Die uitspraak komt voort uit een Litouwse zaak, waarin een advocaat en zijn cliënt een tarief van honderd euro per uur hadden afgesproken voor rechtsbijstand in een echtscheidingszaak. In totaal ging het om vijf overeenkomsten met betrekking tot geleverde diensten, gesloten tussen april-augustus 2018. De optelsom landde in maart 2019 in één keer op de mat en zou uiteindelijk € 12.900,- bedragen.
Prejudiciële
Wegens een gedeeltelijk uitblijven van betaling kwam de zaak voor de rechter, die de cliënt in het gelijk stelde en de kosten met de helft naar beneden bijstelde. Vervolgens belandde de zaak bij het Litouwse hooggerechtshof, dat in een prejudiciële vraag verwees naar het Europese Hof van Justitie. Dat moest oordelen – tegen de achtergrond van RICHTLIJN 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – of een beding met een uurtarief onverkort geldt, wanneer de consument onvoldoende informatie heeft gekregen om de kosten te ramen.
Financiële consequenties
Het (korte) antwoord: nee. De consument moet vóór de sluiting van de overeenkomst aan de consument in staat zijn gesteld om “met de nodige voorzichtigheid en met volledige kennis van de financiële consequenties” een beslissing te kunnen nemen. Anders wordt niet voldaan aan het Unierechtelijke vereiste dat bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd, en kan de rechter het verschuldigde bedrag dus bijstellen. Zélfs als dit zou betekenen dat de advocaat in het geheel geen vergoeding ontvangt voor de verleende diensten.
Advocaten zijn dus gewaarschuwd: wie al zijn uren vergoed wil zien, moet een cliënt daarover vooraf een eerlijke inschatting geven.