CRVB: Duidelijkheid over belanghebbende

Delen:

Centrale Raad van Beroep

Met twee uitspraken heeft de grote kamer van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) duidelijkheid geschapen over wie volgens de Algemene wet bestuursrecht belanghebbende is binnen het sociaal domein. Zowel een zorgaanbieder als een verzekeraar/garantsteller kan daardoor wel opkomen tegen besluiten waardoor ze gedupeerd zijn. De CRvB volgt daarmee de conclusie van raadsheer advocaat-generaal Widdershoven.

Zelfstandig eigen belang

Om als belanghebbende volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht te kunnen worden aangemerkt, moet sprake zijn van een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang dat de betrokkene in voldoende mate onderscheidt van anderen. Dat belang moet rechtstreeks bij het desbetreffende besluit zijn betrokken. Het enkele feit dat sprake is van een contractuele relatie tussen degene tot wie een besluit is gericht en een derde, betekent niet dat het belang van die derde bij dat besluit alleen al daarom als een afgeleid belang moet worden aangemerkt. Onderzocht moet daarom worden of die derde los van die contractuele relatie ook een zelfstandig eigen belang heeft bij dat besluit, aldus de CRvB.

Zorgcentrum

In de eerste zaak vocht een zorgcentrum een besluit aan dat was gericht aan een van zijn cliënten. De cliënte had te horen gekregen dat zij met haar persoonsgebonden budget (pgb) geen zorg meer mocht inkopen bij dat zorgcentrum. De CRvB stelt vast dat de voorwaarde dat het pgb niet mag worden besteed bij het zorgcentrum voor dat zorgcentrum directe financiële gevolgen heeft, die niet uitsluitend voortvloeien uit de contractuele relatie die het zorgcentrum met deze cliënte heeft. Aannemelijk is dat het zorgcentrum door dat besluit wordt geraakt in zijn vermogenspositie, oordeelt de CRvB. Het zorgcentrum is daarom bij dat besluit belanghebbende.

WIA-uitkering

In de tweede zaak kwam een garantsteller op tegen de toekenning van een WIA-uitkering aan een werkneemster die werkzaam was geweest bij een inmiddels failliet verklaarde werkgever. Volgens het UWV kon de garantsteller niet als belanghebbende bij het uitkeringsbesluit worden aangemerkt. Hier geldt dat de verplichting voor de garantsteller om de WIA-uitkering aan het UWV te betalen niet alleen voortvloeit uit de garantstellingsovereenkomst tussen de (failliete) werkgever en de garantsteller, maar ook direct uit de Wet WIA zelf. Daarom heeft de garantsteller een zelfstandig eigen belang bij het uitkeringsbesluit, oordeelt de CRvB.  De garantsteller had door het UWV dus wel als belanghebbende moeten worden aangemerkt.

Het gaat in beide zaken om een eindoordeel. Naar aanleiding van deze uitspraken moeten nieuwe besluiten worden genomen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven