Bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders kunnen ‘belanghebbenden’ klagen over zowel de ambtelijke als de incassowerkzaamheden van de deurwaarders. In 2022 hadden de gerechtsdeurwaarders 3 miljoen dossiers in behandeling en verrichten zij 1,5 miljoen ambtshandelingen. Het aantal nieuw ingekomen klachten is in 2022 gedaald naar 477 – het jaar ervoor waren dan er nog 600.
Tuchtrechtspraak
De Kamer toetst bij haar ingediende klachten aan de tuchtrechtelijke norm zoals deze is neergelegd in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Een gerechtsdeurwaarder is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens de gerechtsdeurwaarderswet gegeven bepaling, of ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt.
Griffierecht
Het aantal klachten over deurwaarders neemt al jaren af. In 2017 kwamen er nog 1254 nieuwe klachten binnen, een jaar later daalde dat fors naar 660. Een belangrijke reden voor die halvering was de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen, die op 1 januari 2018 in werking trad. Vanaf die datum moeten klagers een griffierecht betalen van € 50. Die ontvangt daarvoor een rekening van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR). Wordt het griffierecht niet voldaan, dan wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Beslagvrije voet
In de jaren daarna bleef het aantal klachten vrij stabiel: 687 in 2019, 623 in 2020 en 600 in 2021. De daling naar 477 in 2022 kan volgens de voorzitter van de Kamer, mr. W.M. de Vries liggen aan de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet. Over de vaststelling van de beslagvrije voet worden sindsdien minder zaken aan de Kamer voorgelegd, hoewel de Kamer hiervoor niet de juiste instantie was – de Kamer kan geen beslissing geven die direct leiden tot een aanpassing van de beslagvrije voet en restitutie van ingehouden bedragen.
Geldboete
Verreweg de meeste kamerbeslissingen zijn uitgemond in een ongegrondverklaring van de klacht (119 keer). In die zaken die wel tot een gegrondverklaring hebben geleid zijn de volgende maatregelen opgelegd: 16 waarschuwingen, 24 berispingen, 9 geldboetes, 5 schorsingen en 1 ontzetting uit het ambt. In vijf gevalleen is de klacht gegrond verklaard zonder oplegging van een maatregel. De overige elf kamerbeslissingen betreffen niet-ontvankelijkverklaringen. De negen geldboetes leverden in totaal € 1.000 op; één deurwaarder kreeg een boete van € 5.000 – deze begon een gerechtelijke procedure nadat het incassotraject niets had opgeleverd. Over deze procedure had hij de opdrachtgever niet ingelicht, waarbij het griffierecht werd voorgeschoten, wat ook niet was toegestaan.
In 2022 is 39 keer een proceskostenveroordeling uitgesproken (2021: 26 keer). Het LDCR ontving aan proceskosten € 46.100. De doorlooptijd van zaken betrof in 2022 gemiddeld elf maanden.
Lees hier het Jaarverslag 2022 van de Kamer van Gerechtsdeurwaarders.