De directe aanleiding voor de oproep van Artsen zonder Grenzen is de dodelijke aanval van Israël op vijftien hulpverleners van de Rode Halve Maan eind maart. Israëlische strijdkrachten vielen de hulpverleners aan ondanks dat zij – zo bleek later uit videobeelden die The New York Times publiceerde – duidelijk als zodanig herkenbaar waren. Naar alle waarschijnlijkheid is er sprake van een oorlogsmisdaad.
In de praktijk is het echter “buitengewoon lastig” om verdachten van zulke misdrijven vervolgd te krijgen, stelt Erik Laan, hoofd Beleid en Belangenbehartiging van Artsen zonder Grenzen, in NRC. “De enige plek waar we formeel terechtkunnen, is het Internationaal Strafhof, maar dan zijn we afhankelijk van de openbaar aanklager, en de kans op vervolging via die weg is klein.”
Nederlands contract
Artsen zonder Grenzen vindt om die reden dat Nederland zich meer verantwoordelijk zou moeten voelen voor de bescherming van hulpverleners in oorlogsgebieden. Volgens de hulporganisatie zou dat kunnen door vervolging van verdachten van oorlogsmisdrijven via het Nederlandse rechtssysteem mogelijk te maken, ook als die verdachten – of de slachtoffers – geen Nederlanders zijn. Een indirecte link met Nederland, zoals een Nederlands contract met een buitenlandse hulpverleningsinstantie, zou al kunnen volstaan om vervolging via het Nederlandse recht mogelijk te maken.
De suggestie van Artsen zonder Grenzen is niet uniek. Onder meer in Duitsland, Zweden en België is het juridisch gezien al mogelijk om buitenlandse verdachten van oorlogsmisdrijven in conflictgebieden via het eigen rechtssysteem te berechten. In Zweden kan dat al bij een zeer indirecte band, bijvoorbeeld als een familielid van een slachtoffer in Zweden woont. In Duitsland is helemaal geen band met het desbetreffende land nodig om te kunnen vervolgen. Enige beperking vindt Artsen zonder Grenzen echter wel op zijn plaats, om verdere overbelasting van het Nederlandse rechtssysteem te voorkomen.
Dodelijkste jaar
Dat oorlogsmisdrijven in conflictgebieden veelal onbestraft blijven, is Artsen zonder Grenzen al langer een doorn in het oog. Volgens de hulporganisatie draagt het uitblijven van strafrechtelijke consequenties voor verdachten van oorlogsmisdaden bij aan de toename van het aantal slachtoffers ervan. 2024 was met 937 dodelijke slachtoffers in conflictgebieden het dodelijkste jaar voor hulpverleners in de geschiedenis. Nog eens 1.774 hulpverleners raakten vorig jaar gewond tijdens het uitoefenen van hun functie in oorlogsgebied.