Die dunkle Seite des Mondes

Delen:

Goedemorgen Literatuurvrienden!

Met Mr.’s dealmakers van vorige week in eigen huis (Banning’s Maarten van Dooren, Rob Hendriks & Sjoerd Aarts) was de keuze voor deze aflevering van dit feuilleton snel gemaakt: Martin Suter’s roman Die dunkle Seite des Mondes (het stond al enige tijd in de wacht). Die keuze werd overigens wel met enige schroom gemaakt, want de net 45 jarige hoofdpersoon, Urs Blank, één van de meest briljante M&A advocaten van Zwitserland, met name gespecialiseerd in transatlantische fusies en overnames, geeft juist op de toppen van zijn kunnen ‘de pijp aan Maarten’. In de wetenschap dat het hier slechts een fictieve pijp betreft, breng ik echter met een gerust hart dit mooie boek onder uw aandacht en meer in het bijzonder ook – bij wijze van welgemeende proficiat – onder die van onze dealmakers. Dat de pijpen van deze dealmakers nog maar lang mogen blijven roken! Op nu naar Die dunkle Seite des Mondes.

Middenin in een megafusie, de ‘closing‘ is nabij, stort Blank zich in de armen van een jonge wierookverkoopster Lucille (‘Sandlewood. Vierzehn Franken‘) en gaat met haar op zoek naar een andere wereld, hetgeen letterlijk en figuurlijk uitmondt in een – op pado’s gebaseerde – ‘bad trip‘. Daar zal ik verder niet over uitwijden, want dan laat u waarschijnlijk (tenzij u natuurlijk het boek al heeft gelezen) ten onrechte na om dit (ont)spannende boek van een uitmuntend schrijver zelf te lezen en dat zou zonde zijn. Het boek verdient het dubbel en dwars dat u zelf leest of Blank deze trip overleeft of dat – om het in kantoortermen te zeggen – Blank’s kantoor wordt voortgezet onder de naam ‘Geiger, von Berg & Minder‘, zoals Blank’s kantoor heette voordat het eindelijk besloot de naam van Blank – na jarenlange ‘Knochenarbeit‘ – in het briefhoofd te vermelden. Het kan echter geen kwaad om uw belangstelling wat aan te wakkeren met een korte blik in het oude geestesleven van Blank ter voorbereiding op uw leestrip. Het biedt een mooi doorkijkje in het dagelijks bestaan van M&A advocaat Blank.

Zoals gezegd zit Blank middenin een megafusie voordat hij wordt gegrepen door de geur van sandelhout. Een fusie tussen twee textielconcerns (ELEGANTSA en CHARADE). Blank treedt op voor CHARADE, de overnemende partij. ‘Target company‘ Elegantsa, is in handen van Dr. Fluri, die er jaren over heeft gedaan om zijn bedrijf verkoopgereed te maken en dat niet zo maar van de hand wil doen. Als Dr. Fluri Blank op een middag – in een bosrestaurant (‘Der Anwalt von Dr. Fluri hatte den konspirativen Treffpunkt vorgeschlagen. Er schien die Verhandlungen als großes Abenteuer zu genießen und war der einzige, der sich mit Wanderkleidung getarnt hatte. Alle anderen trugen dunkle Busineßanzüge. Aber nur der von Urs Blank stammte aus der Savile Road in London. Ein Schneider dort verfügte über seine Maße‘) – tijdens een zoveelste bespreking over de fusieovereenkomst nogmaals verzoekt deze aan te passen, komt Blank in opstand. Alhoewel hij Dr. Fluri het vanzelfsprekende ‘Kein Problem(..) dazu bin ich schließlich da‘ voorschotelt, ‘ohrfeigt‘ hij hem in gedachten: ‘Das stimmte nicht. Blank war nicht dazu da, Fusionsverträge immer wieder neu aufzusetzen, nur weil der unbedeutendste der Vertragspartner noch ein allerletztes Mal seine Macht auskosten wollte. Dafür hatte er nicht seine Doktorarbeit geschrieben, sein bar exam in New York bestanden (…).’ Over enkele weken als deze deal is afgerond, maalt niemand meer om de naam ELEGANTSA, denkt Blank, en zullen al haar filialen de naam CHARADE dragen. Volgens Blank gaat het er slechts om ‘das Gesicht zu wahren, das Urs Blank an diesem Nachmittag so gerne geohrfeigt hätte.’

De besprekingen zijn dit keer stukgelopen op nota bene een persbericht: ‘Dr. Fluri bestand darauf, daß ihr Wortlaut integrierender Bestandteil des Vertragstextes werde. Eine neue und ungewöhnliche Bedingung, auf die die Gegenseite erst nach langen Diskussionen eingegangen war.‘ Dat zint Blank niet, want wederom vraagt de onderhandelaar van CHARADE – ‘Hans-Rudolf Nauer‘ – bedenktijd. Voor Blank een teken dat Nauer het bij CHARADE uiteindelijk niet voor het zeggen heeft: ‘Es hielt sich ein Gerücht, daß die Kriegskasse von CHARADE mit dem Geld eines stillen Teilhabers gefüllt war. Blank vermutete, mit dem von Pius Ott, einem Spekulanten der sich in letzter Zeit auf ten Textilsektor zu konzentrieren schien.’ De agenda’s worden getrokken om een datum voor een reactie te bepalen. Als buiten het bosrestaurant ieder in taxi’s zijns weegs gaat, besluit Blank – tegen dat patroon in – te voet door het bos naar het tramstation te gaan: ‘Der Himmel über der kahlen Waldkuppel hatte sich aufgeklärt. Zwischen den silbernen Buchenstämmen glänzte das Laub in der Nachmittagssonne. Urs Blank überlegte, wann er das letzte Mal durch einen Wald gegangen war. Er konnte sich nicht erinnern.

In het bos overdenkt Blank zijn carrière. Hij heeft het ver geschopt. ‘Einige der bedeutendsten mergers der letzten Jahre trugen seine Handschrift. Er verdiente viel Geld, und weil er wenig Zeit hatte, es auszugeben, war ihm einiges davon geblieben. Er hatte eine zum Glück kinderlos gebliebene Ehe mit Anstand hinter sich gebracht und lebte mit Evelyne Vogt zusammen, einer unabhängigen Frau, die einen Laden für Designmöbel aus den zwanziger und dreißiger Jahren besaß. Urs Blank hatte mehr erreicht, als er sich zu Beginn seines Jurastudiums hatte träumen lassen. Aber etwas stimmte wohl nicht in seinem Leben, wenn es einer konspirativen Fusionsverhandlung bedurfte, um ihn nach Jahren wieder einmal in der Genuß eines Waldspaziergangs zu bringen.’

Dit voer voor psychologen voert Blank dan niet over het kortste, maar langste pad door het bos naar het tramstation, een pad dat ‘(…) unter den dichten Laubdecke nur zu erahnen (war)‘. Blank geniet. Van het ‘Rascheln des Laubes, durch das er watete.‘ En van de gedachte wat dat doet met zijn schoenen: ‘Sie stammten aus der Jermyn Street in London. Ein Schuhmacher dort besaß seinen Leisten.’ Ondertussen vliegt een man in een Learjet, hoog boven de wolken, terug van een lynxjacht in Estland (‘der Luchs gut verpackt im Laderaum des Learjets, auf dem Weg zum Kühlraum des Präparators‘), die de telefoon neemt, uit zijn hoofd het nummer van Dr. Nauer kiest: ‘Hier spricht Ott.’

Met besmeurde schoenen verschijnt Blank aansluitend ten tonele bij een tentoonstelling van originele Bauhaus meubelen in de zaak van zijn vriendin Evelyne, waar hij zich niet kan inhouden om een windbuil van een architect te beledigen, tot verbazing en ergernis van Evelyne, die hem thuis de wind van voren geeft en hem vraagt of er iets niet in orde is. Het cynische antwoord van Blank is exemplarisch voor zijn gemoedstoestand: ‘Ab und zu stinkt’s jedem‘, zeker nadat hij Evelyne nog cynischer heeft toegestaan, ja zelfs heeft uitgenodigd, zijn cliënten als ‘Arschlöcher‘ te bestempelen (‘Du wärst jederzeit willkommen‘). Dat maakt de zaken er niet beter op, want Blank zet zich aan de Armagnac, die hem een kater bezorgt. Ongewoon voor Blank, want hij heeft zich ook qua alcoholgebruik normaliter altijd in de hand: ‘Sein letzter Kater lag beinahe noch weiter zurück als sein letzter Waldspaziergang‘, zo leren wij, als Blank de volgende ochtend in zijn zwarte Jaguar de parkeerkelder van zijn kantoor binnenrijdt. Daar wacht hem Christoph Gerber, zijn assistent: ‘Gerber war Anfang dreißig und hatte vor einem Jahr seine Doktorarbeit abgeschlossen. Er was fleißig, billig und sich für keine Arbeit zu schade. Er ähnelte in vielen Belangen Urs Blank, als der vor etwas über zehn Jahren in der Kanzlei anfing. Das gefiel Urs normalerweise an Gerber. Heute ging es ihm auf die Nerven.‘ En tot overmaat van ramp is ook het partneroverleg nog met een half uur vervroegd (‘Herr. Dr. Von Berg hat einen Gerichtstermin‘) en moet hij als de wiedeweerga Dr. Fluris terugbellen (‘Dr. Fluris Sekretärin hat schon dreimal angerufen. Es sei sehr dringend. Sie sollen zurückrufen in der gleichen Sekunde, in der Sie ins Büro kommen‘). Het zijn de druppels voor Blank: hij grijpt zelf naar het ‘Arschloch’ vocabulaire. Assistent Gerber klappert met de oren als Blank zijn secretaresse instrueert dat hij Dr. Fluri niet te woord zal staan (‘Er soll mich am Arsch lecken‘) en dat ze hem dat ook letterlijk mag berichten (op verdienste van een loonsverhoging, zo houdt hij Gerber voor).

Langzaamaan wordt het duidelijk dat Blank een gevangene is geworden van zijn eigen succes in een wereld die – zo ervaart hij dat – kennelijk aan elkaar hangt van schijn, spelletjes, roddels en haantjesgedrag. Zijn gedisciplineerdheid verdwijnt als sneeuw voor de zon als zijn vriend Alfred Wenger – een psychiater – hem tijdens een lunch voorhoudt wat hij moet doen om de sleur (‘Passiert dir das nie, daß du einmal nicht das Ewiggleiche sagen und hören und tun und lassen und essen und trinken willst?‘) te doorbreken, namelijk ‘etwas anderes‘. Als Wenger deze wijze woorden vandaag hier ter plaatse aan het adres van Blank had gericht, dan laat zich raden wat dat andere ongetwijfeld zou zijn geweest:

Carnaval!
BANNING N.V.

Gino van Roeyen

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Ook interessant:

Scroll naar boven