Een cliënt vraagt Vogelaar Bosch Spijer Advocaten (VBS, Maasdijk) juridische bijstand in een echtscheidingszaak. Nadat een opdrachtovereenkomst tot stand is gekomen, betaalt hij een voorschot van € 5.000. De totale kosten bedragen € 8.012,95 inclusief btw (26 gewerkte uren en € 343 aan griffierecht). De cliënt betaalt de restsom (€ 3.012,95) niet, het kantoor stapt naar de rechtbank Rotterdam.
Geen inschatting
De rechtbank stelt vast dat het kantoor voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst de volledige prijs van de opdracht aan de cliënt had moeten verstrekken. Als dat redelijkerwijs niet kan, dan moet een advocaat de manier waarop de prijs wordt berekend duidelijk maken. VBS meldde in de opdrachtbevestiging alleen het uurtarief (€ 230,- exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw) en dat maandelijks zou worden gedeclareerd. Dat is niet voldoende om de cliënt bij benadering in staat te stellen de uiteindelijke financiële consequenties van de overeenkomst te overzien en met de nodige voorzichtigheid een beslissing te nemen. Zo ontbrak een inschatting van het aantal uren dat VBS aan de zaak zou besteden. Dat dit niet gebeurde door ‘tijdsdruk’, vindt de rechter geen argument, en als de inschatting onmogelijk was vanwege het ontbreken van stukken, dan had het kantoor dit schriftelijk aan de cliënt moeten bevestigen. Dat heeft het kantoor niet gedaan. De cliënt hoeft maar 75 procent te betalen, € 2.259,71.
Oneerlijk beding
Het advocatenkantoor had ook buitengerechtelijke incassokosten en een proceskostenveroordeling geëist, maar dat wijst de kantonrechter af. In de algemene voorwaarden van VBS staat hierover een oneerlijke bepaling: het zou de cliënt verplichten meer incassokosten en proceskosten te betalen dan op grond van de wet is toegestaan. Daarmee wijkt de bepaling in het nadeel van een consument af van de wet. Omdat VBS geen beroep mag doen op deze bepaling, kan zij geen aanspraak maken op buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten uit de wet.
Lees hier de uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2024:5577