‘De wet als kunstwerk’: een prachtig leerboek

Delen:

Het is alweer anderhalf jaar geleden dat professor Willem Witteveen tragisch om het leven kwam bij de vliegtuigramp met de MH17. Over zijn postuum verschenen boek De wet als kunstwerk organiseerden de VWR en de VSR gezamenlijk een studiemiddag: in Utrecht kruisten op vrijdag 20 november een kleine veertig rechtssociologen en rechtsfilosofen intellectueel de degens om Witteveens werk dieper te doorgronden.

Witteveen bespreekt in zijn boek tien geboden waaraan iedere wet zou moeten voldoen. De organisatoren van afgelopen vrijdag, Nienke Doornbos en Bald de Vries, hadden twee van die geboden uitgekozen voor verdiepende discussie. Bijzonder sympathiek daarbij was dat niet alleen aan hoogleraren een podium werd geboden, maar ook aan vier veelbelovende studenten: Tim Bleeker, Hugo Boom, Rutger Fransen en Sam Quax.

Teveel achten? Een zes erbij

Het eerste uitgekozen gebod luidt: Men moet waar dit kan aan zelfregulering de voorkeur geven boven regulering, om zo de autonomie van de burgers (als zelfwetgevers) te bevorderen. Pauline Westerman, hoogleraar rechtsfilosofie in Groningen en overigens een heerlijk spreekster, merkte op dat autonomie van oorsprong het Griekse woord is voor zelfregulering. “Op het eerste gezicht lijkt deze stelling dus een waarheid als een koe,” sprak Westerman.

Toch heeft de stelling behoefte aan nuance, vindt Westerman. In de praktijk is zelfregulering namelijk dikwijls regulering in opdracht: de overheid draagt bijvoorbeeld aan ziekenhuizen op om interne regels op te stellen. Dit reguleren in opdracht – afgezet tegen écht voor jezelf reguleren – verandert het karakter van de functie van reguleren, aldus Westerman. Je moet je namelijk gaan rechtvaardigen naar je opdrachtgever en dát kan je autonomie juist ondermijnen. Tot vermaak van het publiek illustreerde Westerman dit met de universiteitsdocent die alvast anticipeert op de accreditatiecommissie: “Je gaat toch anders naar scriptiecijfers kijken… Dit zijn wel érg veel achten… misschien moeten er maar wat zessen bij…”

Mild despotisch

Het tweede gebod uit Witteveens boek dat centraal stond luidt: Men moet het milde despotisme van het bureaucratische regime zien te vermijden. Dat ‘milde despotisme’, zo verhelderde Ernst Hirsch-Ballin (voormalig minister, tegenwoordig hoogleraar staatsrecht in Tilburg en Amsterdam), schuilt in het onderling wantrouwen tussen burgers. Burgers hebben behoefte aan controleregels, omdat ze bang zijn dat andere burgers vals spelen, bijvoorbeeld bij een belastingaangifte. Al die regels bij elkaar zijn zó bureaucratisch dat ze een despotisch karakter kunnen krijgen: “Mild despotisch, maar dat moet toch vermeden worden.” aldus Hirsch-Ballin.

Kunstwerk

Refererend aan de titel De wet als kunstwerk noemden meerdere aanwezigen dat boek zélf een kunstwerk. “Een prachtig leerboek is het,” zei Ashley Terlouw, hoogleraar rechtssociologie in Nijmegen, “ik heb er zelf ook veel van geleerd.” Bart van Klink, hoogleraar rechtsmethodologie aan de VU, die zelf eerder een ander boek samen met Witteveen schreef, noemde De wet als kunstwerk ‘een manier om rechtsfilosofie te ontsluiten voor de wetgever’. Van Klink gaf toe het moeilijk te vinden kritiek te uiten jegens het werk van een dode. “Maar,” voegde hij toe, “tegelijk is het natuurlijk de beste manier om Willem Witteveen te eren.”

Hier is meer informatie over Willem Witteveens ‘De wet als kunstwerk’ te vinden.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven