De advocatuur is niet bevreesd voor hevige concurrentie vanuit de accountancywereld. Advocaten reageren uiterst laconiek op de berichtgeving over de juridische slag die de grote accountantskantoren zouden slaan. Dat blijkt uit een rondgang langs een aantal managing partners van topkantoren. Zij liggen er in ieder geval absoluut niet van wakker.
Vorige week werd bekend dat accountantskantoren Deloitte en PwC hun juridische diensten weer zullen versterken. Ongeveer vijftien jaar geleden waren accountantskantoren al druk met juridische activiteiten, maar die werden stopgezet nadat dat om verschillende redenen ter discussie kwam te staan. Maar het tij lijkt gekeerd. Nu er nog maar weinig winst te behalen is met de accountantscontrole wordt opnieuw geïnvesteerd in adviesactiviteiten. PwC en Deloitte hebben daarvoor onder meer mensen uit de advocatuur aangetrokken. EY heeft geen juridische adviesafdeling, maar zet wel in op uitbreiding van zijn samenwerking met Holland Van Gijzen. KPMG investeert als enige van de ‘Big Four’ niet in juridisch advieswerk. Hun prioriteit zou ‘elders liggen’.
De grootste kantoren zouden niet direct negatieve effecten van de nieuwe spelers ondervinden. Althans, dat beweert marktanalist Gerard Tanja (Venturis Consulting Group) in Het Financiële Dagblad vorige week. Volgens hem zullen juist de middelgrote kantoren, zoals Van Doorne en Boekel De Nerée, de concurrentie het eerst voelen. Deze uitspraak stuit de genoemde kantoren tegen de borst.
Frederieke Leeflang, bestuursvoorzitter bij Boekel De Nerée, is erg verbaasd dat haar kantoor door Tanja in dit kader als zeer concurrentiegevoelig wordt genoemd. “Het is een beweging die al een tijd gaande is. Natuurlijk doen ook wij transacties en zijn we in die zin gevoelig voor concurrentie, ook vanuit de accountancyhoek. Maar het punt is nu juist dat wij van dat transactionele werk minder afhankelijk zijn dan andere Zuidas-kantoren. Wij zijn namelijk grotendeels op de litigation- en adviespraktijk gericht.” Leeflang denkt dat met name advocatenkantoren die heel erg gefocust zijn op transactionele processen en daar hun businessmodel op hebben ingericht, meer concurrentie zullen ondervinden. “Dat is immers bij uitstek het werk dat een legal afdeling van een accountantskantoor ook heel goed kan. De Big Four richten zich op die mega- en standaardprocessen, omdat dat heel goed te digitaliseren is. Dat is wat ze aan terrein te winnen hebben.”
Hugo Reumkens, managing partner bij Van Doorne, is evenmin verrast dat accountantskantoren hun heil zoeken in juridische diensten. “Accountants verkeren al een tijd in zwaar weer en zoeken naar alternatieven om hun inkomensstroom peil te houden. De stap naar juridische dienstverlening is dan vrij voor de hand liggend, dat zorgt namelijk voor redelijk goede en constante inkomsten.” Maar Reumkens verwacht hiervan geen ‘noemenswaardige concurrentie’. “Voor zover ik kan beoordelen zullen de accountantskantoren zich niet inlaten met procesvoering. Laat staan dat zij op het niveau van Van Doorne zullen gaan opereren. Ook in de overige marktsegmenten verwacht ik geen noemenswaardige concurrentie. Als er al advocatenkantoren zijn die de concurrentie van de accountants zullen gaan voelen, dan zijn dat in eerste instantie de kantoren die tot voor kort een strategische samenwerking hadden met die accountants. Tot die groep behoort Van Doorne niet.”
Al jarenlang hebben AKD en Deloitte een wat ze noemen ‘goede relatie’. Ze werken zelfs onder één dak, maar van een formele samenwerking is geen sprake. Managing partner Vincent Wibaut gelooft niet dat de intensivering van de juridische afdeling door onder meer Deloitte het lastig(er) zal maken voor AKD. “Wij zijn altijd onafhankelijk gebleven en koesteren onze relaties met alle Big Four. Onze omzet is niet voor een substantieel deel afhankelijk van het werk dat wij van hen krijgen. Bovendien hebben juristen bij accountantskantoren geen onafhankelijkheids- en vertrouwelijkheidspositie zoals advocaten dat hebben. Het juridisch werk waarvoor die waarden niet van belang zijn, is heel beperkt. Voor de rest moet je toch naar een advocaat. En dat weten cliënten ook. Accountantskantoren zullen ons dan ook niet van de markt (kunnen) drukken.” Geducht voor de nieuwe spelers is Wibaut dus allerminst, maar hij zegt ‘ze net als iedere andere concurrent wel goed in de gaten te zullen houden’.