De Advocatenorde stelt ‘advo-coaches’ voor om advocatuur en allochtone rechtenstudenten nader tot elkaar te brengen. Dit vanwege de achterblijvende instroom van rechtenstudenten met een allochtone achtergrond in de advocatuur. Uit gesprekken tussen deze groep studenten en de Orde is gebleken dat de advocatuur bij hen niet populair is, maar dat ze er vaak ook een verkeerd beeld van hebben.
De Commissie Diversiteit van de Orde had aanvankelijk het plan een buddysysteem in het leven te roepen speciaal voor allochtone derdejaarsrechtenstudenten van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze universiteiten kennen het grootst aantal allochtone rechtenstudenten. Het idee was dat advocaten deze studenten een jaar lang zouden coachen. Door middel van gesprekken zouden de ‘advo-coaches’ op informele wijze de studenten kennis laten maken met de advocatuur en zouden de kantoren de gelegenheid krijgen om deze groep beter te leren kennen.
De allochtone studenten waarmee de Orde sprak, reageerden op zich enthousiast, maar wilden niet dat er speciaal iets voor hen werd georganiseerd. “Daarom is besloten dat de werving zich richt op álle rechtenstudenten, allochtoon en autochtoon, maar waarbij wat ons betreft wel duidelijk is met welke reden dit project is opgezet”, aldus Joost Linnemann, voorzitter van de Commissie Diversiteit van de Orde. Het project gaat dit voorjaar van start en zal twee jaar duren. De studenten zullen per groep van ongeveer vier gekoppeld worden aan één advocaat. Er zullen groepsgesprekken worden gevoerd, maar ook één op één gesprekken zijn mogelijk. Tot nu toe hebben achttien advocaten zich ingeschreven en ook human resource managers van verschillende grote kantoren hebben hun advocaten aangeboden. Advocaten die minstens twee jaar werkzaam zijn in de advocatuur, kunnen zich aanmelden. In het voorjaar van 2012 wordt het project geëvalueerd.
Hete aardappel
Aïshia Akhiat, advocaat bij Krans & van Hilten, heeft zich direct als coach aangemeld. “Ik bemerk dat allochtone studenten, maar ook autochtone uit bijvoorbeeld een arbeidersmilieu, soms een drempel ervaren. Zij hebben vaak vooroordelen over de advocatuur. Als je niet bij de juiste studentenvereniging of hockeyclub hebt gezeten, zou je geen advocaat kunnen worden. Natuurlijk zijn er advocaten bij wie die vooroordelen terecht zijn. Maar ik wil laten zien dat het werk van een advocaat enorm interessant is en dat je niet per se met een hete aardappel in de keel hoeft te praten om de advocatuur binnen te komen.” Akhiats vader is Marokkaans en postbode. Haar achtergrond maakt het niet vanzelfsprekend om advocaat te worden, maar ze heeft hierdoor geen echte problemen ervaren. Al was er wel die ene keer dat zij net begon met haar advocaatstage bij een kantoor uit de top 20. “Ik had toen een kennismakingsgesprek met een partner. Het gesprek kwam er op dat uit onderzoeken is gebleken dat als je een Arabische naam hebt, je beter met een Nederlandse naam kunt solliciteren. Toen ik liet merken dat ik dat raar vond, zei die partner: ‘Nou, als ik de keuze had tussen een Marokkaan en een Nederlander dan zou ik het ook wel weten’. Dat bracht mij wel even van mijn à propos.”
Jan Pas, advocaat bij Pels Rijcken, wil ook graag wat voor de studenten betekenen. Ook voor hem was het gezien zijn achtergrond niet vanzelfsprekend om te studeren en als hooggekwalificeerd professional aan de slag te gaan. Pas: “Je ziet in de advocatuur heel weinig allochtonen. Ik vraag me af of zij wel voldoende kansen krijgen. Op papier is het natuurlijk zo dat zij vrij zijn hun keuzes te maken zonder daarin beperkt te worden door hun afkomst, maar de praktijk wijst anders uit. Ik vraag me ook af of ze wel weten wat precies de mogelijkheden binnen de advocatuur zijn.” Als advo-coach hoopt Pas te kunnen laten zien wat een advocaat doet, welke verschillen er binnen de advocatuur zijn, zijn ervaringen te delen, vragen te beantwoorden, te praten over cv’s maar bovenal de studenten te enthousiasmeren voor het vak. “Ik hoop dat het een succes wordt.”
Geen eenduidige visie
Volgens Anja Oskamp, decaan van de rechtenfaculteit van de VU, zijn er heel wat studenten die of eerste generatie zijn of niet over een netwerk beschikken dat hen op een gemakkelijke manier in contact brengt met de beroepsgroep. “Het gemakkelijk leggen van dat contact en het wegnemen van een barrière om met de beroepsgroep in contact te komen. Dat is een van de belangrijkste doelen van dit project. Op deze wijze kan een beter en meer divers beeld ontstaan van de advocatuur en zijn studenten niet alleen afhankelijk van stereotypen”, aldus Oskamp.
Maarten Kroeze, decaan van de rechtenfaculteit van de EUR, denkt dat vooral door onbekendheid van beide zijden allochtonen maar mondjesmaat in de advocatuur doordringen. “Voor veel kantoren is het gewoon om een borrel te doen op vrijdag en de jongeren halen dan flink door. Dat is voor islamitische studenten zeker niet vanzelfsprekend. Vanuit twee kanten zullen concessies moeten worden gedaan”, aldus Kroeze. De EUR wil er alles aan doen om te zorgen dat al haar studenten even goede kansen hebben op de juridische arbeidsmarkt. Kroeze: “Ik zie dat allochtone studenten moeilijker in de private sector aan het werk komen dan Nederlandse studenten. Wat mij opvalt, is dat vanuit de advocatuur hier geen eenduidige visie op is. Er zijn advocaten die ontkennen dat dit probleem speelt en stellen dat als de studenten goed zijn, ze echt wel worden geselecteerd. Zij onderschatten het probleem.” Kroeze denkt dat als er niets gebeurt er zelfs een ‘gescheiden’ balie met gescheiden clientèle kan ontstaan. Dan zouden bijvoorbeeld Turkse cliënten alleen nog naar een Turks kantoor gaan. “Gelukkig is de diversiteitscommissie er goed en coöperatief mee bezig.”
Traditionele selectiecriteria
De Commissie Diversiteit is een paar jaar geleden opgezet vooral met het oog op ‘gender diversity’. Maar in de loop van vorig jaar is de commissie zich ook gaan focussen op culturele diversiteit. “Er is zo’n grote discrepantie tussen de cijfers van de universiteiten en de advocatuur. Op de EUR en de VU loopt het aantal niet-westerse allochtonen op tot ongeveer 40%, dat zien we in de advocatuur niet terug. Veel allochtone studenten laten al vroeg in hun studie de mogelijkheid om advocaat te worden links liggen. En de advocatuur blijft traditionele selectiecriteria hanteren, waardoor deze groep niet snel in aanmerking komt”, aldus Linnemann. De commissievoorzitter denkt dat als de kantoren de tijd en moeite zouden nemen om achter het cv van de allochtone student te kijken, er soms heel andere indicatoren blijken te zijn van precies de competenties die worden gezocht. “We zouden het mooi vinden als bij de advocatuur een realistischer beeld van deze studenten ontstaat.”
Door de twee groepen met elkaar in contact te brengen, hoopt de Orde op over en weer meer begrip en op een meer evenredige afspiegeling van de maatschappij in de advocatuur. Linnemann: “We proberen weg te blijven van het opgeheven vingertje, maar willen op een informele manier iets aan het diversiteitsprobleem doen.”
Klik om u aan te melden als ‘advo-coach’ hier.