‘Financiële macht Advocatenorde gevaar voor tuchtrechtspraak’

Delen:

Joost van DijkDe Advocatenorde bepaalt in belangrijke mate het budget van de advocatuurlijke tuchtrechtspraak. Die financiële macht zet de deur open naar manipulatie. En dat is ‘ongewenst, inconsequent en onzuiver’, aldus Joost van Dijk, voorzitter van het Hof van Discipline. Hij stelt voor dat in het wetsvoorstel Aanpassing van de Advocatenwet wordt opgenomen dat de minister van Veiligheid en Justitie voortaan de totale begroting voor de tuchtrechtspraak bepaalt.

Vorige week dinsdag debatteerde de Tweede Kamer over de aanpassing van de Advocatenwet en in het bijzonder over de vernieuwing van het toezicht op de advocatuur. Het toezichtplan, dat in de loop der tijd vier keer door een nota van wijziging is aangepast, werd door de gehele Kamer positief ontvangen. Vandaag vindt de officiële stemming in de Kamer plaats. Jarenlang hebben de Nederlandse Orde van Advocaten en staatssecretaris Fred Teeven over een nieuw toezichtstelsel geruzied. Nu lijkt er dan eindelijk toch iets te liggen waar iedereen mee kan leven: een college van toezicht als intern orgaan van de Orde dat toezicht moet houden op de lokale dekens. Het college zal bestaan uit de landelijk deken als voorzitter en twee andere door de Orde benoemde leden die in ieder geval geen advocaat mogen zijn.

Voor de Raden en het Hof van Discipline verandert er weinig, behalve dat er in de toekomst met een kamer van drie leden in plaats van vijf kan worden gewerkt. Joost van Dijk, voorzitter van het Hof van Discipline, zegt daar geen moeite mee te hebben. Over het nieuw voorgestelde toezichtscollege is hij negatief noch positief.“Het is creatief bedacht, ik had er nooit aan gedacht. Theoretisch gezien is het een wat ingewikkelde constructie geworden, maar ik kan wel begrijpen dat hiervoor is gekozen. Steeds werd geroepen dat een slager zijn eigen vlees niet mag keuren. Ik zeg dan altijd maar dat ik het wel prettig vind dat een slager en niet een groenteboer het doet, zolang het maar niet om zijn eigen vlees gaat. Ik kan daarom wel met de gekozen constructie leven.”Van Dijk vraagt zich echter af wat precies de meerwaarde van het college zal zijn. “Het college wordt gezien als de kers op de taart, maar vergeten wordt dat de smaak wordt bepaald door de taart. Als je ziet hoe proactief de dekens vooral door de aanbevelingen van rapporteur Rein-Jan Hoekstra aan de slag zijn gegaan en niet meer wachten totdat er klachten komen, vraag ik me af wat het college eigenlijk moet gaan doen. Ik heb geen helder beeld van wat het in de praktijk moet gaan voorstellen.” Van Dijk heeft de indruk dat nu een oplossing is gevonden voor een probleem dat niet (meer) bestaat.

Vuur uit de sloffen

Verder gelooft Van Dijk het allemaal wel wat het toezicht betreft. Wat hij echter mist in de hele discussie over onafhankelijk toezicht is de financiering van de tuchtrechtspraak. Een gemiste kans noemt hij het. “Het college van toezicht dat er nu gaat komen wordt volledig gefinancierd door de Orde, maar de onafhankelijkheid ervan wordt bewaakt doordat de minister de begroting van het college vaststelt. Dat zou voor de tuchtrechtspraak ook zo geregeld moeten worden. Het is raar dat de minister voor de tuchtrechtspraak eigenlijk maar beperkte verantwoordelijkheid heeft.” Nu stelt de minister namelijk alleen het budget vast voor de tuchtrechters, maar niet voor het apparaat dat hen moet ondersteunen. Dat doet de Orde. En dat is volgens Van Dijk niet in de haak. “De tuchtrechtspraak blijft hierdoor voor een belangrijk deel afhankelijk van de Orde, waardoor het risico op een onzuivere manier van beïnvloeding ontstaat.”

Het Hof en de Raden van Disciplines hebben al een aantal keren getamboereerd op dit probleem, maar kregen tot op heden van zowel de politiek als de Orde nul op rekest. “Ze vinden het niet zo nodig of hebben er geen zin in denk ik. Zodra het over geld gaat kijkt iedereen een andere kant op. Twee jaar lang wordt het vuur uit de sloffen gelopen voor onafhankelijk toezicht en vervolgens wordt de tuchtrechter maar voor 50% onafhankelijk gelaten. Daar begrijp ik dus niets van. Het is raar dat de Orde de bekostiging in eigen hand wil houden. Kijk, ik wil gewoon niet op enig moment met de pet langs de Orde hoeven om te vragen om meer geld. Ik wil niet met de beroepsgroep – waarover ik moet oordelen – moeten onderhandelen over kosten. Het gaat om wettelijk geregeld tuchtrecht, we zijn geen hobbyclub. Ik wil dat de minister beslist over ons budget net zoals hij dat doet voor het college van toezicht.”

Maar zal de tuchtrechtspraak niet altijd afhankelijk zijn van de Orde als advocaten lid van de Raden en het Hof mogen zijn? “Dat zie ik niet zo. Het Hof bestaat voor de meerderheid uit beroepsrechters. Daarbij wordt van een lid, dat advocaat is, altijd verlangd om onafhankelijk te oordelen. Mijn bezwaar is dat het bestuursorgaan van de Orde via het budget het werk van de tuchtrechter kan frustreren. Vanaf mijn aantreden als voorzitter heb ik aangedrongen op een beter model, zoals dat overigens bij de reguliere rechtspraak al jarenlang gebruik is. Ik verkeerde in de veronderstelling dat dit meegenomen zou worden in de voorstellen. Pas in de afgelopen maanden werd duidelijk dat dit niet de bedoeling was van het ministerie.”

Foute advocaat

Tijdens het Tweede Kamer-debat vorige week pleitte Ard van der Steur (VVD) naast de invoering van het college van toezicht voor een soepeler norm om ‘foute’ advocaten, die in voorlopige hechtenis zitten of strafrechtelijk veroordeeld zijn, direct te kunnen schorsen. De norm die de tuchtrechter nu hanteert, is volgens de politicus te eng. Van Dijk zegt tegen deze versoepeling geen enkel bezwaar te hebben. “Ik vind het best, ik lig er niet van wakker. Maar – politiek correct gezegd – denk ik niet dat het veel werklast voor ons mee zal brengen. Een ‘foute’ advocaat komt misschien maar één keer in de vijf jaar voor.” Bovendien wijst Van Dijk erop dat onmiddellijk schorsen in deze gevallen al mogelijk is via de huidige Advocatenwet. Al zegt hij ook dat de door Van der Steur voorgestelde regeling de grond voor onmiddellijke schorsing ‘explicieter’ maakt.

Autoriteit juridische markten

Tweede Kamerlid Jeroen Recourt (PvdA) kwam tijdens het debat nog met het idee van een autoriteit juridische markten. Een toezichthouder voor alle juridische dienstverleners: advocaten, deurwaarders, notarissen en andere juridische adviseurs. Teeven zag dat niet direct voor zich, maar zei ook dat het idee ‘niet meteen moet worden weggegooid’. Gevraagd naar zijn reactie op Recourts idee zegt Van Dijk lachend en tegelijkertijd bozig: “De politiek lijkt wel geobsedeerd door toezichthouders. Het is verworden tot een soort bureaucratisch antwoord op elk probleem. Voordat je dit soort ideeën oppert, moet je naar mijn idee eerst de problemen in kaart brengen. Als die er al zijn. Vind je dat er onvoldoende kwaliteit geleverd wordt? Of dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor mensen om kwaliteit te toetsen? Je kunt wel toezicht op toezicht blijven stapelen, maar of de juridische dienstverlening daar beter van wordt betwijfel ik. Ik vind het sowieso niet nodig. Het zal vooral een hoop geld kosten. Ik heb zoiets van: kijk eerst wat je hebt aan bijvoorbeeld de tuchtrechtspraak en ga dat dan eerst behoorlijk en professioneel regelen en faciliteren.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven