Bush lawyers en meeprocederende rechters

Delen:

Sinds september 2011 ben ik als advocaat werkzaam op de Sint Maartense vestiging van ons kantoor. Op dit piepkleine eiland van vierendertig km² zijn maar liefst zestig advocaten actief. Toch sta je hier in een procedure geregeld tegenover rechtsbijstandverleners die geen advocaat zijn, soms nooit een rechtenfaculteit van binnen hebben gezien, en hun klanten toch met verve bijstaan. Dat zijn de zogenaamde zaakwaarnemers of ‘bush lawyers’. Deze laatste term was ooit bedoeld als neerbuigende (maar nu geaccepteerde) benaming voor personen die, zonder advocaat te zijn, hun beroep maken van het verlenen van rechtsbijstand. Er is zelfs een bush lawyer die prat gaat op zijn status en zich expliciet profileert als ‘The Bush Lawyer’. 

Het bestaan van bush lawyers laat zich verklaren door de kleinschaligheid van de eilanden. Deze maakte het in het verleden voor personen bijna onmogelijk om een advocaat te vinden om hen bij te staan in een procedure. In de jaren ’20 van de vorige eeuw was alleen op Curaçao een handjevol advocaten te vinden. In 1933 was zelfs maar één afgestudeerde jurist als advocaat op Curaçao actief [1]. Mede om die reden bestaat op Sint Maarten en op de andere Caribische eilanden in het Koninkrijk geen verplichte procesvertegenwoordiging, ook niet in hoger beroep. Partijen kunnen zelf procederen, een ander daartoe machtigen of een zaakwaarnemer inschakelen. De bevoegdheid van de zaakwaarnemer om in procedures op te treden is in de wet wel beperkt: als op het eiland waar hij of zij is ingeschreven méér dan twee advocaten zijn gevestigd (wat nu op alle eilanden behalve Saba en St. Eustatius het geval is) dan mag de zaakwaarnemer alleen optreden in zaken met een belang van ten hoogste Nafl. 10.000, of in zaken met betrekking tot de ontruiming van een gehuurde onroerende zaak.

De kleinschaligheid van de eilanden heeft nog andere duidelijke gevolgen gehad voor de lokale manier van procederen. Een daarvan is te vinden in artikel 118 Rv. Daarin staat onder andere dat de rechter in eerste aanleg bevoegd is om, als hij dat nodig vindt, partijen ‘opmerkzaam te maken op de rechtsmiddelen die zij kunnen aanwenden’. Daarmee wordt bedoeld dat de rechter suggesties aan partijen kan doen om (de grondslag van) hun eis of verweer aan te vullen. De rechter is dus veel actiever dan in Nederland en kan in feite met een partij ‘meeprocederen’. Hij kan bijvoorbeeld aan de verweerder de suggestie doen om eens wat beter te onderzoeken of de vordering die tegen hem is ingesteld misschien niet is verjaard, partijen adviseren om nog eens goed te kijken naar bepaalde relevante jurisprudentie of opperen dat een overeenkomst waar een partij zich op beroept om een bepaalde reden wel eens geëindigd zou kunnen zijn.

De reden voor het invoeren van artikel 118 Rv. is dat de procederende partijen (en hun advocaten of zaakwaarnemers) eenvoudige personen waren en soms geholpen moesten worden als zij geconfronteerd werden met sterkere wederpartijen. Een andere genoemde reden is dat rechters vroeger reizende rechters waren: op Sint Maarten was niet altijd een (professionele) rechter aanwezig. Als hij er dan was moesten er wel spijkers met koppen geslagen worden.     

Op Sint Maarten, Curaçao, Aruba en Bonaire is het met het aanbod van advocaten inmiddels heel wat beter gesteld dan vroeger. In totaal zijn op de eilanden nu zo’n 350 advocaten actief. Bovendien hoeven de rechters in eerste aanleg niet meer te reizen. Op alle eilanden (behalve Saba en Sint Eustatius) zijn professionele rechters aanwezig (op Sint Maarten in The Court House, een houten gebouw met twee rechtszalen en een goudkleurige ananas op het dak). Je zou daarom verwachten dat er voor rechters minder aanleiding is om met een procespartij mee te procederen. Dat is echter niet het geval. Ook nu komt het nog geregeld voor dat rechters partijen een handje meehelpen. Dat is natuurlijk prettig voor de partij die van suggesties wordt voorzien, maar minder leuk voor de advocaat (of zaakwaarnemer) die denkt te kunnen scoren en ineens de rechter tegenover zich vindt.



[1] Zie ook mr. G.C.C. Lewin, Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba, Serie Burgerlijk Proces & Praktijk, Kluwer 2009.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Nieuwste berichten

Van onze kennispartners

Scroll naar boven