De Nederlandse bevolking vindt veiligheid belangrijker dan privacy, zo blijkt uit een onderzoeksrapport van het CBS. Dat is wel heel ironisch voor een land waar tolerantie en vrijheid belangrijke kenmerken zijn. Tot de jaren negentig was dit heel anders. Toen hechtte men grote waarde aan privacy. Het vormde een grens om ingrijpende onderzoeksmethoden af te wijzen. Vanaf de jaren negentig lijkt privacy steeds minder gewicht in de schaal te leggen. De aanslagen in New York werden als een acute dreiging op mondiaal niveau beschouwd. Dreigende angst vergroot het gevoel van onveiligheid. Jansen, Tolsma en De Graaf concluderen in hun artikel ´Vrijheid versus veiligheid´ in het sociaalwetenschappelijk tijdschrift Mens & Maatschappij dat burgers hun rechten minder opeisen naarmate ze een terroristische dreiging groter achten.
In de huidige veiligheidsvisie ligt het accent op het voorkomen van potentiële risico’s. Voor dit doel mogen dwangmiddelen zoals het aftappen van computers en telefoons gebruikt worden tegen potentiële daders. Daarmee wordt waarheidsvinding vervangen door beperking van de veiligheidsrisico’s. Als het gaat om een terroristisch misdrijf is de drempel nog lager. In dit geval levert alleen een aanwijzing voldoende basis voor de toepassing van opsporingmethoden. In de praktijk kan een anonieme tip al een aanwijzing van een terroristisch misdrijf opleveren. De vraag is natuurlijk wat de maatstaf is bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van zo´n melding. Daar kunnen zich veel fouten voordoen. In 2004 zijn drie leden van een Marokkaans gezin uit Utrecht aangehouden op basis van een anonieme melding. Achteraf bleek dat het gezin niets te maken had met een terroristisch misdrijf. Zo kan iedere burger onderzoeksobject worden door een toevallige samenloop van omstandigheden.
Volgens mij kan veiligheid niet worden gegarandeerd door steeds vaker ingrijpende middelen te gebruiken. Daarmee schuif je de fundamentele beginselen van een rechtsstaat opzij en open je de deur voor willekeur. In mijn herkomstland Turkije worden al jarenlang ingrijpende middelen gebruikt om de nationale veiligheid te garanderen. Daar wordt bijna iedereen als potentiële verdachte beschouwd, zelfs kinderen. Er komt geen eind aan de verruiming van de bevoegdheden van opsporingsdiensten, waardoor controle onmogelijk wordt. Martelingen, verdwijningen en politieke moorden waren tot kort geleden een deel van het dagelijks leven van burgers. Schrijvers, journalisten, studenten en advocaten werden opgesloten in gevangenis. Het land blijft in duister gehuld. Ondanks de vergaande veiligheidsmaatregelen is Turkije niet veilig. Als ongewenst effect draagt versterking van de strafrechtelijke handhaving bij aan polarisering van de maatschappij.
Naar mijn mening begint veiligheid met onderling vertrouwen en respect voor elkaar. Het doel van het Strafrecht is zowel bescherming van de samenleving tegen individuele overtredingen, als bescherming van de burgers tegen de willekeurige overheidsoptredens. Als uit feiten en omstandigheden geen redelijk vermoeden van betrokkenheid bij een misdrijf voortvloeit, dan is er geen recht om strafrechtelijke methoden te gebruiken.
Strafrechtadvocaat Sevil Dalkilic
(vluchtte in 2003 uit Turkije naar Nederland)