Advocaten worden kopschuw, koppelsites passen werkwijze aan

Delen:

Beeld bij Oekaze van dekensHet standpunt van het dekenberaad over de medewerking van advocaten aan de digitale marktplaatsen dreunt nog flink na in de Nederlandse advocatuur. Sommige sites passen hun werkwijze aan om advocaten te kunnen blijven bedienen. Advocaten lijken kopschuw te worden om nog in zee te gaan met online bemiddelingsplatforms.

Op 15 januari maakte de deken van de Orde van Advocaten in Amsterdam in de nieuwsbrief bekend dat achteraf betalen voor een zaak in strijd is met provisieverbod uit de gedragsregel 2 lid 2. Volgens dit provisieverbod mag een advocaat niet betalen voor een zaak. Adverteren op koppelwebsites mag wel, maar dan alleen tegen een ‘redelijk’ tarief. De Amsterdamse deken verwoordt hiermee het standpunt van het dekenberaad.

Matchingsite Leggle overweegt zijn model te veranderen om advocaten binnenboord te houden, zegt manager Norbert Zoet. Bij Leggle (eigendom van DAS) kunnen particulieren een advocaat zoeken. “De klant betaalt aan ons, en wij betalen de advocaat,” licht Zoet toe. Leggle houdt 20 procent van de factuur in. “Daar doen we meer voor dan alleen bemiddelen. We nemen het debiteurenrisico voor onze rekening en hebben ook een rol bij het afhandelen van klachten.”

Juist die commissie van 20 procent is de dekens een doorn in het oog, omdat daarmee de onafhankelijkheid van de advocaat in gevaar zou komen. “Dat begrijp ik althans uit de reacties,” zegt Zoet. “De Orde heeft mij overigens niet gebeld om hierover vragen te stellen.” Zoet heeft diverse mogelijkheden in gedachten om zijn site alsnog ‘dekenproof’ te maken.

Hij begrijpt de bezwaren van de dekens niet. “De advocaat betaalt mij pas als hij een klant krijgt. Dat lijkt me heel eerlijk. Verder zie ik niet in hoe een advocaat zijn onafhankelijkheid verliest door zaken te doen met Leggle. Wij kiezen de advocaat niet, dat doet de klant. En advocaten zijn vrij om te bepalen welke prijs ze rekenen, en in welke mate ze beschikbaar zijn.”

Mechteld van den Oord (De Advocatenwijzer) heeft ongeruste telefoontjes gekregen van aangesloten advocaten. “Natuurlijk stellen advocaten ons vragen. De commotie straalt ook af op ons.”

Van den Oord zegt dat ook De Advocatenwijzer keurig binnen de regels opereert. “Het effect lijkt voor ons mee te vallen. We hebben abonnementsvormen die we als pakketten in de markt zetten. Je betaalt dus niet voor een lead.” Toen De Advocatenwijzer begon, heeft de Orde naar de site gekeken en geen opmerkingen gemaakt, zegt Van den Oord. “Het feit dat ze er toen ze gedetailleerd naar gekeken hebben, zegt genoeg,” meent ze

De Advocatenwijzer heeft wel één dienst moeten stopzetten. “We verkochten proefpakketten. De advocaat betaalde pas als hij de zaak had. Dat mag niet meer.”

Eigenaar Jan-Hein Strop van matchingsite LegalDutch heeft zelf contact opgenomen met advocaten. “Om ze te informeren en gerust te stellen,” zegt Strop. “Advocaten beginnen nu misschien toch een beetje de kat uit de boom de kijken.” Strop zegt dat hij zijn website niet hoeft aan te passen. “Nee, advocaten betalen voor een pitch, en dat mag. Betalen voor een zaak mag niet.”

Het steekt Strop dat de Amsterdamse deken in een mail verwijst naar artikel 3.6 van de ‘Code of conduct for Euopean lawyers’ van de Europese advocatenorganisatie CCBE, waarin wordt gesteld dat advocaten hun honorarium niet mogen delen met niet-advocaten. Strop wijst er op dat deze bepaling een uitzondering maakt voor fee sharing die in overeenstemming is met de regels van het land waar de advocaat praktijk houdt. Landen kunnen fee sharing dus wel toestaan, wil Strop maar zeggen. Hij vraagt zich af of de Orde niet handelt in strijd met het mededingingsrecht.

Oscar van Oorschot (Rechtszaakplaats) beklemtoont dat zijn site ‘volledig Orde-proof’ is. Bij mij pitchen advocaten op opdrachten van klanten. “Ze betalen niet voor de zaak, maar voor de kans een zaak te kunnen doen. De advocaat betaalt sowieso, of hij de klus nu krijgt of niet. “Het is in wezen een advertentie, maar dan op klein niveau.”

De vier managers van de matchingsites hebben geen goed woord over voor de strategie van de dekens. “Jammer dat de Orde het zo heeft aangepakt,” meent Van Oorschot. “De Orde had ook met de acht aanbieders om de tafel kunnen gaan zitten om het probleem te bespreken.” Hij noemt de  houding van de dekens wereldvreemd. De wereld verandert, jammer dat de Orde niet mee verandert.”

Mechteld van den Oord heeft kritiek op de manier waarop de de dekens de uitleg van het provisieverbod naar buiten hebben gebracht. “Door een nieuwsbrief van de Orde van Advocaten in Amsterdam! Waarbij onduidelijk is of alle dekens er ook zo over denken, want na de bekendmaking volgde de ene nuancering na de andere. Een zorgwekkende ontwikkeling dat de Orde dit zo communiceert.”

Strop is het stelligst in zijn kritiek: “De orde geeft geen argumenten, maar gebruikt het machtswoord. En jaagt zo dus iedereen in de gordijnen,” meent hij. “Advocaten en marktpartijen willen gebruikmaken van matchingsites, maar de Orde zet ons in een kwaad daglicht. Het is een ouderwets instituut dat innovatie tegenhoudt.” Strop zegt ook dat de orde met het criterium ‘onredelijk advertentietarief’ een onduidelijke maatstaf heeft geïntroduceerd.

Norbert Zoet noemt het standpunt van de dekens ‘onzin’. “Het komt vaak voor dat advocaten elkaar betalen voor zaken. Dus ik begrijp het motief niet om de matchingssites aan te pakken. Advocaten begrijpen het zelf ook niet trouwens. Ik hoop dat de Orde op de lange termijn dit soort initiatieven niet in de weg zal zitten.”

Alle vier willen ze graag met de Orde of de dekens om de tafel om een oplossing te zoeken. Maar bij de dekens hoeven ze niet aan te kloppen, zegt voorzitter Emilie van Empel van het algemeen dekenberaad. “De dekens stellen geen regels op, maar zijn toezichthouders,” licht Van Empel toe. Als de beheerders van de websites de regels willen veranderen, moeten ze bij het innovatieplatform van de Nederlandse Orde van Advocaten zijn, zegt Van Empel. Dat platform kan zich wenden tot de commissie die zich over de gedragsregels buigt, en deze commissie kan op haar beurt een voorstel doen aan de Algemene Raad en het College van Afgevaardigden. “Het is misschien een goed idee als de eigenaren van de sites daarbij de advocaten aan hun zijde vinden.”

Van Empel wil nog een misverstand uit de weg ruimen: “Wij pakken de bemiddelingssites niet aan, want die vallen helemaal niet onder ons toezicht. Maar bij onze dekenbezoeken vragen we wel aan advocaten of ze via een leadwebsite adverteren, want niet alles kan.”

De voorzitter van het dekenberaad ziet wat dat betreft geen verschil tussen internet en andere situaties. “Provisie betalen voor een zaak mag sowieso niet.” Van Empel zegt dat de dekens geen moeite hebben met innovatie door advocaten, “maar dit zijn businessmodellen van bemiddelaars.” Ze zet vraagtekens bij het innovatieve karakter  van deze sites. “De bemiddelaars schermen met transparantie. Maar bijna elk advocatenkantoor heeft een eigen site. En cliënten kunnen op de website van de Nederlandse Orde van Advocaten een advocaat zoeken.”

De dekens, vat zij samen, hebben niets tegen transparantie van advocaten. Maar ze hebben wel bezwaar tegen achteraf betalen voor een concrete zaak.

Om duidelijkheid te scheppen zullen alle dekens deze week het standpunt over gedragsregel 2 lid 2 communiceren met de advocaten in hun arrondissement. In een bijgevoegde Q & A worden vragen beantwoord.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven