‘Culturele vrijheid en het strafrecht’

Delen:

Deel op Signal

‘Culturele vrijheid en het strafrecht’. Dat is de titel van het proefschrift van mr. W.M. Limborgh. In het proefschrift wordt ingegaan op de toelaatbaarheid en strafbaarheid van culturele feiten die onder het bereik van de Nederlandse strafwet vallen. Voorbeelden van dergelijke culturele feiten zijn eerwraak, meisjes- en jongensbesnijdenis en polygamie. Limborgh promoveert op vrijdag 7 oktober aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).

Limborgh is bij het schrijven van zijn proefschrift begeleidt door prof. W. van der Burg, hoogleraar rechtsfilosofie en rechtstheorie aan de EUR (promotor) en mr. G.J.M. Corstens, president van de Hoge Raad der Nederlanden (copromotor).

Aan de hand van de (voornamelijk) door de filosofen Amartya Sen en Martha Nussbaum ontwikkelde capability-benadering wordt in het proefschrift een kader geschetst waarbinnen culturele feiten op een genuanceerde en afgewogen wijze kunnen worden geëvalueerd. Betoogd wordt dat de toelaatbaarheid van culturele feiten afhankelijk is van de effecten van die feiten op de vrijheden die mensen in hun dagelijkse bestaan genieten. Voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van een specifiek cultureel feit dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds de culturele vrijheid van de pleger en anderzijds de vrijheden van de slachtoffers.

In het proefschrift wordt beargumenteerd dat culturele feiten die binnen het geschetste kader toelaatbaar worden bevonden, van strafrechtelijke aansprakelijkheid moeten worden uitgesloten. Om dit te bewerkstelligen dient te worden aangesloten bij één van de beginselen die ten grondslag liggen aan het Nederlandse strafrecht: het wederrechtelijkheidsbeginsel. Dit beginsel krijgt binnen het Nederlandse strafrecht op verschillende manieren vorm. Elk van deze manieren vormt een potentieel aanknopingspunt voor het van strafrechtelijke aansprakelijkheid uitsluiten van toelaatbare culturele feiten. Bij welke vorm moet worden aangesloten, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval.

Limborgh is in 2001 afgestudeerd in de studierichting Nederlands recht aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens heeft hij negen jaren bij de Hoge Raad der Nederlanden gewerkt, eerst als medewerker van het wetenschappelijk bureau en later als persoonlijk medewerker van de president. Sinds juni 2011 werkt mr. Limborgh als advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn.

De promotie vindt plaats om 9.30 uur in de Senaatszaal op Campus Woudestein.

Delen:

Deel op Signal

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven