‘De pijp uit’ & ons oer-Hollandse fietsje
Vorig jaar sprak ik een Amsterdamse dame van ruim zestig jaar oud. Een rasechte Amsterdammer, verraden door haar kenmerkende accent. Ze was bang in haar eigen stad. Bang om een fietser aan te rijden, angstig als ze om de hoek keek van een druk kruispunt. Ze had immers recent meegemaakt dat een onoplettend, telefonerend ‘knulletje’ werd aangereden door een automobilist en voor haar ogen ‘de pijp uit ging’ (voor de niet-Amsterdammers onder ons: doodging). Dit gesprek kwam mij weer helder voor de geest toen ik afgelopen week enkele kranten zag koppen ‘Wetsvoorstel: appen op de fiets mag vanaf 1 juli niet meer’, ‘Boete voor appen op de fiets wordt 95 euro’.
Pas als je in het buitenland bent, realiseer je je vaak hoe bizar vergroeid wij in Nederland zijn met ons fietsje. Zo racete ik op 3-jarige leeftijd -weliswaar met zijwieltjes- reeds mijn kleine geboortedorpje op de Veluwe rond. En ik denk dat menigeen van u, geachte lezers, ook reeds op jonge leeftijd op deze manier de openbare weg betrad. Kortom: Nederland en fietsen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Als (al dan niet fietsend) jurist maar ook -zeker- als niet-jurist is het daarom (overigens: iedereen wordt geacht de wet te kennen) uitermate van belang hoe nieuwe regelgeving op dit gebied je leven gaat beïnvloeden. Laten we daarom eens kritisch naar de voorgenomen wijziging van artikel 61a van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (hierna: RVV) kijken.
‘Pas als je in het buitenland bent, realiseer je je veelal hoe bizar vergroeid wij in Nederland zijn met ons fietsje’
Tot 1 juli 2019
Tot aan 1 juli 2019, luidt artikel 61a RVV als volgt:
‘Het is degene die een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een motor bestuurt, verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.’
Kortom: een smartphone gebruiken achter het stuur van je auto of een ander gemotoriseerd voertuig, mag sowieso al niet op dit moment. Waarschijnlijk is dit allemaal wel bekend. Wat betekent de veelbesproken, voorgenomen wijziging vanaf 1 juli 2019 dan?
Vanaf 1 juli 2019
Vanaf 1 juli 2019 zal artikel 61a RVV als volgt luiden:
‘Het is degene die een voertuigbestuurt verboden tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaatdat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerkingvast te houden. Onder een mobiel elektronisch apparaat wordt in elk geval verstaan een mobiele telefoon, een tabletcomputer of een mediaspeler.’ Dit artikel wijkt duidelijk af van het voorgaande artikel.
- De reikwijdte is veel groter: er wordt gedoeld op ‘voertuig’ in plaats van enkel een ‘motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig’. Ook fietsers (en bijvoorbeeld trambestuurders en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig zonder motor) vallen nu dus onder de reikwijdte van dit artikel;
- Voorheen verwees het artikel maar een verbod om een ‘mobiele telefoon’ vast te houden. Het nieuwe artikel is veel Er wordt immers gezegd: ‘een mobiel elektronisch apparaat’, waaronder in ‘elk geval verstaan wordt een mobiele telefoon, een tabletcomputer of een mediaspeler.’ Als er dus over twintig jaar een volledig ander type mobiele gegevensdrager door menig Nederlander gebruikt wordt, is een wetswijziging niet per se nodig. Er wordt dus ruimte geboden voor toekomstige handhavingsmethoden!
‘Als er dus over twintig jaar een volledig ander type mobiele gegevensdrager door menig Nederlander gebruikt wordt, is een wetswijziging niet per se nodig.’
Waarom?
Bij de invoering van artikel 61a RVV (anno 2002) vond men dat fietsers, vanwege hun lage snelheid en geringe massa, minder risico op ongelukken in het verkeer veroorzaken konden. De digitalisering heeft hier een enorme verandering in gebracht. De minister omschrijft deze verandering:
- De aard van telefoongebruik (sociale media) is veranderd;
- De omvang van telefoongebruik (marktpenetratie smartphones en databundels) is enorm veranderd;
Het eerste puntvan onze minister vind ik niet overtuigend. Ik zie niet in waarom de minister sociaal media-gebruik zwaarder tilt dan (het vroegere) telefoneren an Sich, hetgeen immers ook reeds gevaarzettend kon zijn.
Het tweede punt van onze minister acht ik steekhoudender. Door veelvuldiger gebruik kan immers óók het fietsmomentje gebruikt worden voor mobiele telefonie.
Andere argumenten, die u als burger wellicht interessant vindt, zijn:
- De fietspaden zijn drukker geworden;
- Snelheidsverschillen zijn toegenomen door onder meer het gebruik van de elektrische fiets, en
- Fietsers die met hun telefoon bezig zijn, lopen een groter risico op een ongeval, omdat zij cognitief en visueel afgeleid zouden zijn.
Reikwijdte
Het verbod beperkt zich tot die gevallen waarin daadwerkelijk het voertuig bestuurd wordt. Als je dus met je fiets stilstaat op de hoek van de straat, mag wél handmatig gebruik gemaakt worden van een mobiele telefoon.
Sanctionering
Voorheen kon de politie fietsers die hun mobiele telefoon gebruikten in het verkeer, enkel beboeten op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994. Dit artikel duidt dat sanctionering alleen mogelijk was als het ‘verkeer gehinderd of in gevaar gebracht werd’. Vanaf 1 juli 2019 heeft de politie echter een nieuwe mogelijkheid om een fietsende, mobiele-telefoon-gebruikende burger, te sanctioneren zónder de noodzakelijke voorwaarde dat de burger gevaar veroorzaakt. Indien u al fietsend gespot wordt met uw telefoon in uw hand, riskeert u vanaf 1 juli 2019 een boete van €95 euro.
Dus als jij/u aankomende zomer even Google Maps nodig hebt, een appje wil sturen dat de trein vertraagd is of even jouw/uw liefje wilt bellen: wees verstandig, zet de fiets op de standaard en doe je ding; denk aan de nieuwe regelgeving waar streng op gehandhaafd zal worden en houd het verhaal van de Amsterdamse dame in gedachten.
Dit bericht is geschreven door Marieke Quaak.