Promotie kan een goede springplank zijn voor advocaat

Een klein percentage van de advocaten is gepromoveerd. Of de doctorstitel hun carrière heeft versneld? De een zegt er meer baat bij te hebben gehad dan de ander. Het heeft extra kennis opgeleverd, analysevaardigheden en een netwerk. Onduidelijk is of een promotie op korte termijn de carrière en beloning positief beïnvloeden. "De promotie was een springplank, het heeft mij zeker aantrekkelijker gemaakt."

Delen:

Maarten Mussche (Wijn & Stael)

Zijn proefschrift Vertrouwen op informatie bij bestuurlijke taakvervulling kwam ter sprake, toen Maarten Mussche in 2011 solliciteerde bij De Brauw. Een kantoor met een wat wetenschappelijke inslag, zegt Mussche, maar of zijn proefschrift een doorslaggevende rol heeft gespeeld toen hij werd aangenomen, weet hij niet. “Het academische en het praktische lopen bij juristen door elkaar. Dan is het proefschrift een voordeel, evenals de inhoudelijke kennis en de kritische manier van denken. Maar dat kun je allemaal ook in de advocatuur leren en daar misschien nog wel sneller.” Tien jaar na zijn promotie zegt hij: “Het schrijven van het proefschrift is in die zin voor mij niet per se een goede investering geweest in mijn advocatuurlijke carrière.”

Niet per se een voordeel

Dirk Sanderink (Damsté advocaten-notarissen)

Als Dirk Sanderink in 2014 zijn proefschrift Het EVRM en het materiële omgevingsrecht bijna heeft afgerond, maar nog niet verdedigd, solliciteert hij bij Damsté advocaten-notarissen. “Dat heeft mij misschien aantrekkelijker gemaakt, gepromoveerde advocaten zijn schaars. Maar niet elk advocatenkantoor zit er op te wachten, wij hebben toch het stempel van ‘wetenschapper’. Veel kantoren zoeken praktijkmensen, een promotie is niet per se een voordeel.” Sanderinks promotie werd erg gewaardeerd, hij zou het zo weer doen. “Ervaring met het analyseren van juridische problemen heeft mij op hoger niveau gebracht.”

Wetenschap en advocatuur

Nadine Groeneveld (AKD Benelux Lawyers)

Bij Nadine Groeneveld verliep het traject iets anders. Ze solliciteerde op een advocatenvacature bij Linssen CS (Tilburg), waarbij het de bedoeling was dat ze twee dagen per week werkte aan haar proefschrift. “Die functie sloot precies aan bij mijn wens om wetenschap met advocatuur te combineren.” In 2015 haalde ze haar doctorsbul op de dissertatie De verklaring voor recht.

Na de verdediging van zijn proefschrift Ruimtelijke ordening op niveau blijft Daan Korsse nog ruim een jaar werken aan de Universiteit Utrecht. Tijdens een etentje van het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht komt zijn idee om over te stappen naar de advocatuur ter sprake. Een van de andere bestuursleden oppert: waarom niet bij het kantoor waar ik ook zit? Zo solliciteert hij bij Van der Feltz Advocaten, een kantoor met een hoog wetenschappelijk profiel.

Doorzettingsvermogen

Daan Korsse (Soppe Gundelach Advocaten)

Het is weer jaren geleden dat Mussche op een congres een advocaat spreekt die ook is gepromoveerd. Dat had hem naar eigen zeggen weinig tot niets gebracht en Mussche kon zich daar toen wel in vinden – maar is daar wel van teruggekomen. “Sommige cliënten vinden het wel degelijk een pre. Die kennen je niet maar zien wel je profiel op de kantoorwebsite. Daar staat de doctorstitel op en ze zien: die heeft doorzettingsvermogen en inhoudelijke bagage. Maar het kán ook anders uitpakken: gepromoveerden zijn doorgaans wat ouder als ze in de advocatuur beginnen, ook wat kritischer en de eerste fase van kneedbaarheid is er vanaf.”

Bij zijn volgende kantoren (Höcker en Florent) en nu bij Wijn & Stael was zijn inhoudelijke motivatie om te worden aangenomen belangrijker dan zijn proefschrift. “Maar ook daar ben je voor sommige externen wel interessant. Je bent jezelf aan het verkopen, je hebt een onderscheidend punt dus waarom zou je jezelf daar niet mee profileren. Het academische netwerk dat je als promovendus opbouwt, kan ook als advocaat waardevol zijn.”

Dat Mussche recent partner is geworden, na 2,5 jaar bij Wijn & Stael, is ook al niet alleen gekomen door zijn proefschrift. “Dat word je als je voldoet aan meerdere criteria. Het proefschrift kán indirect een rol hebben gespeeld. Ik zou dat niet weten.”

Salary partner

Dat geldt ook voor Dirk Sanderink, die twee jaar geleden bij Damsté salary partner is geworden. “Normaal word je dat pas na tien jaar, ik na vijf jaar. Mijn proefschrift heeft daarbij geen rol gespeeld, wel mijn juridische deskundigheid op het gebied van het bestuursrecht. Als het ingewikkeld wordt, dan word ik er vaak bij gevraagd – en dat heeft wél te maken met de kennis die ik heb opgedaan tijdens het promotietraject.” Maar opgeteld: die promotie heeft hem niet extra geld opgeleverd. “Collega’s met dezelfde functie die niet zijn gepromoveerd verdienen evenveel.”

Het proefschrift zelf neemt hij nog af en toe ter hand. “Het gaat over de invloed van het EVRM op het omgevingsrecht. Dat kom je niet dagelijks tegen. Het wordt af en toe wel aangehaald door een A-G bij de Hoge Raad, zoals in de Urgenda-zaak. Het kantoor besteedt in de marketing ook aandacht aan mijn publicaties. Dat is weer goed voor de naam van het kantoor.”

Cassatiezaken

Als Nadine Groeneveld in 2020 overstapt naar AKD Benelux Lawyers, doet zij dat in haar hoedanigheid van advocaat bij de Hoge Raad. Dat was ze al bij Linssen CS, ze is dat gaan doen op voorstel van haar promotor, een van de eerste advocaten bij de cassatiebalie buiten Den Haag. “Als cassatieadvocaat ben je wat wetenschappelijker bezig dan als advocaat in feitelijke instanties. En bij cassatiezaken komt kennis van burgerlijk procesrecht bij uitstek van pas. In die zin beïnvloedt het proefschrift mijn werk; behalve kennis heeft het onderzoekservaring en schrijfvaardigheid opgeleverd. Dat neemt niet weg dat er ook goede cassatieadvocaten zijn die niet zijn gepromoveerd.” Bij AKD geeft Groeneveld, mede dankzij haar wetenschappelijke achtergrond, ook cursussen, inhouse en voor anderen.

Inhoudelijke bagage

Korsse ziet weer andere voordelen die een promotie opleveren: bekendheid, “zeker in het niet al te grote wereldje van het omgevingsrecht”. Via dat wereldje belandde hij bij de Vereniging voor Bouwrecht, en via die club bij zijn eerste kantoor. Daar begon hij als stagiair – op zijn 33ste. “Door het proefschrift en je hogere leeftijd heb je als advocaat-stagiair een iets andere statuur. Je beschikt over inhoudelijke bagage die je meteen praktisch kan inzetten, ook doordat je argumentatiestructuur op orde is. Door het proefschrift verdiende ik sneller vertrouwen, maar dat moet je wel steeds waarmaken. Het proefschrift is dus niet zaligmakend: ik had een voorsprong op andere stagiairs maar je moet wel inhoudelijke prestaties blijven leveren. Ik zie die promotie dan ook als een springplank.”

Dat bleek een jaar geleden weer, toen Korsse ging verhuizen en een advocaat – die bij dezelfde promotor was gepromoveerd – polste of er op zijn kantoor nog plaats was. Zo kwam Korsse, via zijn universitaire netwerk, terecht bij Soppe Gundelach Advocaten in Almelo. Dat netwerk had hij heel bewust opgebouwd. Zo ging hij tijdens en na zijn promotiejaren cursussen geven aan advocaten. “Zo kun je cultuur van kantoren proeven en leerden zij mij kennen. Achteraf gezien was dat een goede keuze.”

Naamsbekendheid

Het is Maarten Mussche opgevallen dat gedurende de jaren de inhoud van proefschrift er steeds minder toe doet. “Het proefschrift was het startpunt, je hebt geleerd te schrijven en je kunt makkelijker publiceren, wat ook goed is voor je naamsbekendheid.” Wat resteert is de doctorstitel. Als hij niet was gepromoveerd, dan had hij – zo schat hij het in – op een vergelijkbare positie gezeten. “En misschien had ik daar ook wel eerder gezeten. Er zijn heel goede redenen om te promoveren, maar wil je vooral snel carrière maken in de advocatuur, dan kun je voorafgaand promoveren beter laten. Je bent er immers ook vier jaar mee kwijt.”

Onderscheiden

Dirk Sanderink ziet het wat anders. Hij begon in de naweeën van de financiële crisis, er was ook bij Damsté minder werk. “Misschien hebben ze wel getwijfeld: hij is wel gepromoveerd maar heeft geen ervaring als advocaat. Maar met mijn proefschrift heb ik me kunnen onderscheiden. Het kan best dat ik zonder proefschrift niet eens was uitgenodigd. Nu hebben ze misschien gedacht: laten we die binnenhengelen, het werk komt later wel. De sectie bestuursrecht had niet echt iemand nodig, dus mogelijk hebben ze mij door het proefschrift aangenomen. Dan is dat promotietraject toch bepalend geweest voor waar ik nu sta.”

Verdiepingsslag

Wat voor Nadine Groeneveld de doorslag gaf om te gaan promoveren is de inhoudelijke verdiepingsslag die daarmee kan worden gemaakt. “Ik heb het niet gedaan met het idee: dit gaat zonder meer wat doen voor mijn carrière, althans niet in financiële zin. Ik heb in het verleden over onderzoek gelezen naar de invloed van een promotie op het verloop van een carrière en daaruit bleek dat er pas op lange termijn verschillen zichtbaar werden in salariëring ten opzichte van niet-gepromoveerden, al was het ook sterk branche-afhankelijk als ik het mij goed herinner. Een loopbaan wordt ook door andere factoren beïnvloed.”

Salaris

Ook Daan Korsse vraagt zich af of hij met zijn proefschrift meer is gaan verdienen. “Je komt met een voorsprong binnen, je hebt minder begeleiding nodig, je werkt zelfstandiger en dan kun je meer omzet draaien dan iemand die rechtstreeks uit de collegebanken komt. Maar als ik me vergelijk met leeftijdgenoten: die zitten langer in de advocatuur en hun salaris is in die jaren ook opgelopen. En dat loopt veel harder op dan aan de universiteit.”

Lees meer over:

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven