Het inzetten van gepensioneerde rechters is een van de maatregelen die de Rechtspraak neemt om de voorraad rechtszaken te verkleinen. Andere maatregelen zijn onder meer: het verruimen van de openingstijden van gebouwen, het huren van andere ruimtes en meer gebruik maken van rechters-plaatsvervangers. Verder gaat het Openbaar Ministerie meer eenvoudige zaken zelf afdoen met een strafbeschikking, en hevelen rechtbanken en hoven een deel van de meervoudige kamer-zaken over naar de enkelvoudig rechter. Waar mogelijk worden strafzaken schriftelijk of via telehoren of videobellen afgedaan.
Rechters gaan op hun 70e met pensioen. Herintredende gepensioneerde rechters kunnen pas weer aan de slag als ze zijn beëdigd. Ze kunnen volgens de wet maximaal tot hun 73e blijven werken, en worden benoemd bij het gerecht waar ze het laatst werkzaam waren. Onbekend is hoeveel van deze rechters al zijn begonnen. De Rechtspraak verwacht dat ook sommige rechters die nu tegen hun pensioen aan zitten blijven doorwerken na hun pensioen.