dat een inhoudelijke (tussen)beslissing of de motivering ervan geen grond voor wraking mogen zijn.

Geen blijvende stijging

De Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal pleitten vorige zomer bij minister Dekker (Rechtsbescherming) voor de mogelijkheid om sommige wrakingsverzoeken vereenvoudigd af te doen. Daarbij wezen zij op de “substantiële toename” van het aantal wrakingsverzoeken, waarvan het aantal gegrond verklaarde wrakingen relatief laag is. In de periode 2015-2017 was overigens sprake van een daling van het aantal wrakingsverzoeken.

Onpartijdigheid

In Nederland heeft elke burger recht op een onpartijdige rechter. Iemand die partij is in een rechtszaak en reden heeft om te denken dat de rechter zijn zaak niet onpartijdig kan beoordelen, kan de wrakingskamer vragen om deze rechter te laten vervangen. Drie rechters bekijken dan of de wraking terecht is.

De Hoge Raad verklaarde in een op 13 mei gepubliceerd arrest een beroep in cassatie tegen de beslissing van het gerechtshof Den Haag van 31 juli 2018 niet-ontvankelijk. Bij de wrakingskamer van het Haagse hof was een wrakingsverzoek ingediend waarin was gesteld dat de vrouwelijke rechter in eerste aanleg een dubieuze, vooringenomen en niet objectieve uitspraak had gewezen, en dat de drie vrouwelijke raadsheren in hoger beroep onderbewust konden zijn beïnvloed door een gevoel van zogenaamde ‘vrouwensolidariteit’. Daardoor zou geen sprake zijn van onpartijdigheid. Maar volgens de wrakingskamer is het enkele feit dat de behandelende kamer uit alleen vrouwen bestaat geen aanwijzing voor een objectief gerechtvaardigde vrees van het ontbreken van onpartijdigheid van de raadsheren.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven