‘Afraffelen en schofferen’: Hof Den Haag onder vuur

Strafrechtadvocaten uiten felle kritiek op de manier waarop raadsheren van het gerechtshof Den Haag zich opstellen tijdens raadkamer- en pro formazittingen. Het gaat daarbij over verlenging, opheffing en schorsing van de voorlopige hechtenis. Volgens de advocaten moeten de raadsheren zoveel zaken per dag afhandelen dat deze rechters onmogelijk kunnen toetsen of de verlenging van de voorlopige hechtenis voldoet aan de wettelijke eisen.

Delen:

Beeld bij Hof Den Haag
Foto: Raad voor de rechtspraak

Andere punten van kritiek: de raadsheren oordelen in veel gevallen zonder dat ze het dossier hebben kunnen zien, sommige raadsheren hebben een ‘bejegeningsprobleem’ en advocaten hebben het gevoel in een toneelstukje te zijn terechtgekomen.

Het gerechtshof laat in een reactie weten de klachten uiterst serieus te nemen. Het hof heeft de dekens van de Ordes van Advocaten in Den Haag en Rotterdam gevraagd in hoeverre de strafrechtadvocaten in die arrondissementen de klachten herkennen. Ook gaat het hof de komende weken in gesprek met de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten (NVJSA). Verbeterpunten worden vastgelegd in een plan van aanpak.

Ongemotiveerde afwijzingen

Het probleem speelt volgens strafrechtadvocaten al jaren, en is nu weer actueel door een tweet van advocaat Patrick van der Meij (Cleerdin & Hamer) en een brief van de NVSA, waarin de advocatenvereniging meedeelt graag te willen meedenken. Van der Meij twitterde op 31 juli sarcastisch: “Ik zie vanmiddag of vanavond laat de mail van uw griffier met ‘alvast’ de afwijzende beslissing wel tegemoet, om na een aantal dagen de ongemotiveerde afwijzingen te ontvangen.”

Op 3 augustus twitterde het hof de mededeling dat het gaat reflecteren op de aanpak van de raadkamer- en pro forma zittingen. De advocatuur wordt uitgenodigd om tips te geven.

Max den Blanken
Max den Blanken

Eén van de reacties kwam van advocaat Max den Blanken (Cleerdin & Hamer). Hij geeft als tips: “Meer dan 5 minuten per zitting inplannen, niet 30 zittingen op een dag, daadwerkelijk interesse in de verdachte tonen, niet het pleidooi in twee zinnen samenvatten en de raadsman niet aan het woord laten, een fatsoenlijke bejegening handhaven, een gemotiveerde beslissing nemen.”

Richard de Korver meent: “Meer pushen bij rechtbank om dossiers sneller te krijgen, geen stempelmachine zijn maar echte aandacht en interesse geven. En niet “standaard” onaardig doen tegen verdachte en raadsman.”

Enig cynisme

Verder heerst onder de reagerende advocaten, onder wie NVSA-voorzitter Jeroen Soeteman, enig cynisme over de oproep van het hof. De strekking: het hof weet al lang wat er mis in bij de raadkamer, beetje vreemd om nu om  tips te vragen.

“Het ergste is dat de wet niet wordt nageleefd,” zegt Max den Blanken in een toelichting aan Mr. “In de wet staat dat, als iemand in voorlopige hechtenis zit, de rechter iedere 90 dagen moet toetsen of iemand terecht vastzit. Ik en veel collega’s hebben stellig de indruk dat er niet wordt getoetst maar gewoon wordt verlengd. Terwijl voorlopige hechtenis een zeer ingrijpend middel is.”

Voor een strafdossier van 400 pagina’s trekt het Hof tijdens een pro forma zitting 2, 3 of 4 minuten uit, zegt Den Blanken. “De rechter heeft dertig van dergelijke zaken op één dag staan, en wil het niet echt over de inhoud hebben. Je mag van een rechter verwachten dat hij het dossier kent, maar het is om in zo’n situatie onmogelijk om 30 dossiers van 400 pagina’s te bestuderen.”

Hij noemt het een misstand dat de raadsheren bij de eerste pro forma zitting vaak niet eens over het dossier beschikken. “Dat ligt namelijk een verdieping lager, bij de rechtbank. Dat betekent dus dat er zes maanden nodig zijn om dat dossier één verdieping naar boven te plaatsen.”

Toneelstuk

“Hoe kun het hof dan toetsen?” vraagt Den Blanken zich af. “Toch wordt in die situatie de voorlopige hechtenis standaard verlengd omdat de rechtbank al heeft veroordeeld. Als een cliënt vraagt of het zin heeft om naar die zitting te gaan, zeg ik ‘Natuurlijk heeft het zin, natuurlijk luisteren die rechters naar je. Want dat is hun beroep.’ Je moet er vanuit kunnen gaan dat de rechter geïnteresseerd is in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. En dat de rechter er daadwerkelijk rekening mee houdt dat deze persoon onschuldig is, maar het is voor mij als advocaat heel lastig om de cliënt te overtuigen dat hij niet in een toneelstuk is terechtgekomen. Die cliënt ervaart dat zo. En ik weiger mee te spelen.”

De Blanken geeft een praktijkvoorbeeld. “Ik schrijf een pleitnota van 16 pagina’s. Kom ik binnen, zegt de voorzitter: ‘Beste raadsman: u heeft verzoek ingediend. Er zijn geen ernstige bezwaren, u doet een opheffingsverzoek en een schorsingsverzoek want uw cliënt heeft een kind. Vat ik het zo goed samen?’ En dan verwacht de voorzitter dat ik ja zeg. Het is niet de bedoeling dat je een toelichting geeft. En dan mag de cliënt weer drie maanden naar de gevangenis.” Hij voegt daaraan toe dat de raadsheren bij de inhoudelijke zitting wel de tijd nemen. “Maar de wet schrijft voor dat ook bij de pro forma zitting goed gekeken moet worden.”

Haagse ziekte

De advocaat voelt zich soms geschoffeerd door de raadsheren. “Bepaalde raadsheren hebben echt een bejegeningsprobleem. Ik ga van Groningen tot Maastricht naar de rechtbank, maar dit is echt een Haagse ziekte. Aan een collega-advocaat werd gevaagd of hij ziek was, omdat hij niet ging staan toen hij sprak. Dat is een exces, maar het past in een cultuur waarin de advocaat met regelmaat als stoorzender wordt beschouwd.”

“Zo maak ik het niet mee in de gerechtshoven van Arnhem/Leeuwarden, Den Bosch en Amsterdam,” vervolgt Den Blanken. Misschien richten die hun werkwijze op een andere manier in.” Dat het hof nu wil reflecteren, noemt Den Blanken prima. “Wij advocaten helpen graag om de verandering in gang te zetten.”

Fatsoenlijke bejegening

In een reactie op de kritiek zegt een woordvoerster van het hof dat de raadsheren in hun werk streven naar een fatsoenlijke bejegening ter zitting van alle procesdeelnemers en naar een professionele behandeling van iedere zaak. “Daarbij hoort dat er voldoende tijd is voor het naar voren brengen van standpunten en dat uitspraken voldoende worden gemotiveerd. Als daar door een aantal advocaten publiekelijk over wordt geklaagd, nemen we dat uiterst serieus.”

Wat het hof gaat doen met de kritiek kan de woordvoerster nu nog zeggen, omdat het hof nog in de analysefase zit. Er is overleg geweest met de dekens van de Orde van Advocaten in Den Haag en in Rotterdam, en de komende weken komen er gesprekken met de NVSA en de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten (NVJSA). “We willen bezien hoe en waar we structurele kritiekpunten kunnen vertalen naar mogelijke verbeteringen. Ook de voorzitters van de raadkamer- en pro forma-zittingen en griffiers buigen zich daar intern over. We hopen zo snel mogelijk een goed beeld te hebben en te kunnen zeggen welke aanpassingen zullen worden ingezet, in de vorm van een plan van aanpak.”

Al enige tijd bezig

Daarvoor kijkt het hof onder meer naar de werkwijze van de andere gerechtshoven. “Als we tot de conclusie komen dat meer maatwerk-motivering nodig is, zal daartoe worden overgegaan.”

Volgens de woordvoerster is het hof al enige tijd bezig met het optimaliseren van de werkwijze van de raadkamer- en pro forma-zittingen. “Dat betekent voortdurend een balans bewaren tussen hetgeen van belang is voor een professionele behandeling enerzijds en de kostbare, schaarse zittingscapaciteit die ook nodig is voor tijdige inhoudelijke behandeling van rechtszaken (doorlooptijden) anderzijds.”

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven