De comeback van oud-rechters: ‘Leuk en belangrijk werk’

Sinds september vorig jaar helpen gepensioneerde rechters bij het wegwerken van de corona-achterstanden. Martien Diemer en Floris Bakels (rechtbank Amsterdam) en Ben Ides Peeters (rechtbank Zeeland-West-Brabant) aarzelden geen moment toen ze in beeld kwamen: “Het is leuk en belangrijk werk.”

Delen:

Beeld bij gepensioneerde rechters-dc5af918
Foto: Geert Snoeijer

“Ik werd in augustus vorig jaar opgebeld door het hoofd van de sector straf,” vertelt Martien Diemer (71), die voor zijn pensioen strafrechter was in de rechtbank Amsterdam. “Hij vroeg me om te helpen bij het wegwerken van de achterstanden, en ik vond het leuk om te doen.”

Martien Diemer (rechtbank Amsterdam)
Martien Diemer (rechtbank Amsterdam)

Diemer is een van de 75 gepensioneerde rechters die opnieuw aan de slag is gegaan. Hij is eerder rechter civiel en bestuursrecht geweest, en rechter-commissaris. In april 2016 ging hij met pensioen, op zijn 67e. “Omdat er twee ontwikkelingen aan kwamen waar ik niet zo’n trek in had,” legt hij uit. “Het volledig digitaal werken en de flexibele werkplekken.”

Diemer zei direct ja toen hij vorig jaar werd benaderd. “Leuk om weer eens mee te maken,” vindt hij. “Er komen wel meer dingen op me af sinds ik gepensioneerd ben. Ik heb college gegeven aan de Universiteit Leiden en aan de Universiteit van Amsterdam en ik ben voorzitter van de Toetsingscommissie Euthanasie.”

Gesprekken met collega’s

Hij heeft voor het hernieuwd rechterschap niets hoeven op te offeren: “Ik leid een contemplatief bestaan, ik kijk wat er op me afkomt. Ik voer gesprekken met collega’s, ik wandel, ik had sowieso vrij veel ruimte, dus dit kon er nog makkelijk bij.”

Het inzetten van gepensioneerde rechters is een van de maatregelen die de Rechtspraak neemt om de voorraad rechtszaken te verkleinen. Floris Bakels (71) maakte net als Martien Diemer zijn comeback. “Nou ja, eigenlijk ben ik nooit weggeweest,” zegt hij. “Ik geef maandelijks een actualiteitencursus aan leden van de rechtbank Amsterdam en andere gerechten, en ik ben ook vraagbaak. Zo kwam vanzelf de vraag op of ik weer rechter wilde worden.”

Floris Bakels - Rechtbank Amsterdam’
Floris Bakels (rechtbank Amsterdam)

Bakels was vooral actief als civiele rechter. Hij was achtereenvolgens rechter in de rechtbank Haarlem, raadsheer in het gerechtshof Amsterdam, advocaat-generaal bij de Hoge Raad en raadsheer en vicepresident in de Hoge Raad. In januari 2020 ging hij met pensioen als kortgedingrechter in Amsterdam.

“Ik vind het recht en de rechtspraak buitengewoon belangrijk voor de samenleving,” zegt Bakels “Ik zie het als een dienstbaar vak, je probeert mensen te helpen. En ik vind het prettig om een zinvol leven te leiden.”

Cursus intervisie

Net als Floris Bakels is Ben Ides Peeters nooit helemaal weggeweest uit de Rechtspraak. “In de tijd dat ik niet werkte, heb ik in overleg met de rechtbank een cursus intervisie gedaan en afgerond,” vertelt de rechter die met pensioen ging op 1 mei 2019. “Ik vond het rechterlijk werk zo leuk dat ik verbonden wilde blijven met mijn rechtbank. Het was de bedoeling dat ik intervisie op de rechtbank zou opzetten en ook landelijk beschikbaar zou zijn. Corona heeft hier echter roet in het eten gegooid.”

Dankzij hetzelfde corona-virus kon strafrechter Ides Peeters weer aan de slag bij ‘zijn’ rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda. Hij stak zijn vinger op toen de NVvR in april 2020 aan de leden vroeg of ze ideeën hadden voor het inlopen van de achterstanden. “Ik heb toen gesuggereerd om gepensioneerde rechters in te zetten. Later kreeg ik vanuit de NVvR de reactie dat de wettelijke voorbereidingen hiervoor in gang waren gezet. Toen heb ik contact gezocht met de rechtbankpresident en die vond het erg fijn als ik zou willen komen. Je dient een verzoek in, dan komt er een Koninklijk Besluit en dan word je benoemd.”

Zijn benoeming ging in op september 2020. “Ik had er zin in,” licht hij toe. “Ik vind het fijn om iets nuttigs te doen voor de Rechtspraak.” Ides Peeters doet nu alleen politierechterzittingen. “Een zitting per week gemiddeld. Daar ben ik twee dagen aan kwijt.”

En, bevalt het? “Heel goed, na twee dagen had ik het gevoel dat ik niet was weggeweest. Oud-collega’s vonden het leuk me weer te zien.” De zittingen zijn op de rechtbank, de voorbereiding gebeurt thuis.

Vrijmetselaar

Ides Peeters heeft geen andere activiteiten moeten opgeven voor zijn tijdelijke comeback. “Ik ben een familieman en actief vrijmetselaar, ik lees veel, en ik ben vrijwilliger in een inloophuis voor kankerpatiënten. Maar een aantal van die activiteiten lag stil door corona, dus ik had de tijd om het rechterschap weer op te pakken.”

Ben Ides Peeters - Rechtbank Zeeland West-Brabant’
Ben Ides Peeters (rechtbank Zeeland West-Brabant)

Hij hoefde zich niet in te werken omdat de meeste regels of werkprocessen niet zijn veranderd. “Het enige is dat je verdachten soms via een beeldverbinding hoort in plaats van op zitting. Als er geen alternatieven zijn is het een prima oplossing.”

Floris Bakels is op 1 januari opnieuw begonnen met rechtspreken als rechter in de sectie handel van de rechtbank Amsterdam en besteedt daar een dag per week aan. “Dat vult de rechtbank in door mij één bewerkelijke zaak per maand te geven.”

Bakels, die onder meer adviseur is van het advocatenkantoor Pot Jonker, heeft geen ruimte hoeven te maken in zijn agenda. “Nee, er kon nog wel wat bij.” Hij hoefde er ook niet in te komen. “Want ik ben er nooit uit geweest.”

Nieuwbouw

Martien Diemer spreekt sinds 1 januari weer recht. Hij doet eens in de drie weken een politierechterzitting. “Ik heb mijn leven nu aangenaam ingericht en ik heb geen zin om dat ingrijpend te veranderen.” Inwerken was niet moeilijk, zegt hij. “Ik moest alleen even uitzoeken hoe ik ook weer bij Divos moest komen, het dossiersysteem van de rechtspraak.”

En hij maakt interessante dingen mee. “De nieuwbouw van de rechtbank gaat in mei open. Ik vind het leuk om dat mee te maken. Wat ik wel ook boeiend vind, zijn de mededelingen vanuit het gerechtsbestuur. Dan zie ik onderwerpen die eerder niet aan de orde kwamen, bijvoorbeeld een vergadering over diversiteit en inclusie. Of een cursus mindfulness. Als wij vroeger een cursus kregen, ging die over het begrip van het recht, of over helder formuleren.”

Diemer geniet van zijn werk. “Het is heel leuk. Maar ik merk wel dat ik ouder word. Als ik een politierechterzitting heb die vijfeneenhalf uur duurt, ben ik na afloop behoorlijk moe. En ben ik blij dat ik de volgende dag niet weer een zitting hoef te doen.”

Geheugen

Ides Peeters zegt over ouder worden: “Het geheugen gaat achteruit, maar de rest gelukkig niet.” Bakels: “Ik heb er altijd voor gezorgd dat ik fysiek fit ben, en ik ben ook hard blijven studeren. Maar net als voor ieder ander geldt: het geheugen wordt iets minder. Ik had vroeger een heel goed geheugen, nu gewoon een goed geheugen. Aan de andere kant zie je verbanden soms gemakkelijker dan vroeger. Het begripsvermogen wordt beter.”

Hoezeer de drie rechters ook genieten van hun werk: op hun 73ste zullen ze echt moeten stoppen. Zo is het in de wet geregeld.

We hebben de drie rechters ook gevraagd welke zaak in hun carrière de meeste indruk heeft gemaakt. Hier volgen hun antwoorden.

 

Martien Diemer:“Dat was de Jomanda-zaak in 2009. Het gerechtshof verplichtte het Openbaar Ministerie om Jomanda te vervolgen wegens dood door schuld. Het was een heel bijzondere verdachte, met een heel bijzonder slachtoffer te weten de actrice Sylvia Millecam. Jomanda presenteerde zich als gebedsgenezeres die gegevens doorkreeg van het hogere. Sylvia Millecam had van oncologen gehoord dat ze een heel nare vorm van borstkanker had, maar volgens Jomanda was het een bacteriële infectie. Daar is Sylvia Millecam in meegegaan, en vervolgens is ze overleden aan kanker. We hebben Jomanda vrijgesproken, omdat oncologen aan Millecam nadrukkelijk hadden verteld dat ze kanker had. Als vervolgens een buurvrouw of een gebedsgenezeres iets anders zegt, dan is het aan de patiënt om dat op te pikken of niet. Jomanda heeft zich nooit voorgedaan als arts. Twee alternatieve artsen die de diagnose kanker ook terzijde hadden geschoven, zijn wel veroordeeld. De zaak maakte veel indruk omdat het slachtoffer iemand was die dingen goed op een rijtje leek te hebben. Maar door een ernstige ziekte kan de ratio op de loop gaan. En dan ga je mensen geloven die dingen zeggen die je graag wil horen.”

Ben Ides Peeters:“Rekening houdend met het beroepsgeheim kan ik zeggen dat de zaken die ik als rechter-commissaris in strafzaken heb meegemaakt bij mij het langst op het netvlies zijn blijven hangen. Wat je bij (huis)zoekingen aantreft, tart soms elke verbeelding. De viezigheid, de ellende, de bijna verdierlijking van mensen. Een zoeking in een drugszaak herinner ik mij nog als gisteren. Het was bij een echtpaar met jonge kinderen thuis. Omdat de man als gevaarlijk werd beschouwd, ging het arrestatieteam eerst naar binnen. Achteraf bleek het hele gezin in de woonkamer op een bankstel te slapen (het was een uur of zes ’s ochtends). Toen mijn griffier en ik binnenkwamen, lagen de ouders geboeid op de grond. De verbijsterde blik van die kinderen toen ze zagen wat er met hun ouders was gebeurd zal mij altijd bijblijven.”

Floris Bakels:“De civiele zaak die me het meest is bijgebleven is die van baby Kelly (HR 18 maart 2005, NJ 2006, 606). Ik had als raadsheer in de Hoge Raad geen personen, maar alleen een dossier voor me. De zaak ging over een echtpaar dat kinderen wilde krijgen, maar in de familie van de man kwam een genetische afwijking voor. Toen de vrouw zwanger raakte, wilde zij een prenataal onderzoek omdat zij en haar man hun kind een gehandicapt leven wilden besparen. Een geraadpleegde verloskundige van het LUMC heeft de vrouw gerustgesteld. Daarna is de vrouw bevallen van een dochter, Kelly, die fysiek en geestelijk ernstig gehandicapt bleek te zijn als gevolg van de gevreesde genetische afwijking. De ouders zouden dit meisje niet geboren hebben laten worden als ze hadden geweten wat hen en haar te wachten stond. Het LUMC is door de rechtbank, hof en Hoge Raad aansprakelijk geacht voor materiële en immateriële schade van het kind én haar ouders. Dat was een moeilijke beslissing omdat de vraag aan de orde kwam of het leven zelf als schade kan worden aangemerkt. Is dat verenigbaar met de waardigheid van het menselijk leven? Het ging in deze zaak niet alleen om juridische, maar ook om ethische en religieuze vraagstukken. Het was daarom een heel uitdagende, en daardoor inspirerende zaak.”

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven